4.1 Stedebehoud heeft onweersproken gesteld dat [gedaagde sub 1] zonder recht of titel verblijft in haar bedrijfspand dat is gelegen te Alkmaar aan het [adres]. De vordering tot ontruiming ligt daarom in beginsel voor toewijzing gereed ligt, tenzij het spoedeisend belang aan de zijde van Stedebehoud ontbreekt.
4.2 [gedaagde sub 1] heeft aangevoerd dat het voorgenomen gebruik in strijd is met het bestemmingsplan dat betrekking heeft op het bedrijfspand. Het bedrijfspand valt onder 'woondoeleinden III' als bedoeld in het bestemmingsplan. Er zou zijdens Stedebehoud een aanvraag zijn ingediend om het bestemmingsplan te wijzigen, welke aanvraag tot op heden niet is ingewilligd, aldus [gedaagde sub 1]. Ten bewijze hiervan heeft [gedaagde sub 1] een ongedateerd, handgeschreven briefje van de heer [naam 1], ambtenaar aan de balie van de gemeente Alkmaar, overgelegd. Dit briefje houdt onder meer in dat er op 6 juli 2007 een vergunning is aangevraagd, maar nog niet is verleend.
4.3 [gedaagde sub 1] heeft verder aangevoerd dat voor elke verbouwing van het bedrijfspand een vergunning op grond van artikel 37 van de Monumentenwet 1988 is vereist. Een behandeling van een aanvraag daartoe neemt ongeveer 15 weken in beslag, aldus [gedaagde sub 1].
4.4 Stedebehoud heeft ter terechtzitting ontkend ooit enige aanvraag te hebben ingediend. Evenmin zouden de nieuwe huurders dit hebben gedaan. Verder heeft Stedebehoud aangegeven de heer [naam 1] niet te kennen en alleen met de heer [naam 2] te hebben gesproken over een vergunning met betrekking tot de Monumentenwet. Stedebehoud overweegt tot slot, ingeval de verbouwing in strijd zou komen met het bestemmingsplan, van deze verbouwing af te zien.
4.5 De discussie tussen partijen spitst zich aldus toe op de vraag of de verbouwing en het voorgenomen gebruik van het bedrijfspand, gelet op eventueel vereiste vrijstelling of wijziging van het bestemmingsplan alsmede het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in de Monumentenwet daartoe, doorgang zal vinden en daarbij of het bedrijfspand per medio januari 2008, althans op korte termijn, daadwerkelijk in gebruik zal worden genomen. Is dit niet het geval, dan ontbreekt het spoedeisend belang van Stedebehoud bij de gevorderde voorzieningen.
4.6 Om hiervoor een deugdelijk oordeel te kunnen geven, dient Stedebehoud nadere inlichtingen met documentatie van burgemeester en wethouders van de gemeente Alkmaar te verstrekken over de volgende vraagpunten:
a. is het nodig dat aan Stedebehoud een vrijstelling (of wijziging) van het bestemmingsplan voor het voorgenomen gebruik van het bedrijfspand aan het [adres] te Alkmaar als zakenpand wordt verleend en zo ja, zal een aanvraag hiertoe naar verwachting worden verkregen?
b. is het nodig dat Stedebehoud voor het uitvoeren van de voorgenomen verbouwing een vergunning op grond van de Monumentenwet 1988 verkrijgt en zo ja, zal deze vergunning naar verwachting worden verkregen?
c. op welke termijn kunnen eventueel vereiste vergunningen, zo die worden verleend, worden verwacht?