a) Eiseres heeft per formulier gedateerd 24 juni 2002 studiefinanciering aangevraagd met ingang van 1 september 2002. Daarbij heeft zij aangegeven samen te wonen en met haar partner een kind te verzorgen jonger dan 18 jaar, namelijk geboren op 19 april 2001. Op het formulier is het registratienummer van het kind bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) vermeld.
b) Uit een intern mutatieformulier van verweerster en het Bericht Studiefinanciering 2002, nr.2 en het Bericht Studiefinanciering 2003, nr.2, beide van 15 november 2002 blijkt, dat eiseres op 11 november telefonisch een wijziging heeft doorgegeven in haar aanvraag. De inhoud van de wijziging blijkt niet uit de stukken.
c) Bij formulier, gedateerd 14 november 2002, heeft eiseres een partnertoeslag aangevraagd met ingang van 1 december 2002. Bij de vraagstelling op dit formulier onder punt 6 heeft eiseres opnieuw het registratienummer van haar kind vermeld.
d) Bij Bericht Studiefinanciering 2002, nr. 3 en bericht Studiefinanciering 2003, nr. 3, beide gedateerd 29 november 2002, heeft verweerster de wijzigingen van het formulier van 14 november 2002 bevestigd en op het Bericht 2002, nr. 4, tevens bij de wijzigingen aangegeven, dat eiseres recht heeft op één-oudertoeslag per 14 november 2002, maar geen recht op een partnertoeslag per 1 december 2002.
e) Door de partner van eiseres zijn per formulier gedateerd 3 december 2002 aan verweerster gegevens verstrekt over deze partner. Daarbij geeft de partner van eiseres aan een kind te verzorgen, dat op 1 december 2002 jonger was dan 12 jaar, onder vermelding van het registratienummer van het kind van eiseres bij de SVB.
f) Bij Bericht Studiefinanciering 2002, nr. 4 en Bericht Studiefinanciering 2003, nr. 4, beide van 14 december 2002, wordt de ontvangst van het formulier Partner Student aan eiseres bevestigd. Bij de wijzigingen staat op het bericht 2002, nr. 4 aangegeven, dat eiseres recht heeft op een één-oudertoeslag per 14 november 2002 en geen recht heeft op een partnertoeslag per 1 december 2002.
g) Bij Bericht Studiefinanciering 2002, nr. 5 en bericht Studiefinanciering 2003, nr. 5, beide gedateerd 28 december 2002, wordt gesteld, dat op 8 december 2002 een Ouderformulier Vader/Moeder is ingestuurd. Ook in het bericht 2002, nr.5 wordt bij wijzigingen aangegeven, dat eiseres recht heeft op één-oudertoeslag per 14 november 2002 en geen recht heeft op partnertoeslag per 1 december 2002.
h) In een brief, gedateerd 12 januari 2003, van eiseres aan verweerster stelt eiseres, dat zij op 11 november 2002 telefonisch contact heeft gehad met verweerster, nadat zij van een studiegenoot had gehoord, dat de bijdrage voor een student met een kind hoger is dan haar toelage van € 211,00 per maand. Voorts geeft eiseres aan op 14 december 2002 opnieuw telefonisch contact te hebben gehad met een medewerker van verweerster omdat de aangevraagde partnertoeslag was afgewezen, maar toch het bedrag van haar basisbeurs was verhoogd. In dat telefoongesprek is toegezegd, dat zal worden uitgezocht per wanneer bekend was bij verweerster, dat eiseres een kind heeft. Ook op 30 december 2002 heeft eiseres nog telefonisch contact met verweerster. Zij spreekt dan met mevrouw [verweerster]. Die vertelt eiseres, dat één en ander nog niet is uitgezocht. Op 6 januari 2003 belt mevrouw [verweerster] eiseres, dat zij het nog uitzoekt en de volgende dag zal terugbellen. Dat gebeurt ook en dan krijgt eiseres de mededeling, dat zij gelijk had, dat de wijziging wordt verwerkt en de correctie met terugwerkende kracht wordt hersteld. Dezelfde dag belt mevrouw [verweerster] eiseres opnieuw, maar nu met de mededeling, dat het niet met terugwerkende kracht wordt hersteld.
i) Bij brief van 30 januari 2003 bevestigt verweerster de ontvangst van de brief van eiseres van 12 januari 2003 en stelt, dat er naar aanleiding van het daarin opgenomen bezwaarschrift een herziening heeft plaatsgevonden, waarover zij bericht zal ontvangen.
j) Bij Bericht Studiefinanciering 2003, nr. 6 wordt vermeld, dat aan het bezwaar van eiseres is tegemoet gekomen. Voorts is aangegeven dat eiseres in februari 2003 een tegoed van € 931,14 zal ontvangen, zonder nadere vermelding of motivering.
k) Bij Bericht Studiefinanciering 2002, nr. 7 van 21 februari 2003 wordt weer aangegeven dat eiseres recht heeft op één-oudertoeslag per 14 november 2002.
l) Bij Bericht Studiefinanciering 2002, nr. 8 en 2003, nr.7, beide van 1 maart 2003 wordt eiseres medegedeeld, dat haar gegevens niet goed geregistreerd stonden en zijn aangepast. Daarbij wordt niet aangegeven welke gegevens onjuist geregistreerd stonden en welke aanpassing heeft plaats gehad.
m) Bij Berichten Studiefinanciering 2004, nr. 1 van 17 oktober 2002 en 2005, nr. 1 van 15 oktober 2004 wordt door verweerster aan eiseres meegedeeld, dat voor 2004 en 2005 onder voorbehoud van wetswijzigingen een toelage zal ontvangen. Bij de gegevens van beide jaren is aangegeven, dat zij recht heeft op partnertoeslag.
n) Ook in de daarna aan eiseres toegezonden berichten Studiefinanciering tot het Bericht van 5 augustus 2006 (2004, nr. 7) wordt steeds melding gemaakt van een recht op partnertoeslag.
In het Bericht Studiefinanciering 2004, nr. 7 van 5 augustus 2006 wordt een wijziging aangegeven en wordt gesteld, dat eiseres per 1 april 2004 geen recht meer heeft op een toeslag.
o) Bij brief van 6 februari 2006 heeft eiseres gesteld, dat de door verweerster gecontroleerde gegevens, dat zij sinds april 2004 geen partner meer heeft, correct zijn. Voorts geeft zij aan dat zij recht heeft op de één-oudertoeslag vanaf april 2004, omdat zij voor haar kind geen ander inkomsten ontving.
p) Bij besluit van verweerster van 5 juli 2006 wordt aan eiseres per 1 februari 2006 de één-oudertoeslag toegekend.