ECLI:NL:RBALK:2007:BB7266
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herroeping van ontbindingsbeschikking in arbeidszaak met beschuldigingen van bedrog en leeftijdsdiscriminatie
In deze zaak heeft de werknemer, geboren in 1952, een verzoek ingediend tot herroeping van een ontbindingsbeschikking die op 27 februari 2007 was uitgesproken door de kantonrechter Alkmaar. De werknemer was sinds 1 oktober 2001 in dienst bij de maatschap van de werkgeefster en had zijn verzoek tot herroeping ingediend op 16 mei 2007, na een oordeel van de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) dat de werkgeefster verboden onderscheid had gemaakt op grond van leeftijd. De werknemer stelde dat de werkgeefster bedrog had gepleegd in de procedure die leidde tot de ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst, en dat hij pas later op de hoogte was geraakt van deze feiten.
De mondelinge behandeling vond plaats op 23 augustus 2007, waarbij zowel de werknemer als de werkgeefster aanwezig waren, vertegenwoordigd door hun gemachtigden. Tijdens de zitting trok de werknemer zijn verzoek in voor zover het betrekking had op de maatschap van de werkgeefster. De kantonrechter oordeelde dat er geen bewijs was voor het door de werkgeefster gepleegde bedrog en dat de werknemer niet had aangetoond dat hij relevante informatie was onthouden door de werkgeefster. De kantonrechter concludeerde dat de ontbindingsbeschikking niet herroepen kon worden en verklaarde de werknemer niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
De kantonrechter benadrukte dat de beslissing van de CGB niet automatisch betekende dat de ontbindingsbeschikking onterecht was. De rechter oordeelde dat de vertrouwensbreuk tussen partijen niet uitsluitend te wijten was aan de werkgeefster en dat de werknemer niet had aangetoond dat de werkgeefster de ontbinding van de arbeidsovereenkomst enkel op basis van leeftijdsdiscriminatie had willen doorvoeren. De werknemer werd veroordeeld in de proceskosten van de werkgeefster, vastgesteld op € 400,- aan salaris van de gemachtigde.