ECLI:NL:RBALK:2007:BB6987
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid huurder voor schade door wateroverlast in gehuurd pand
In deze zaak heeft [eiser] een schadevergoedingsactie ingesteld tegen de gemeente Den Helder, gebaseerd op aansprakelijkheid uit een huurovereenkomst. De huurovereenkomst, die op 1 juli 2003 inging, betrof een terrein, gebouw en garage in Den Helder, dat door de gemeente als kantoorruimte werd gebruikt. Tijdens verbouwingswerkzaamheden in de zomer van 2003 heeft een werknemer van een onderaannemer, [de heer G.], een brandslang onjuist gebruikt, wat leidde tot wateroverlast in het gehuurde pand. Op 1 september 2003 werd geconstateerd dat er water op de vloeren stond, veroorzaakt door een defect aan de brandslang. [eiser] vorderde schadevergoeding van de gemeente, die hij aansprakelijk stelde voor de geleden schade van € 86.047,27.
De kantonrechter oordeelde dat de gemeente, ondanks dat zij het pand nog niet als kantoorruimte gebruikte, op het moment van de schade al huurder was. De gemeente was aansprakelijk voor de schade, tenzij zij kon bewijzen dat er geen schuld of nalatigheid aan haar of haar personeel te verwijten viel. De rechter concludeerde dat [de heer G.] nalatig was door de kraan van de brandslang niet dicht te draaien na gebruik, wat bijdroeg aan de schade. De gemeente voerde aan dat de schade ook het gevolg was van de slechte staat van de brandhaspel, maar de kantonrechter oordeelde dat [eiser] als eigenaar verantwoordelijk was voor de staat van de brandblusapparatuur.
Uiteindelijk werd de vordering van [eiser] toegewezen tot een bedrag van € 21.511,82, waarbij de gemeente voor 25% aansprakelijk werd gehouden en de proceskosten werden gecompenseerd. De uitspraak werd gedaan door kantonrechter R.C. Schlingemann op 13 september 2007.