zaak- en rekestnummer: 93479 / FA RK 07-179
datum: 19 september 2007
Beschikking van de enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken
[VERZOEKER],
wonende te Heerhugowaard,
verzoekende partij,
procureur: mr. S.F. Coelingh Bennink,
[GEREKWESTREERDE]],
wonende te Zierikzee,
gerekwestreerde,
procureur: mr. H.R.M. Jenné,
advocaat: mr. A.A. de Feijter te Middelburg.
HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Ter griffie van deze rechtbank is op 22 februari 2007 het verzoekschrift ingekomen, waarin wordt verzocht dat de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Helder gehouden is de akte latere vermelding betreffende erkenning van de minderjarige [voornaam minderjarige][NAAM MINDERJARIGE], geboren op [geboortedatum] in de gemeente Den Helder, door de heer [gerekwestreerde]] door te halen binnen een door de rechtbank te bepalen termijn. Tevens is verzocht om de gerekwestreerde en iedere belanghebbende die het verzoek tegenspreekt tezamen te veroordelen in de kosten van deze procedure.
Bij het verzoekschrift bevindt zich onder meer een gewaarmerkt afschrift van de geboorteakte en akte latere vermelding betreffende erkenning van de minderjarige, voorkomende in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Den Helder onder nummer [nummer] van het jaar 2004.
De heer [gerekwestreerde]] en mevrouw [naam](de moeder) hebben daarop een verweerschrift ingediend, strekkende tot afwijzing van de verzoeken. Voorts hebben zij verzocht de heer [verzoeker] te veroordelen in de kosten van deze procedure.
Bij beschikking van deze rechtbank van 18 april 2007 is mr. I.H. van Lingen-Schuur benoemd tot bijzondere curator over de minderjarige.
De bijzondere curator heeft zich bij akte van 18 juni 2007 uitgelaten.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 28 augustus 2007, alwaar zijn verschenen de heer [verzoeker], bijgestaan door mr. Coelingh Bennink, de heer [gerekwestreerde] en de moeder.
DE BEHANDELING VAN DE ZAAK
Het volgende staat vast.
Uit de affectieve relatie tussen de heer [verzoeker] en de moeder is op [geboortedatum] de minderjarige [voornaam minderjarige] geboren.
De heer [verzoeker] heeft op 15 maart 2006 een verzoekschrift bij de rechtbank te Middelburg ingediend, strekkende tot vervangende toestemming erkenning van [voornaam minderjarige].
Bij akte van erkenning van 1 mei 2006 heeft de heer [gerekwestreerde]] [voornaam minderjarige] -met toestemming van de moeder- erkend. Op 19 mei 2006 is de latere vermelding betreffende erkenning van de minderjarige door de ambtenaar van de burgerlijke stand te Den Helder opgemaakt.
De rechtbank Middelburg heeft bij beschikking van 6 september 2006 de heer [verzoeker] vervangende toestemming verleend tot erkenning van de minderjarige. In deze procedure heeft de heer [verzoeker] de rechtbank echter niet verzocht om doorhaling van de akte latere vermelding betreffende erkenning door de heer [gerekwestreerde]], zodat de rechtbank die doorhaling niet heeft gelast.
De heer [verzoeker] voert als grond voor zijn verzoek aan dat de latere vermelding betreffende erkenning een ten onrechte voorkomende vermelding is op grond van artikel 24 van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit nu de rechtbank Middelburg heeft overwogen dat de erkenning van [voornaam minderjarige] door de heer [gerekwestreerde]] nietig is wegens strijd met artikel 204 lid 1 van boek 1 BW en voor doorhaling vatbaar is, en de heer [verzoeker] vervangende toestemming is verleend tot erkenning van [voornaam minderjarige]. De akte latere vermelding betreffende erkenning door de heer [gerekwestreerde]] is echter nog niet doorgehaald, omdat per abuis is nagelaten de rechtbank in voormelde procedure te verzoeken deze akte door te halen.
De heer [gerekwestreerde]] en de moeder verweren zich door te stellen dat de heer [verzoeker] niet in het belang van [voornaam minderjarige] handelt, onder andere door zaken betreffende [voornaam minderjarige] telkens in een te laat stadium af te handelen. Daarnaast betwijfelen zij de motieven die de heer [verzoeker] bij zijn verzoek heeft.
De bijzondere curator adviseert de rechtbank het verzoek van de heer [verzoeker] - in het belang van de minderjarige - toe te wijzen, teneinde voor de heer [verzoeker] de weg vrij te maken voor de erkenning van zijn dochter.
De rechtbank acht toewijzing van het verzoek van de heer [verzoeker], gelet op de uitvoerig overwogen beslissing van de rechtbank Middelburg en de akte van uitlating van de bijzondere curator, het meest in het belang van de minderjarige.
De rechtbank ziet, gelet op de familierechtelijke aard van deze procedure, geen aanleiding om tussen partijen een kostenveroordeling uit te spreken zoals verzocht.
Gelast de doorhaling van de akte latere vermelding betreffende erkenning van de minderjarige [voornaam minderjarige][NAAM MINDERJARIGE], geboren op [geboortedatum] in de gemeente Den Helder, voorkomende in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Den Helder bij de geboorteakte onder nummer [nummer] van het jaar 2004.
Verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.C. Oosterbroek, lid van gemelde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 september 2007 in tegenwoordigheid van mr. M. Broek, griffier.