ECLI:NL:RBALK:2007:BB3871
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Gedeeltelijke vervallenverklaring van schriftelijke aanwijzing in ondertoezichtstelling van minderjarige
In deze zaak heeft de kinderrechter te Alkmaar op 5 september 2007 uitspraak gedaan in een procedure betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren te Drechterland. De zaak betreft een verzoek van de moeder om een schriftelijke aanwijzing van Bureau Jeugdzorg, gegeven op 30 juli 2007, gedeeltelijk vervallen te verklaren. Deze aanwijzing hield in dat de bezoekregeling tussen de minderjarige en haar vader twee maanden zou worden uitgesteld en dat de moeder zich zou laten doorverwijzen naar een psycholoog of psychiater. De kinderrechter oordeelde dat de moeder niet verplicht kan worden om hulpverlening voor zichzelf aan te gaan, en verklaarde dit onderdeel van de aanwijzing vervallen.
De kinderrechter benadrukte echter het belang van omgang tussen de minderjarige en haar vader voor de ontwikkeling van het kind. De moeder werd aangespoord om vrijwillig hulp te zoeken, omdat haar eigen emoties en frustraties invloed hebben op de minderjarige. De kinderrechter stelde vast dat de overige onderdelen van de schriftelijke aanwijzing, zoals de ambulante thuishulp en het uitstel van de bezoekregeling, in stand blijven. De kinderrechter gaf aan dat de omgang op korte termijn weer hervat dient te worden, nu de termijn van het uitstel inmiddels verstreken is.
De uitspraak is gedaan in het kader van de ondertoezichtstelling, waarbij de gezinsvoogdijinstelling de mogelijkheid heeft om schriftelijke aanwijzingen te geven ter uitvoering van haar taak. De kinderrechter heeft de beleidsvrijheid van de gezinsvoogdijinstelling in acht genomen bij de beoordeling van de noodzaak van de aanwijzing. De beslissing is genomen in het belang van de minderjarige, waarbij de emotionele en psychologische aspecten van de situatie van groot belang zijn.