ECLI:NL:RBALK:2007:BB1895
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van achterstallige zorgpremies en buitengerechtelijke kosten
In deze zaak heeft de naamloze vennootschap Groene Land PWZ Achmea Zorgverzekeringen N.V., rechtsopvolgster van de onderlinge waarborgmaatschappij Groene Land PWZ Zorgverzekeraar U.A., een vordering ingesteld tegen een gedaagde die als verplicht verzekerde was aangemeld. De eiseres vorderde betaling van een bedrag van € 293,93, vermeerderd met wettelijke rente en kosten, wegens achterstallige zorgpremies over de periode tot januari 2006. De gedaagde heeft verweer gevoerd en stelde dat hij niets verschuldigd was, omdat hij sinds januari 2006 verzekerd was bij een andere zorgverzekeraar. De eiseres heeft echter aangetoond dat de vordering betrekking had op een periode waarin de gedaagde bij haar verzekerd was en dat de gedaagde in gebreke was gebleven met de betaling van de verschuldigde premies.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde niet voldoende had betwist dat hij verzekerd was bij de eiseres gedurende de relevante periode. De gedaagde deed ook een beroep op persoonlijke omstandigheden, maar de rechtbank oordeelde dat een betalingsregeling niet bij vonnis kon worden opgelegd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gedaagde als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moest worden veroordeeld, maar dat er geen salarispunt voor de dagvaarding kon worden toegekend, omdat de eiseres niet had voldaan aan de vereisten van de artikelen 21 en 85 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de proceskosten vastgesteld. Het vonnis is op 14 februari 2007 in het openbaar uitgesproken.