ECLI:NL:RBALK:2007:BA9545

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
6 juli 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 07/1106
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van beroep in belastingzaak met betrekking tot WOZ-waarde

In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 6 juli 2007 uitspraak gedaan in een belastingrechtelijke kwestie. Eiser, wonende te [woonplaats], heeft beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Langedijk, die gedateerd was op 23 maart 2007. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beroepstermijn, die ingevolge de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zes weken bedraagt, is aangevangen op 24 maart 2007 en geëindigd op 4 mei 2007. Het beroepschrift is echter pas op 10 mei 2007 door de rechtbank ontvangen, met een poststempel van 8 mei 2007. Hierdoor is het beroepschrift niet tijdig ingediend.

De rechtbank heeft vervolgens onderzocht of er redenen waren om de niet-ontvankelijkheid van het beroep te verontschuldigen, zoals bedoeld in artikel 6:11 van de Awb. De rechtbank heeft echter geen feiten of omstandigheden kunnen vaststellen die erop wijzen dat de indiener van het beroepschrift in verzuim is geweest. Gelet op deze overwegingen heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft besloten het onderzoek te sluiten op basis van artikel 8:54, eerste lid, aanhef en onder b, van de Awb, omdat voortzetting van het onderzoek niet nodig was.

De uitspraak is gedaan door mr. M. Kraefft, rechter, in tegenwoordigheid van mr. P. Verweel, griffier. Tegen deze uitspraak kunnen belanghebbenden, waaronder de eisende partij en verweerder, verzet doen bij de rechtbank binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Bestuursrecht
Zaaknummer: 07/1106 WOZ
Uitspraak van de enkelvoudige kamer
in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
tegen
de heffingsambtenaar van de gemeente Langedijk,
verweerder.
Motivering
1. Eiser heeft bij brief, gedateerd 4 mei 2007, beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder gedateerd 23 maart 2007, verzonden op 21 maart 2007.
2. Ingevolge artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bedraagt de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken.
De beroepstermijn vangt ingevolge artikel 26c van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 231 van de Gemeentewet aan met ingang van de dag na die van dagtekening van de uitspraak van de heffingsambtenaar, tenzij de dag van dagtekening is gelegen vóór de dag van bekendmaking.
Ingevolge artikel 6:9, tweede lid, van de Awb is een beroepschrift bij verzending per post tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen.
3. De beroepstermijn is derhalve aangevangen op 24 maart 2007 en geëindigd op 4 mei 2007. De rechtbank heeft het beroepschrift op 10 mei 2007 ontvangen. De datum van het poststempel op de envelop waarin het beroepschrift zat, is 8 mei 2007, zodat de rechtbank moet concluderen dat het beroepschrift op maandag 7 mei 2007 of dinsdag 8 mei 2007 ter post is bezorgd. Het beroepschrift is daarmee niet tijdig ingediend.
4. Ingevolge artikel 6:11 van de Awb blijft niet-ontvankelijkverklaring ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend beroepschrift achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener van het beroepschrift in verzuim is geweest. De rechtbank is niet gebleken van feiten of omstandigheden op grond waarvan moet worden geoordeeld dat de termijnoverschrijding is te verontschuldigen.
5. Gelet op de voorgaande overwegingen is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk. Voortzetting van het onderzoek is derhalve niet nodig, zodat de rechtbank aanleiding ziet om met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, aanhef en onder b, van de Awb het onderzoek te sluiten.
6. De rechtbank merkt nog op dat ze ambtshalve dient te onderzoeken of een beroepschrift tijdig is ingediend. Daarvoor is niet nodig dat verweerder de tijdige ontvangst van het beroepschrift betwist. De rechtbank treedt hiermee dus ook niet buiten de grenzen van het geschil.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan op 6 juli 2007 door mr. M. Kraefft, rechter, in tegenwoordigheid van mr. P. Verweel, griffier.
griffier rechter
Tegen deze uitspraak kunnen belanghebbenden - in elk geval de eisende partij - en verweerder verzet doen bij de rechtbank. Verzet wordt gedaan door binnen zes weken na de datum van verzending van deze uitspraak een brief (verzetschrift) en een kopie van deze uitspraak te zenden aan de rechtbank Alkmaar, sector Bestuursrecht, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar.