ECLI:NL:RBALK:2007:BA7137
Rechtbank Alkmaar
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling bij intrekking verzoek om een voorlopige voorziening
Op 8 mei 2007 heeft de Rechtbank Alkmaar uitspraak gedaan in de zaak tussen de vennootschap onder firma Garagebedrijf [naam firma] V.O.F. en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een beroep tegen een besluit van de gemeente Den Helder, waarbij vrijstelling werd verleend voor de aanpassing van het wegprofiel van de Schoolweg tot een 30-kilometerzone. Verzoekster heeft op 19 maart 2007 beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 24 april 2007 heeft verzoekster haar verzoek om voorlopige voorziening ingetrokken, maar verzocht om een proceskostenveroordeling van verweerder. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld en de relevante wetgeving, met name artikel 8:84 en artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht, in overweging genomen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het bestuursorgaan niet aan de indiener van het verzoekschrift was tegemoetgekomen, omdat de gemachtigde van verweerder had verklaard dat de reconstructie van de Schoolstraat zou worden uitgesteld totdat op het bezwaar van verzoekster was beslist. Hierdoor was de voorzieningenrechter niet bevoegd om het bestuursorgaan in de kosten te veroordelen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen en de uitspraak is definitief, zonder mogelijkheid tot rechtsmiddel.