ECLI:NL:RBALK:2007:BA5282
Rechtbank Alkmaar
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- C.M. van Wechem
- S.L. Toorenburg-Bovenkerk
- Rechtspraak.nl
Vrijstelling voor motorcrossterrein en belanghebbendheid van verzoekers
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Alkmaar op 1 mei 2007 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder. Het college had op 8 februari 2007 vrijstelling verleend op basis van artikel 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) voor de realisatie van een tijdelijk motorcrossterrein nabij een industrieterrein in Den Helder. Verzoekers, die op respectievelijk 670 en 750 meter van het terrein wonen, stelden dat zij belanghebbenden zijn en dat het besluit hen direct raakt.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de verzoekers geen belanghebbenden zijn in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter concludeerde dat de ruimtelijke uitstraling van het motorcrossterrein, gezien de afstand tot de woningen van verzoekers en de aanwezigheid van andere infrastructuur zoals een vliegveld en een spoorweg, geen noemenswaardige invloed heeft op hun woonomgeving. Bovendien werd vastgesteld dat het zicht vanuit de woningen op het motorcrossterrein beperkt is door begroeiing en een aarden wal.
Daarom verklaarde de voorzieningenrechter het beroep van verzoekers niet-ontvankelijk en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. De uitspraak biedt inzicht in de criteria voor belanghebbendheid en de toepassing van vrijstellingen in het bestuursrecht. Tegen deze uitspraak kunnen belanghebbenden, waaronder de eisende partij, hoger beroep instellen, maar tegen de uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening is geen hoger beroep mogelijk.