ECLI:NL:RBALK:2007:BA4843
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van kinderalimentatie en draagkrachtvergelijking tussen ouders na beëindiging van samenwoning
In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 24 januari 2007 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van de vrouw tot vaststelling van een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kind. De vrouw verzocht om een bijdrage van € 250,-- per maand, terwijl de man de behoefte op € 245,-- per maand stelde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de behoefte van het kind moet worden bepaald aan de hand van het netto gezinsinkomen ten tijde van de samenwoning van partijen, waarbij rekening is gehouden met de financiële situatie van beide ouders.
De rechtbank heeft een draagkrachtvergelijking gemaakt tussen de vrouw en de man. De vrouw heeft een draagkrachtruimte van € 503,-- per maand, terwijl de man een draagkrachtruimte van € 180,-- per maand heeft. Gelet op deze berekeningen heeft de rechtbank bepaald dat de man een bijdrage van € 89,-- per maand moet betalen, met terugwerkende kracht vanaf 10 mei 2006, de datum waarop het verzoekschrift is ingediend.
De rechtbank heeft ook overwogen dat de vrouw niet in de proceskosten van de man hoeft te worden veroordeeld, omdat zij het verzoekschrift heeft ingediend om de alimentatiebijdrage vast te stellen, en de man eerder zonder overleg de hoogte van de bijdrage had aangepast. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de man de bijdrage moet betalen, ook als er nog een hoger beroep aanhangig is.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige draagkrachtvergelijking en de noodzaak om de behoefte van het kind vast te stellen op basis van de financiële situatie van beide ouders, vooral in gevallen waar ouders niet in gezinsverband hebben samengewoond.