ECLI:NL:RBALK:2007:BA4732
Rechtbank Alkmaar
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Vernietiging verkeersbesluit uitbreiding voetgangerszone Enkhuizen wegens onevenwichtige belangenafweging
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Alkmaar op 3 mei 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vennootschap onder firma, gevestigd te Enkhuizen, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enkhuizen. De vennootschap, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. B. Liefting-Voogd, heeft bezwaar gemaakt tegen een verkeersbesluit van 22 juni 2006, waarbij delen van de Westerstraat en Zuiderkerkstraat in Enkhuizen zijn afgesloten voor auto’s en bromfietsen en zijn aangewezen als voetgangersgebied. Dit besluit heeft geleid tot de creatie van een laad- en losplaats tegenover het pand van de verzoekster, wat volgens haar de toegang tot haar bedrijf blokkeert.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het verkeersbesluit onvoldoende gemotiveerd is en dat de belangen van de verzoekster niet zorgvuldig zijn afgewogen. De verzoekster heeft aangevoerd dat de laad- en losplaats niet geschikt is voor de bevoorrading van haar bedrijf, omdat grote vrachtwagens er niet kunnen parkeren en de toegang tot haar pand wordt belemmerd. De voorzieningenrechter oordeelt dat de belangen van de verzoekster, die al 50 jaar gebruik maakt van de toegang tot haar pand, niet in redelijkheid kunnen worden genegeerd door het college.
De voorzieningenrechter heeft het beroep van de verzoekster gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het college opgedragen een nieuw besluit te nemen, waarbij de belangen van de verzoekster opnieuw in overweging moeten worden genomen. Tevens is een voorlopige voorziening getroffen, waardoor het verkeersbesluit wordt geschorst. De proceskosten van de verzoekster zijn door de gemeente Enkhuizen vergoed, inclusief het griffierecht. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige belangenafweging bij het nemen van verkeersbesluiten en de noodzaak om de belangen van betrokkenen adequaat te motiveren.