ECLI:NL:RBALK:2007:BA3287

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
12 april 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 05/2876
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bouwvergunning voor stadsplattegrond en reclame-uitingen als straatmeubilair

In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 12 april 2007 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een lichte bouwvergunning voor het plaatsen van een stadsplattegrond met reclame-uitingen aan de [straatnaam] te [woonplaats]. De eisers, wonende te [woonplaats], hebben bezwaar gemaakt tegen de verleende vergunning, die op 2 mei 2005 bekend is gemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bezwaartermijn op 3 mei 2005 is aangevangen en op 13 juni 2005 is geëindigd. Het bezwaarschrift van eisers, gedateerd 12 juni 2005, is te laat ingediend, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is, omdat eisers zich hebben gebaseerd op onjuiste informatie van verweerder over de publicatie van de vergunning.

De rechtbank heeft vervolgens de inhoudelijke bezwaren van eisers tegen de vergunning beoordeeld. De eisers stelden dat de vergunning in strijd was met de verkeersveiligheid en de eisen van welstand, en dat er sprake was van overlast voor omwonenden. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bouwwerk, dat als hoofdfunctie het bieden van informatie ten behoeve van het verkeer heeft, moet worden aangemerkt als straatmeubilair. Dit betekent dat het bouwwerk bouwvergunningvrij is volgens de Woningwet en het Bblb. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder ten onrechte een (lichte) bouwvergunning heeft verleend.

De rechtbank heeft het beroep van eisers gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd, en het bezwaar alsnog gegrond verklaard. De rechtbank heeft het besluit van 2 mei 2005 herroepen en bepaald dat de gemeente Texel het betaalde griffierecht aan eisers moet vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr.drs. C.M. van Wechem, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J.T.M. de Haan-Bergisch, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Bestuursrecht
Zaaknummer: 05/2876 WW44
Uitspraak van de enkelvoudige kamer
in de zaak van:
[eisers] e.a.,
wonende te [woonplaats],
eisers,
tegen
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Texel,
verweerder.
Ontstaan en loop van de zaak
Bij besluit van 2 mei 2005 is aan Texelse Media (hierna: vergunninghouder) een lichte bouwvergunning verleend voor het plaatsen van een stadsplattegrond aan de [straatnaam] te [woonplaats].
Bij schrijven van 12 juni 2006 hebben eisers bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Op 31 augustus 2005 zijn eisers door verweerder over hun bezwaren gehoord. Bij besluit op bezwaar van 7 oktober 2005 heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard.
Tegen dit besluit hebben eisers bij brief van 15 november 2005 beroep ingesteld.
Uit het ontbreken van een reactie van vergunninghouder leidt de rechtbank af dat hij niet als partij van rechtswege wil deelnemen aan de procedure.
Vervolgens is op 19 december 2006 het beroep ter zitting behandeld. Namens eisers is [eisers] in persoon verschenen. Voor verweerder is verschenen mr. M. Oosterdijk.
Met toepassing van het bepaalde in artikel 8:66, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), heeft de rechtbank de termijn voor het doen van uitspraak met zes weken verlengd.
Motivering
De ontvankelijkheid
Met betrekking tot de ontvankelijkheid van het bezwaar overweegt de rechtbank ambtshalve het volgende.
Vast staat dat de bouwvergunning op 2 mei 2005 door toezending aan de aanvrager op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. Dit betekent dat de bezwaartermijn is aangevangen op 3 mei 2005 en is geëindigd op 13 juni 2005. Het bezwaarschrift van eisers, gedateerd 12 juni 2005, is op 14 juni 2005 door eisers afgegeven bij de receptie van het gemeentehuis en daarmee is 14 juni 2005 de datum van ontvangst bij verweerder. Gelet hierop heeft verweerder naar het oordeel van de rechtbank met juistheid vastgesteld dat het bezwaar te laat is ingediend. Nadat eisers hebben verklaard dat zij zijn afgegaan op de brief van verweerder van 12 mei 2005 waarin is vermeld dat de verleende vergunning voor de plaatsing van het infopaneel aan de [straatnaam]/[straatnaam] op 4 mei 2005 zal worden gepubliceerd in de Texelse Courant en dat de einddatum van de termijn van 6 weken waarin bezwaar kan worden gemaakt 15 juni 2005 is, heeft verweerder de termijnoverschrijding verschoonbaar geacht. Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (zie onder meer de uitspraak van 5 februari 2003, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl nr. AF3954) heeft in het geval een bestuursorgaan onjuiste rechtsmiddelenvoorlichting verschaft als uitgangspunt te gelden dat een termijnoverschrijding op grond van artikel 6:11 van de Awb verschoonbaar is. De rechtbank ziet gelet op dit uitgangspunt in de hiervoor omschreven omstandigheden aanleiding de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten en onderschrijft daarom het standpunt van verweerder dat eisers in hun bezwaar kunnen worden ontvangen.
Wettelijke kader
De rechtbank moet in deze zaak beoordelen of verweerder op goede gronden de bezwaren van eisers tegen de verleende bouwvergunning ongegrond heeft verklaard. Daarbij is de volgende regelgeving met name van belang.
Ingevolge artikel 1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Woningwet wordt onder bouwen verstaan het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats.
Ingevolge artikel 40, eerste lid, van de Woningwet is het verboden te bouwen zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders (bouwvergunning).
Ingevolge artikel 43, eerste lid, aanhef en onder c, van de Woningwet is in afwijking van art. 40, eerste lid, geen bouwvergunning vereist voor het bouwen dat bij algemene maatregel van bestuur is aangemerkt als van beperkte betekenis, waarbij tevens voorschriften kunnen worden gegeven omtrent het gebruik van het bouwwerk of de standplaats.
Ingevolge artikel 3, derde lid, aanhef en onder d, van het Bblb, voor zover hier van belang, wordt het bouwen van straatmeubiliair als bouwen van beperkte betekenis als bedoeld in art. 43, eerste lid, onderdeel c, van de wet aangemerkt.
Standpunten partijen
Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat de stadsplattegrond met lichtreclame voldoet aan de redelijke eisen van welstand, zoals die in de Welstandsnota van de gemeente Texel zijn geformuleerd.
Eisers hebben in beroep aangevoerd dat verweerder de vergunning heeft verleend in strijd met de verkeersveiligheid en de eisen van welstand. Ook is er grote (licht)overlast voor de omwonenden, hetgeen strijd met de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) en de Nota lichtreclame van de gemeente Texel oplevert. Voorts heeft verweerder het afgesproken maximum aantal stadsplattegronden verder overschreden.
Oordeel rechtbank
Vaststaat dat het plaatsen van de onderhavige stadsplattegrond met lichtreclame moet worden aangemerkt als bouwen in de zin van artikel 1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Woningwet.
Partijen zijn er van uitgegaan dat voor het plaatsen van het in geding zijnde van verlichting voorziene bouwwerk, waarvan de ene zijde is bestemd voor een stadsplattegrond en de andere zijde voor reclame-uitingen, een lichte bouwvergunning is vereist. De rechtbank stelt mede gelet op de situering vast dat dit bouwwwerk als hoofdfunctie het bieden van informatie ten behoeve van het verkeer heeft. De beperkte afmeting (ongeveer 1.90 m hoog en ongeveer 1.35 m breed) in aanmerking genomen dient het bouwwerk naar het oordeel van de rechtbank dan als straatmeubilair te worden aangemerkt. Dit betekent dat het hier om een bouwvergunningsvrij bouwwerk in de zin van het Bblb gaat en verweerder naar het oordeel van de rechtbank ten onrechte een (lichte) bouwvergunning heeft verleend. Aan een bespreking van de door eisers aangevoerde gronden komt de rechtbank dan niet meer toe.
Het beroep wordt gegrond verklaard en het bestreden besluit komt in aanmerking voor vernietiging wegens strijd met artikel 43, eerste lid, aanhef en onder c, van de Woningwet in samenhang met artikel 3, derde lid, aanhef en onder d, van het Bblb. De rechtbank ziet voorts aanleiding onder toepassing van het vierde lid van artikel 8:72 van de Awb het bezwaar alsnog gegrond te verklaren en het besluit van 2 mei 2005 te herroepen.
Aangezien niet is gebleken dat eisers daarvoor in aanmerking komende kosten hebben gemaakt, is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Wel moet verweerder het betaalde griffierecht aan eisers vergoeden.
Beslissing
De rechtbank
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- verklaart het bezwaar gegrond;
- herroept het besluit van 2 mei 2005;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
- bepaalt dat de gemeente Texel aan eisers het griffierecht ten bedrage van € 138,00 vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan op 12 april 2007 door mr.drs. C.M. van Wechem, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J.T.M. de Haan-Bergisch, griffier.
griffier rechter
Tegen deze uitspraak kunnen belanghebbenden - in elk geval de eisende partij - en verweerder hoger beroep instellen. Hoger beroep wordt ingesteld door binnen zes weken na de datum van verzending van deze uitspraak een brief (beroepschrift) en een kopie van deze uitspraak te zenden aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.