ECLI:NL:RBALK:2006:AZ2350

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
14 november 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
14/810555-05
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor seksueel misbruik van minderjarigen met tbs en gevangenisstraf

In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 14 november 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een man die zich schuldig heeft gemaakt aan langdurig seksueel misbruik van vier minderjarige meisjes, variërend in leeftijd van 11 tot 17 jaar. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar, aangevuld met de maatregel van terbeschikkingstelling (tbs) met dwangverpleging. De feiten strekken zich uit over een periode van bijna tien jaar, waarin de verdachte zijn slachtoffers op grove wijze heeft misbruikt, gebruikmakend van zijn positie van vertrouwen en manipulatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte door zijn dwingende gedrag zijn slachtoffers in een kwetsbare positie heeft gemanoeuvreerd, waardoor zij zich niet konden onttrekken aan zijn grensoverschrijdende handelingen. De rechtbank heeft in haar overwegingen ook de psychische schade die de slachtoffers hebben opgelopen meegewogen, evenals de ernst van de gepleegde feiten. De verdachte is door de rechtbank als verminderd toerekeningsvatbaar beoordeeld, maar de ernst van de feiten en de kans op herhaling hebben geleid tot de beslissing om tbs op te leggen. De rechtbank heeft daarnaast de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot het betalen van schadevergoedingen aan de slachtoffers. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen als eenvoudig genoeg beoordeeld om in deze strafzaak te worden behandeld, en heeft de verdachte ook veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Parketnummer : 14/810555-05
Datum uitspraak : 14 november 2006
TEGENSPRAAK
VERKORT VONNIS van de rechtbank Alkmaar, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak van het
OPENBAAR MINISTERIE
tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967,
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichtingen Noord Holland Noord – Huis van Bewaring “Zwaag” te Zwaag.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 31 oktober 2006.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, die ertoe strekt dat de rechtbank
- het onder 1., 2. primair, 3. primair, 4. primair, 5. primair en 6. primair tenlastegelegde bewezen zal verklaren en aan verdachte zal opleggen – kort gezegd – een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, alsmede de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging;
- de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] zal toewijzen als verzocht en hieraan telkens zal verbinden de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank heeft voorts kennis genomen van hetgeen naar voren is gebracht door de raadsman van verdachte, mr. J.C. de Goeij, advocaat te Alkmaar, die heeft verklaard uitdrukkelijk door de verdachte te zijn gemachtigd hem ter terechtzitting te verdedigen.
1. TENLASTELEGGING
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 01 mei 2004 tot en met 12 augustus 2005 te Heerhugowaard, (telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 1] ([geboortedatum slachtoffer 1]) (telkens) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het betasten en/of vastpakken van de penis van verdachte en/of het zoenen en/of likken van de borsten van die [slachtoffer 1] en
bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) hieruit:
- dat verdachte, gelet op zijn leeftijd, als 20-jaar oudere man een natuurlijk overwicht had op die [slachtoffer 1] en/of
- dat verdachte die [slachtoffer 1] heeft verteld dat hij aan (vreselijke) hoofdpijnen leed en dat sex hem daarbij kon helpen en/of
- dat verdachte die [slachtoffer 1] op dwingende wijze aanwijzingen heeft gegeven over de te plegen ontuchtige handelingen en/of
- dat verdachte door zijn dominante uitstraling en/of gedrag een dermate dreigende situatie heeft gecreëerd (waaraan die [slachtoffer 1] zich niet kon onttrekken) dat de vrees van die genoemde [slachtoffer 1] voor geweld gerechtvaardigd was en/of (aldus) voor die genoemde [slachtoffer 1] een dreigende situatie heeft doen ontstaan;
2.
hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 01 januari 2002 tot en met 01 april 2005 te Heerhugowaard, (telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 2] (zijn nichtje, [geboortedatum slachtoffer 2]) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het doen en/of het laten vastpakken van zijn, verdachtes, ontblote en/of stijve geslachtsdeel en/of het zich laten
aftrekken door die [slachtoffer 2] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) hieruit:
- dat verdachte, gelet op zijn leeftijd, als 22-jaar oudere man en/of gelet op het feit dat hij de oom is van die [slachtoffer 2] een natuurlijk overwicht had op die [slachtoffer 2] en/of
- dat verdachte die [slachtoffer 2] heeft verteld dat hij aan (vreselijke) hoofdpijnen leed en dat het aftrekken hem daarbij kon helpen en/of
- dat verdachte die [slachtoffer 2] op dwingende wijze aanwijzingen heeft gegeven over de te plegen ontuchtige handelingen en/of
- dat verdachte door zijn dominante uitstraling en/of gedrag een dermate dreigende situatie heeft gecreëerd (waaraan die [slachtoffer 2] zich niet kon onttrekken) dat de vrees van die genoemde [slachtoffer 2] voor geweld gerechtvaardigd was en/of (aldus) voor die genoemde [slachtoffer 2] een dreigende situatie heeft doen ontstaan;
subsidiair, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 01 januari 2002 tot en met 01 april 2005 te Heerhugowaard, (telkens) met [slachtoffer 2] (zijn nichtje, [geboortedatum slachtoffer 2]), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande (telkens) uit het doen en/of het laten vastpakken van zijn, verdachtes, ontblote en/of stijve geslachtsdeel en/of het zich laten aftrekken door die [slachtoffer 2];
3.
hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 01 januari 1996 tot en met 31 december 2001 te Heerhugowaard (telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 3] (zijn nichtje, [geboortedatum slachtoffer 3]) (telkens) heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die die [slachtoffer 3], hebbende verdachte zich bij zijn ontblote en/of stijve penis laten vastpakken en/of zich laten aftrekken door die [slachtoffer 3] en/of zijn (stijve) penis in de mond van die [salchtoffer 3] gebracht en/of zich laten pijpen door die [slachtoffer 3] en/of zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 3] gestoken en/of gebracht en/of de vagina van die [slachtoffer 3] gelikt en/of zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 3]
gestoken en/of gebracht en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) hieruit:
- dat verdachte, gelet op zijn leeftijd, als bijna 20-jaar oudere man en/of gelet op het feit dat hij de oom is van die [slachtoffer 3] een natuurlijk overwicht had op die [slachtoffer 3] en/of
- dat verdachte die [slachtoffer 3] heeft verteld dat hij aan (vreselijke) hoofdpijnen leed en dat de sexuele handelingen hem daarbij kon helpen en/of
- dat verdachte die [slachtoffer 3] op dwingende wijze aanwijzingen heeft gegeven over de te plegen ontuchtige handelingen en/of
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 3] heeft gezegd dat het niet verstandig was te vertellen over de sexuele handelingen omdat hij, verdachte, dan in de gevangenis zou komen en die [slachtoffer 3] dat toch niet zou willen, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- dat verdachte door zijn dominante uitstraling en/of gedrag een dermate dreigende situatie heeft gecreëerd (waaraan die [slachtoffer 3] zich niet kon onttrekken) dat de vrees van die genoemde [slachtoffer 3] voor geweld gerechtvaardigd was en/of (aldus) voor die genoemde [slachtoffer 3] een dreigende situatie heeft doen ontstaan;
subsidiair, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstipppen gelegen in of omstreeks de periode van 01 januari 1996 tot en met 31 december 2001 te Heerhugowaard, met [slachtoffer 3] (zijn nichtje, [geboortedatum slachtoffer 3]), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, (telkens) buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die (telkens) bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3], hebbende verdachte zich bij zijn ontblote en/of stijve penis laten vastpakken en/of zich laten aftrekken door die [slachtoffer 3] en/of zijn (stijve) penis in de mond van die [slachtoffer 3] gebracht en/of zich laten pijpen door die [slachtoffer 3] en/of zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 3] gestoken en/of gebracht en/of de vagina van die [slachtoffer 3] gelikt en/of zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 3] gestoken en/of gebracht;
4.
hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 01 januari 1996 tot en met 31 december 2001 te Heerhugowaard, (telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 3] (zijn nichtje, [geboortedatum slachtoffer 3]) (telkens) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het zich bij zijn ontblote en/of stijve penis laten vastpakken en/of het zich laten aftrekken door die
[slachtoffer 3] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) hieruit:
- dat verdachte, gelet op zijn leeftijd, als bijna 20-jaar oudere man en/of gelet op het feit dat hij de oom is van die [slachtoffer 3] een natuurlijk overwicht had op die [slachtoffer 3] en/of
- dat verdachte die [slachtoffer 3] heeft verteld dat hij aan (vreselijke) hoofdpijnen leed en dat de sexuele handelingen hem daarbij kon helpen en/of
- dat verdachte die [slachtoffer 3] op dwingende wijze aanwijzingen heeft gegeven over de te plegen ontuchtige handelingen en/of
- dat verdachte teegn die [slachtoffer 3] heeft gezegd dat het niet verstandig was te vertellen over de sexuele handelingen omdat hij, verdachte, dan in de gevangenis zou komen en die [slachtoffer 3] dat toch niet zou willen, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- dat verdachte door zijn dominante uitstraling en/of gedrag een dermate dreigende situatie heeft gecreëerd (waaraan die [slachtoffer 3] zich niet kon onttrekken) dat de vrees van die genoemde [slachtoffer 3] voor geweld gerechtvaardigd was en/of (aldus) voor die genoemde [slachtoffer 3] een dreigende situatie heeft doen ontstaan;
subsidiair, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 01 januari 1996 tot en met 31 december 2001 te Heerhugowaard, (telkens) met [slachtoffer 3] (zijn nichtje, [geboortedatum slachtoffer 3]), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het zich bij zijn ontblote en/of stijve penis laten vastpakken en/of het zich laten aftrekken door die [slachtoffer 3]
5.
hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 01 januari 1996 tot en met 01 januari 1999 te Heerhugowaard (telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 4] ([geboortedatum slachtoffer 4]) (telkens) heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 4], hebbende verdachte zich bij zijn stijve en ontblote penis laten vastpakken en/of laten strelen door die [slachtoffer 4] en/of zich laten aftrekken door die [slachtoffer 4] en/of de borsten van die [slachtoffer 4] gestreeld en/of zijn penis in de mond van die [slachtoffer 4] gestoken en/of gebracht en/of zich laten pijpen door die [slachtoffer 4] en/of zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer 4] gestoken en/of gebracht en/of
de vagina van die [slachtoffer 4] gelikt en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) hierin dat verdachte:
- dat verdachte, gelet op zijn leeftijd, als bijna 20-jaar oudere man een natuurlijk overwicht had op die [slachtoffer 4] en/of
- dat verdachte die [slachtoffer 4] heeft verteld dat hij aan (vreselijke) hoofdpijnen leed en dat de sexuele handelingen hem daarbij kon helpen en/of
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 4] heeft gezegd dat ze er met niemand over mocht praten en/of
- dat verdachte die [slachtoffer 4] op dwingende wijze aanwijzingen heeft gegeven over de te plegen ontuchtige handelingen en/of
- dat verdachte door zijn dominante uitstraling en/of gedrag een dermate dreigende situatie heeft gecreëerd (waaraan die [slachtoffer 4] zich niet kon onttrekken) dat de vrees van die genoemde [slachtoffer 4] voor geweld gerechtvaardigd was en/of (aldus) voor die genoemde [slachtoffer 4] een dreigende situatie heeft doen ontstaan;
subsidiair, indien het vorenstaande onder 5 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 01 januari 1996 tot en met 01 januari 1999 te Heerhugowaard, (telkens) met [slachtoffer 4] ([geboortedatum slachtoffer 4]), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, (telkens) buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 4], hebbende verdachte (telkens) zich bij zijn stijve en ontblote penis laten vastpakken en/of laten strelen door die [slachtoffer 4] en/of zich laten aftrekken door die [slachtoffer 4] en/of de borsten van die [slachtoffer 4] gestreeld en/of zijn penis in de mond van die [slachtoffer 4] gestoken en/of gebracht en/of zich laten pijpen door die [slachtoffer 4] en/of zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer 4] gestoken en/of gebracht en/of de vagina van die [slachtoffer 4] gelikt;
6.
hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 01 januari 1996 tot en met 01 januari 1999 te Heerhugowaard, (telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 4] ([geboortedatum slachtoffer 4]) (telkens) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande (telkens) uit zich bij zijn stijve en ontblote penis laten vastpakken en/of laten strelen door die [slachtoffer 4] en/of zich laten aftrekken door die [slachtoffer 4] en/of het strelen van de borsten van die [slachtoffer 4] en/of het likken van de vagina van die [slachtoffer 4] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) hieruit:
- dat verdachte, gelet op zijn leeftijd, als bijna 20-jaar oudere man een natuurlijk overwicht had op die [slachtoffer 4] en/of
- dat verdachte die [slachtoffer 4] heeft verteld dat hij aan (vreselijke) hoofdpijnen leed en dat de sexuele handelingen hem daarbij kon helpen en/of
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 4] heeft gezegd dat ze er met niemand over mocht praten en/of
- dat verdachte die [slachtoffer 4] op dwingende wijze aanwijzingen heeft gegeven over de te plegen ontuchtige handelingen en/of
- dat verdachte door zijn dominante uitstraling en/of gedrag een dermate dreigende situatie heeft gecreëerd (waaraan die [slachtoffer 4] zich niet kon onttrekken) dat de vrees van die genoemde [slachtoffer 4] voor geweld gerechtvaardigd was en/of (aldus) voor die genoemde [slachtoffer 4] een dreigende situatie heeft doen ontstaan;
subsidiair, indien het vorenstaande onder 6 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 01 januari 1996 tot en met 01 januari 1999 te Heerhugowaard, (telkens) met [slachtoffer 4] ([geboortedatum slachtoffer 4]), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het zich bij zijn stijve en ontblote penis laten vastpakken en/of laten strelen door die [slachtoffer 4] en/of zich laten aftrekken door die [slachtoffer 4] en/of het strelen van de borsten van die [slachtoffer 4] en/of het likken van de vagina van die [slachtoffer 4]
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zullen deze worden verbeterd. De verdachte is hierdoor niet geschaad in de verdediging.
2. BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1., 2. primair, 3. primair, 4. primair, 5. primair en 6. primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat
1.
hij op tijdstippen gelegen in de periode van 01 mei 2004 tot en met 12 augustus 2005 te Heerhugowaard door feitelijkheden [slachtoffer 1] ([geboortedatum slachtoffer 1]) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het betasten en/of vastpakken van de penis van verdachte en/of het zoenen en/of likken van de borsten van die [slachtoffer 1] en bestaande die feitelijkheden hieruit:
- dat verdachte, gelet op zijn leeftijd als 20-jaar oudere man, een natuurlijk overwicht had op die [slachtoffer 1] en
- dat verdachte die [slachtoffer 1] heeft verteld dat hij aan vreselijke hoofdpijnen leed en dat seks hem daarbij kon helpen en
- dat verdachte die [slachtoffer 1] op dwingende wijze aanwijzingen heeft gegeven over de te plegen ontuchtige handelingen en
- dat verdachte door zijn dominante uitstraling en gedrag een dreigende situatie heeft gecreëerd, waaraan die [slachtoffer 1] zich niet kon onttrekken;
2. primair
hij op tijdstippen gelegen de periode van 01 januari 2002 tot en met 01 april 2005 te Heerhugowaard door feitelijkheden [slachtoffer 2] (zijn nichtje, [geboortedatum slachtoffer 2]) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het doen en/of het laten vastpakken van zijn, verdachtes, ontblote en/of stijve geslachtsdeel en/of het zich laten aftrekken door die [slachtoffer 2] en bestaande die feitelijkheden hieruit:
- dat verdachte, gelet op zijn leeftijd als 22-jaar oudere man en gelet op het feit dat hij de oom is van die [slachtoffer 2] een natuurlijk overwicht had op die [slachtoffer 2] en
- dat verdachte die [slachtoffer 2] heeft verteld dat hij aan vreselijke hoofdpijnen leed en dat het aftrekken hem daarbij kon helpen en
- dat verdachte die [slachtoffer 2] op dwingende wijze aanwijzingen heeft gegeven over de te plegen ontuchtige handelingen en
- dat verdachte door zijn dominante uitstraling en gedrag een dreigende situatie heeft gecreëerd, waaraan die [slachtoffer 2] zich niet kon onttrekken;
3. primair
hij op tijdstippen gelegen in de periode van 01 januari 2000 tot en met 31 december 2001 te Heerhugowaard door feitelijkheden en/of bedreiging met feitelijkheden [slachtoffer 3] (zijn nichtje, [geboortedatum slachtoffer 3]) heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3], hebbende verdachte zich bij zijn ontblote en/of stijve penis laten vastpakken en/of zich laten aftrekken door die [slachtoffer 3] en/of zijn stijve penis in de mond van die [slachtoffer 3] gebracht en/of zich laten pijpen door die [slachtoffer 3] en/of zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer 3] gestoken en/of gebracht en/of de vagina van die [slachtoffer 3] gelikt en/of zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 3] gestoken en/of gebracht en bestaande die feitelijkheden en die bedreiging met feitelijkheden hieruit:
- dat verdachte, gelet op zijn leeftijd als bijna 20-jaar oudere man en gelet op het feit dat hij de oom is van die [slachtoffer 3], een natuurlijk overwicht had op die [slachtoffer 3] en
- dat verdachte die [slachtoffer 3] heeft verteld dat hij aan vreselijke hoofdpijnen leed en dat de seksuele handelingen hem daarbij kon helpen en
- dat verdachte die [slachtoffer 3] op dwingende wijze aanwijzingen heeft gegeven over de te plegen ontuchtige handelingen en
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 3] heeft gezegd dat het niet verstandig was te vertellen over de seksuele handelingen omdat hij, verdachte, dan in de gevangenis zou komen en die [slachtoffer 3] dat toch niet zou willen en
- dat verdachte door zijn dominante uitstraling en gedrag een dreigende situatie heeft gecreëerd, waaraan die [slachtoffer 3] zich niet kon onttrekken.
4. primair
hij op tijdstippen gelegen in de periode van 01 januari 1996 tot en met 31 december 1999 te Heerhugowaard door feitelijkheden en/of bedreiging met feitelijkheden [slachtoffer 3] (zijn nichtje, [geboortedatum slachtoffer 3]) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het zich bij zijn ontblote en/of stijve penis laten vastpakken en/of het zich laten aftrekken door die [slachtoffer 3] en bestaande die feitelijkheden en/of die bedreiging met feitelijkheden hieruit:
- dat verdachte, gelet op zijn leeftijd als bijna 20-jaar oudere man en gelet op het feit dat hij de oom is van die [slachtoffer 3], een natuurlijk overwicht had op die [slachtoffer 3] en
- dat verdachte die [slachtoffer 3] heeft verteld dat hij aan vreselijke hoofdpijnen leed en dat de seksuele handelingen hem daarbij kon helpen en
- dat verdachte die [slachtoffer 3] op dwingende wijze aanwijzingen heeft gegeven over de te plegen ontuchtige handelingen en
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 3] heeft gezegd dat het niet verstandig was te vertellen over de seksuele handelingen omdat hij, verdachte, dan in de gevangenis zou komen en die [slachtoffer 3] dat toch niet zou willen en
- dat verdachte door zijn dominante uitstraling en gedrag een dreigende situatie heeft gecreëerd, waaraan die [slachtoffer 3] zich niet kon onttrekken;
5. primair
hij op tijdstippen gelegen in periode van 01 januari 1996 tot en met 01 januari 1999 te Heerhugowaard door feitelijkheden en/of bedreiging met feitelijkheden [slachtoffer 4] ([geboortedatum slachtoffer 4]) heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 4], hebbende verdachte zich bij zijn stijve en/of ontblote penis laten vastpakken en/of laten strelen door die [slachtoffer 4] en/of zich laten aftrekken door die [slachtoffer 4] en/of de borsten van die [slachtoffer 4] gestreeld en/of zijn penis in de mond van die [slachtoffer 4] gestoken en/of gebracht en/of zich laten pijpen door die [slachtoffer 4] en/of zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer 4] gestoken en/of gebracht en/of de vagina van die [slachtoffer 4] gelikt en bestaande dat die feitelijkheden en/of die bedreiging met feitelijkheden hierin:
- dat verdachte, gelet op zijn leeftijd als bijna 20-jaar oudere man, een natuurlijk overwicht had op die [slachtoffer 4] en
- dat verdachte die [slachtoffer 4] heeft verteld dat hij aan vreselijke hoofdpijnen leed en dat de seksuele handelingen hem daarbij kon helpen en
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 4] heeft gezegd dat ze er met niemand over mocht praten en
- dat verdachte die [slachtoffer 4] op dwingende wijze aanwijzingen heeft gegeven over de te plegen ontuchtige handelingen en
- dat verdachte door zijn dominante uitstraling en gedrag een dreigende situatie heeft gecreëerd, waaraan die [slachtoffer 4] zich niet kon onttrekken;
6. primair
hij op tijdstippen gelegen in de periode van 01 januari 1996 tot en met 01 januari 1999 te Heerhugowaard, door feitelijkheden en/of bedreiging met feitelijkheden [slachtoffer 4] ([geboortedatum slachtoffer 4]) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het zich bij zijn stijve en ontblote penis laten vastpakken en/of laten strelen door die [slachtoffer 4] en/of zich laten aftrekken door die [slachtoffer 4] en/of het strelen van de borsten van die [slachtoffer 4] en/of het likken van de vagina van die [slachtoffer 4] en bestaande die feitelijkheden en/of die bedreiging met feitelijkheden hieruit:
- dat verdachte, gelet op zijn leeftijd als bijna 20-jaar oudere man, een natuurlijk overwicht had op die [slachtoffer 4] en
- dat verdachte die [slachtoffer 4] heeft verteld dat hij aan vreselijke hoofdpijnen leed en dat de seksuele handelingen hem daarbij kon helpen en
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 4] heeft gezegd dat ze er met niemand over mocht praten en
- dat verdachte die [slachtoffer 4] op dwingende wijze aanwijzingen heeft gegeven over de te plegen ontuchtige handelingen en
- dat verdachte door zijn dominante uitstraling en gedrag een dreigende situatie heeft gecreëerd, waaraan die [slachtoffer 4] zich niet kon onttrekken.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
3. BEWIJS
De rechtbank grondt de beslissing dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
De bewijsmiddelen worden slechts gebruikt ten aanzien van het feit waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
4. STRAFBAARHEID VAN HET BEWEZEN VERKLAARDE
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1., 2. primair, 4. primair en 6. primair telkens:
Feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van feit 3. primair en 5. primair telkens:
Verkrachting, meermalen gepleegd.
5. STRAFBAARHEID VAN DE VERDACHTE
De psychiater mw. I. Matthaei en de psycholoog F.C.P. Zuidhof, alsmede de psychiater mw. L.H.W.M. Kaiser en de psycholoog P.E. Geurkink hebben onderzoek gedaan omtrent de persoon en de geestvermogens van verdachte. De inhoud van de naar aanleiding van deze onderzoeken door de deskundigen opgestelde rapporten geeft de rechtbank geen aanleiding tot niet-strafbaarheid van de verdachte te concluderen.
Ook overigens is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.
6. MOTIVERING VAN DE STRAF EN DE MAATREGEL
De rechtbank heeft de op te leggen straf en maatregel bepaald op grond van de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon van de verdachte.
De rechtbank heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen:
Verdachte heeft zich in een periode die zich over bijna tien jaar uitstrekt schuldig gemaakt aan verregaand seksueel misbruik van een viertal meisjes uit zijn omgeving, in leeftijd variërend van 11 tot 17 jaar. Verdachte wist door zijn dwingende en manipulatieve optreden zijn slachtoffers in een positie te manoeuvreren waarin deze geen kans meer zagen zich te onttrekken aan zijn grensoverschrijdende gedrag. Op deze wijze heeft verdachte op grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van deze meisjes en ernstig misbruik gemaakt van het vertrouwen dat zij in hem stelden. Verdachte heeft alleen bevrediging gezocht voor zijn eigen seksuele verlangens en is daarbij volledig voorbij gegaan aan de psychische schade die hierdoor aan de slachtoffers kon worden toegebracht. De slachtoffers hebben in de toelichting op hun vorderingen als benadeelde partij op indringende wijze naar voren gebracht hoe diep het misbruik in hun leven heeft ingegrepen en hoezeer zij nog steeds door de psychische en emotionele gevolgen daarvan in hun dagelijks functioneren worden gehinderd. Het is algemeen bekend dat het te boven komen van dergelijke problemen vaak een moeizaam en langdurig proces is. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 3 november 2005, waaruit blijkt dat de verdachte eerder terzake van vernieling is veroordeeld, doch niet terzake van enig zedendelict.
- het over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport gedateerd 21 maart 2006 van M. Ruiter, als reclasseringswerker verbonden aan Reclassering Nederland, regio Alkmaar-Haarlem.
- het over de verdachte uitgebrachte psychiatrisch rapport, gedateerd 1 maart 2006, van mw. I. Matthaei.
- het over de verdachte uitgebrachte psychologisch rapport, gedateerd 20 februari 2006, van F.C.P. Zuidhof.
- het naar aanleiding van observatie en onderzoek in het Pieter Baan Centrum, Psychiatrische Observatiekliniek te Utrecht (PBC) over de verdachte uitgebrachte multidisciplinair rapport, gedateerd 22 september 2006, opgemaakt door mw. L.H.W.M. Kaiser, psychiater en vast gerechtelijk deskundige en P.E. Geurkink, psycholoog en eveneens vast gerechtelijk deskundige, in samenwerking met de overige leden van het onderzoekend team van het PBC.
Genoemd rapport van het Pieter Baan Centrum houdt als conclusie onder meer het volgende in – zakelijk weergegeven:
Wij zijn van mening dat onderzochte ten tijde van het plegen van de hem ten laste gelegde feiten weliswaar de ongeoorloofdheid hiervan heeft kunnen inzien, doch in mindere mate dan de gemiddeld normale mens in staat is geweest zijn wil in vrijheid – overeenkomstig een dergelijk besef – te bepalen. Ondergetekenden concluderen dat onderzochte ten tijde van het plegen van de hem ten laste gelegde feiten lijdende was aan een zodanig ziekelijke stoornis en gebrekkige ontwikkeling zijner geestvermogens, dat deze feiten – indien bewezen – hem slechts in verminderde mate kunnen worden toegerekend.
Betrokkene is een 39-jarige man, lijdende aan een ongedifferentieerde somatoforme stoornis zich uitend in zijn manier van omgaan met hoofdpijn die hij al vanaf zijn jeugd heeft, zeker vanaf zijn 7e jaar. De hoofddiagnose is een persoonlijkheidsstoornis met afhankelijke en narcistische trekken. De hoofdpijnklachten en de somatisatie hebben ertoe geleid dat bij betrokkene geen sprake is van een normaal uitgerijpte persoonlijkheid. Het trauma van het tweelingbroertje dat verdronken is speelt waarschijnlijk ook een rol in de gezinsinteracties en daarmee in de ontwikkeling van betrokkene. Hij is op een dwingende wijze afhankelijk met een symbiotische wijze van contact aangaan en met narcistische trekken. Toenemend heeft hij zich teruggetrokken tot thuis en manifesteerde zich de symbiotische neiging. Hij heeft zich kunnen handhaven terwijl anderen hem bescherming gaven terwijl hij bescherming eiste door te appelleren op hun geweten. Hij heeft zich zijn leven lang geïdentificeerd met een persoon die leed, en waar anderen zich naar richtten. Het was een jarenlang patroon waarin hij de omgeving ondergeschikt maakte aan zijn afhankelijke gedragspatroon. Daarbij zocht hij bewondering als een vorm van kinderlijke zelfbevestiging. Problemen kwamen er toen hij seksuele wensen kreeg en hij daar niet op volwassen wijze mee om kon gaan. Hij liet zich ook daarin op zijn afhankelijke wijze verzorgen. Uiteindelijk is hij niet in staat gebleken om op aanvaardbare wijze bevrediging te zoeken van zijn seksuele lusten. Hij had kinderen om zich heen en die bewonderden hem. Zij vervulden zijn narcistische behoeften en dat raakte bij hem verweven met zijn seksuele behoeften. Hij was niet in staat tot een volwassen relatie met een vrouw en een volwassen seksuele relatie vanuit zijn onrijpe persoonlijkheid en de narcistische stoornis. Hij was onvoldoende in staat als gevolg van zijn persoonlijkheidsproblematiek om de grenzen te bewaken naar die kinderen toe waaruit het tenlastegelegde te verklaren is. Er ontwikkelde zich een parafilie met kenmerken van een pedofilie, niet-exclusieve type. Hij is niet primair seksueel gericht op kinderen maar richt zich vooral tot degenen uit zijn omgeving die hem bewonderen en waar hij gezag over uitstraalt.
Gelet op de ernst van de stoornis, met name zijn persoonlijkheidsstoornis en de seksuele stoornis, wordt de kans op herhaling als groot ingeschat. Betrokkene heeft nog steeds geen alternatieven voor het omgaan met zijn seksuele behoeften. Als tweede is belastend dat hij voelt dat zijn leven toenemend vastloopt: zijn hoofdpijnklachten nemen toe, hij zal steeds minder kunnen, voorspelt hij, en zal toenemend gebonden zijn aan huis. Hij is erg bang dat zijn moeder hem zal ontvallen waardoor hij hulpeloos achterblijft.
Gezien de houding van betrokkene ten opzichte van behandeling, zoals eerder omschreven, is een behandeling in een voorwaardelijk behandelkader niet uitvoerbaar. De ernst van de stoornis, de kans op herhaling, het gebrek aan ziektebesef bij betrokkene en zijn onvermogen maken, dat hij een langer durende klinische behandeling nodig heeft binnen een bindend kader. Wij adviseren Uw College derhalve aan betrokkene, indien het tenlastegelegde bewezen wordt geacht, een terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege op te leggen zodat hij een behandeling in een tbs-kliniek kan ondergaan.
Betrokkene geeft aan dat hij niet zal meewerken aan een dergelijke behandeling. In de behandeling zal aandacht moeten zijn voor zijn afhankelijkheidsbehoefte en zijn behoefte aan bevestiging. Van daaruit kan dan een op zijn persoonlijkheidsstoornis en seksualiteit gerichte behandeling geboden worden.
De rechtbank is op grond van dit rapport van oordeel dat de bewezen verklaarde feiten de verdachte slechts in verminderde mate kunnen worden toegerekend.
De deskundigen Matthaei en Zuidhof, beiden voornoemd, kwamen in hun eerder uitgebrachte rapporten eveneens tot het advies aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging op te leggen.
De raadsman heeft ter terechtzitting verzocht de behandeling van de zaak aan te houden teneinde de rapporterend psychiater mw. Kaiser nader ter horen. De rechtbank acht zich op grond van de thans voorliggende rapportage echter voldoende voorgelicht. Het verzoek wordt derhalve afgewezen.
De rechtbank is, met name gelet op de inhoud van genoemde rapportage omtrent de persoon van de verdachte, van oordeel dat de verdachte, bij wie tijdens het begaan van de bewezen verklaarde feiten een gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond, ter beschikking dient te worden gesteld, met bevel tot verpleging van overheidswege, hetgeen mogelijk is nu de door hem begane feiten misdrijven zijn, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld en de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen het opleggen van die maatregel eisen, één en ander overeenkomstig het in genoemde rapportage uitgebracht advies.
Gelet op de ernst van de bewezen verklaarde feiten en de omstandigheid dat deze feiten de verdachte – zij het verminderd – toe te rekenen zijn, is de rechtbank van oordeel dat, naast de aan de verdachte op te leggen maatregel van terbeschikkingstelling, tevens een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te noemen duur passend en geboden is.
7. BENADEELDE PARTIJEN
7.1
Mr. G.A.M. van Dijk, advocaat te Alkmaar, heeft als gemachtigde van de benadeelde partij [slachtoffer 1], wonende [adres en woonplaats slachtoffer 1], vóór aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van € 63,80 wegens materiële schade en € 2.500,- wegens immateriële schade die de verdachte aan de benadeelde partij heeft toegebracht.
Mr. Van Dijk heeft de vordering ter terechtzitting mondeling toegelicht.
De verdediging heeft de vordering niet betwist.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij van zodanig eenvoudige aard is dat deze zich leent voor behandeling in deze strafzaak.
Nu voorts is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder 1. bewezen verklaarde strafbare feit, door de handelingen van de verdachte, rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag kan de vordering worden toegewezen.
De verdachte dient daarnaast te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
7.2
Mr. M.M. Bolleurs, als advocaat verbonden aan SRK Rechtsbijstand te Zoetermeer, heeft als gemachtigde van de benadeelde partij [slachtoffer 2], wonende [adres en woonplaats slachtoffer 2], vóór aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van € 1.200,-, zijnde een voorschot, wegens immateriële schade die de verdachte aan de benadeelde partij heeft toegebracht.
De verdediging heeft de vordering niet betwist.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij van zodanig eenvoudige aard is dat deze zich leent voor behandeling in deze strafzaak.
Nu voorts is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder 2. primair bewezen verklaarde strafbare feit, door de handelingen van de verdachte, rechtstreeks schade heeft geleden tot in ieder geval het gevorderde bedrag kan de vordering worden toegewezen.
De verdachte dient daarnaast te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
7.3
Mr. E.M. Diesfeldt, advocaat te Alkmaar, heeft als gemachtigde van de benadeelde partij [slachtoffer 3], wonende [adres en woonplaats slachtoffer 3], vóór aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van € 2.500,-, zijnde een voorschot, wegens immateriële schade die de verdachte aan de benadeelde partij heeft toegebracht.
Mr. Diesfeldt heeft de vordering ter terechtzitting mondeling toegelicht.
De verdediging heeft de vordering niet betwist.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij van zodanig eenvoudige aard is dat deze zich leent voor behandeling in deze strafzaak.
Nu voorts is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder 3. primair en 4. primair bewezen verklaarde strafbare feiten, door de handelingen van de verdachte, rechtstreeks schade heeft geleden tot in ieder geval het gevorderde bedrag kan de vordering worden toegewezen.
De verdachte dient daarnaast te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
7.4
Mr. E.M. Diesfeldt, advocaat te Alkmaar, heeft als gemachtigde van de benadeelde partij [slachtoffer 4], wonende [adres en woonplaats slachtoffer 4], vóór aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van € 2.500,-, zijnde een voorschot, wegens immateriële schade die de verdachte aan de benadeelde partij heeft toegebracht.
Mr. Diesfeldt heeft de vordering ter terechtzitting mondeling toegelicht.
De verdediging heeft de vordering niet betwist.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij van zodanig eenvoudige aard is dat deze zich leent voor behandeling in deze strafzaak.
Nu voorts is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder 5. primair en 6. primair bewezen verklaarde strafbare feiten, door de handelingen van de verdachte, rechtstreeks schade heeft geleden tot in ieder geval het gevorderde bedrag kan de vordering worden toegewezen.
De verdachte dient daarnaast te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
8. SCHADEVERGOEDING ALS MAATREGEL
De rechtbank heeft tot het opleggen van de hierna te noemen maatregel besloten omdat de verdachte naar het oordeel van de rechtbank jegens de slachtoffers [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder 1., respectievelijk 2. primair, respectievelijk 3. primair en 4. primair, respectievelijk 5. primair en 6. primair, bewezen verklaarde strafbare feiten is toegebracht aan de benadeelden.
De toepassing van hechtenis, bij gebreke van voldoening van het verschuldigde bedrag, heft de opgelegde verplichting niet op.
9. TOEGEPASTE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 36f, 37a, 37b, 57, 242 en 246 van het Wetboek van Strafrecht.
10. BESLISSING
De rechtbank:
I Verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 1., 2. primair, 3. primair, 4. primair, 5. primair en 6. primair ten laste gelegde, zoals hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING aangeduid, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders tenlaste is gelegd dan hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het bewezen verklaarde oplevert de hierboven in de rubriek STRAFBAARHEID VAN HET BEWEZENVERKLAARDE vermelde strafbare feiten.
Verklaart de verdachte voor het bewezen verklaarde strafbaar.
II Veroordeelt de verdachte voor het bewezen verklaarde tot een gevangenisstraf voor de tijd van 6 (zes) jaren.
Bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
III Gelast voorts de terbeschikkingstelling van de verdachte en beveelt dat de ter beschikking gestelde van overheidswege zal worden verpleegd.
IV Wijst toe de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1], wonende [adres en woonplaats slachtoffer 1].
Veroordeelt de verdachte tot het betalen van een bedrag van € 2.563,80 (tweeduizend vijfhonderd drieënzestig euro en tachtig eurocent) als schadevergoeding.
Veroordeelt de verdachte voorts in de kosten die de benadeelde partij tot op heden heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
De tot heden gemaakte kosten begroot de rechtbank op nihil.
V Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 1] voornoemd te betalen een som geld ten bedrage van € 2.563,80 (tweeduizend vijfhonderd drieënzestig euro en tachtig eurocent), bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 51 (één en vijftig) dagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de betaling aan de Staat.
Bepaalt dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de betaling aan de benadeelde partij.
VI Wijst toe de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2], wonende [adres en woonplaats slachtoffer 2].
Veroordeelt de verdachte tot het betalen van een bedrag van € 1.200,-- (één duizend tweehonderd euro) als schadevergoeding.
Veroordeelt de verdachte voorts in de kosten die de benadeelde partij tot op heden heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
De tot heden gemaakte kosten begroot de rechtbank op nihil.
VII Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 2] voornoemd te betalen een som geld ten bedrage van € 1.200,-- (één duizend tweehonderd euro), bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 24 (vier en twintig) dagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de betaling aan de Staat.
Bepaalt dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de betaling aan de benadeelde partij.
VIII Wijst toe de vordering van de benadeelde [slachtoffer 3], wonende [adres en woonplaats slachtoffer 3]
Veroordeelt de verdachte tot het betalen van een bedrag van € 2.500,-- (tweeduizend vijfhonderd euro) als schadevergoeding.
Veroordeelt de verdachte voorts in de kosten die de benadeelde partij tot op heden heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
De tot heden gemaakte kosten begroot de rechtbank op nihil.
IX Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 3] voornoemd te betalen een som geld ten bedrage van € 2.500,-- (tweeduizend vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 50 (vijftig) dagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de betaling aan de Staat.
Bepaalt dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de betaling aan de benadeelde partij.
X Wijst toe de vordering van de benadeelde [slachtoffer 4], wonende [adres en woonplaats slachtoffer 4]
Veroordeelt de verdachte tot het betalen van een bedrag van € 2.500,-- (tweeduizend vijfhonderd euro) als schadevergoeding.
Veroordeelt de verdachte voorts in de kosten die de benadeelde partij tot op heden heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
De tot heden gemaakte kosten begroot de rechtbank op nihil.
XI Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 4] voornoemd te betalen een som geld ten bedrage van € 2.500,-- (tweeduizend vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 50 (vijftig) dagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de betaling aan de Staat.
Bepaalt dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de betaling aan de benadeelde partij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. H. de Klerk, voorzitter,
mr. T.H. Bosma en mr. S.N. Schipper, rechters,
in tegenwoordigheid van A. Helder, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 14 november 2006.