ECLI:NL:RBALK:2006:AZ1643
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening van ontbindingsbeschikking arbeidsovereenkomst wegens bedrog
In deze zaak verzoekt de Stichting Grote Sint Laurenskerk Alkmaar om herziening van een eerdere beschikking van de kantonrechter, waarin de arbeidsovereenkomst van de verwerende partij, [verweerder], is ontbonden. De Stichting stelt dat [verweerder] tijdens de onderhandelingen over de ontbindingsvergoeding heeft verzwegen dat hij uitzicht had op een andere baan, die hij later ook heeft gekregen. De kantonrechter heeft de Stichting in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren dat [verweerder] op 22 maart 2005 een concreet zicht had op een nieuwe functie, wat hij had moeten meedelen tijdens de onderhandelingen.
De procedure begon met een verzoek van de Stichting op 9 maart 2006, waarin zij aanvoert dat zij pas op 11 januari 2006 op de hoogte is gekomen van de nieuwe baan van [verweerder], die hij per 1 april 2005 had. [Verweerder] heeft verweer gevoerd en stelt dat de Stichting al in juli 2005 op de hoogte was van zijn nieuwe werk, gebaseerd op een brief van het UWV aan de Belastingdienst. De kantonrechter oordeelt dat de Stichting niet eerder dan in januari 2006 met zekerheid wist van de nieuwe functie van [verweerder].
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Stichting het verzoek tot heropening van de ontbindingsprocedure ontvankelijk is. [Verweerder] heeft aangevoerd dat hij op 22 maart 2005 geen concreet uitzicht had op de nieuwe baan, en dat hij pas na de onderhandelingen serieus kon solliciteren. De kantonrechter volgt de Stichting niet in haar stelling dat het enkele feit dat [verweerder] een nieuwe baan had, voldoende is om aan te nemen dat hij bedrog heeft gepleegd. De Stichting moet bewijs leveren van de door haar aangevoerde feiten, en [verweerder] moet een volledige kopie van zijn arbeidsovereenkomst met de nieuwe werkgever overleggen.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat [verweerder] de overeenkomst moet inbrengen vóór 2 mei 2006, en dat de Stichting de gelegenheid krijgt om bewijs te leveren van de gestelde feiten. De zaak wordt verder aangehouden totdat de bewijslevering heeft plaatsgevonden.