ECLI:NL:RBALK:2006:AY9752

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
15 september 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
140594
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een voorwaardelijke machtiging op basis van de Wet BOPZ met anticipatie op wetswijzigingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 15 september 2006 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlening van een voorwaardelijke machtiging op basis van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet BOPZ). De rechtbank heeft geconstateerd dat de betrokkene, die lijdt aan schizofrenie van het gedesorganiseerde type, een gevaar voor zichzelf vormt. Dit gevaar betreft de mogelijkheid dat hij zichzelf van het leven berooft of ernstig lichamelijk letsel toebrengt. De rechtbank heeft vastgesteld dat dit gevaar kan worden afgewend door het stellen en naleven van voorwaarden, ook al heeft de betrokkene het behandelingsplan niet ondertekend.

De rechtbank heeft in haar overwegingen ook rekening gehouden met een wetsvoorstel dat op 17 maart 2006 is ingediend, dat beoogt de wettelijke regeling met betrekking tot de voorwaardelijke machtiging te verruimen. De rechtbank is van oordeel dat het reeds nu mogelijk is om vooruit te lopen op de inhoud van dit wetsvoorstel, gezien de brede steun die het voorstel in de Tweede Kamer heeft gekregen. De behandelaar heeft verklaard dat de betrokkene de voorwaarden van het behandelingsplan thans naleeft en dat hij ook in de toekomst zal blijven voldoen aan deze voorwaarden, mits een nieuwe voorwaardelijke machtiging wordt verleend.

De rechtbank heeft de artikelen 8, 9, 14a en 14c van de Wet BOPZ in acht genomen en heeft besloten om de voorwaardelijke machtiging voor de duur van 12 maanden te verlenen, ingaande op 15 september 2006 en eindigend op 15 september 2007. Deze beschikking is gegeven in tegenwoordigheid van de griffier E.B.B.M. van Linden. De rechtbank heeft de relevante stukken en verklaringen in de procedure betrokken, waaronder de verklaring van de psychiater en het behandelingsplan.

Uitspraak

RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
Kenmerk: 140594
Datum beschikking: 15 september 2006
Beschikking van de enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken
NIEUWE VOORWAARDELIJKE MACHTIGING
betreffende:
naam [naam betrokkene]
geboortedatum en -plaats [geboortedatum en –plaats]
adres en woonplaats [adres en woonplaats]
Verloop van de procedure
Voor het verloop van de procedure verwijst de rechtbank naar de volgende stukken, waarvan de inhoud hier als ingelast geldt;
* het verzoek van de officier van justitie d.d. 22 augustus 2006 tot het verlenen van een voorwaardelijke machtiging;
* de op 18 augustus 2006 ondertekende en met redenen omklede verklaring van
[naam psychiater], psychiater als bedoeld in artikel 14a lid 4 van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet BOPZ);
* het behandelingsplan als bedoeld in artikel 14a lid 5 van de Wet BOPZ;
* het proces-verbaal van de zitting 7 september 2006.
Gehoord zijn
De advocaat van betrokkene, mr. M.R. Ploeger, [naam psychiater], alsmede {naam case-manager]).
Verder aanwezig is [naam stagiaire].
De behandeling van de zaak
Ook een tweede poging van de rechtbank om betrokkene naar aanleiding van het ingediende verzoek te horen, is mislukt. Nadat betrokkene niet was verschenen op de eerste zitting (terwijl betrokkene volgens zijn behandelaar wel op de hoogte was van de datum en tijdstip van de zitting), is een oproep voor een tweede zitting aangetekend aan hem verzonden. De behandelaar verklaarde dat betrokkene ook van de datum en tijdstip van deze zitting op de hoogte was. Desondanks was betrokkene -wederom- niet aanwezig op bedoeld tijdstip.
De rechtbank is op grond van de overgelegde stukken en de door haar gehouden verhoren en verkregen inlichtingen tot de overtuiging gekomen dat betrokkene door een stoornis van de geestvermogens, te weten schizofrenie van het gedesorganiseerde type, gevaar veroorzaakt voor zichzelf, namelijk het gevaar dat hij zich van het leven berooft of zichzelf ernstig lichamelijk letsel toebrengt, dat hij maatschappelijk ten onder gaat en het gevaar dat hij zichzelf ernstig verwaarloost. Het gevaar kan echter buiten een psychiatrisch ziekenhuis worden afgewend door het stellen en naleven van voorwaarden.
Het overgelegde behandelingsplan bevat de volgende voorwaarden:
- betrokkene gebruikt de medicatie volgens voorschrift,
- betrokkene accepteert hulp gegeven vanuit de GGZ, case manager en ambulante woonbegeleider en van de thuiszorg
- betrokkene laat bedoelde hulpverleners toe in zijn woning.
In het onderhavige geval heeft betrokkene het behandelingsplan echter niet ondertekend, terwijl evenmin van zijn instemming met de voorwaarden is gebleken.
Op 17 maart 2006 is onder nummer 30492 bij de tweede kamer een wetsvoorstel ingediend. Dat wetsvoorstel beoogt onder meer om tegemoet te komen aan wensen en verzoeken uit de praktijk om de wettelijke regeling met betrekking tot de voorwaardelijke machtiging te verruimen. Uit de parlementaire behandeling van dit wetsvoorstel is inmiddels gebleken dat dit onderdeel van het voorstel in de tweede kamer breed ondersteund wordt (kamerstuk 30492, nr. 6). De rechtbank is daarom van oordeel dat reeds nu - bij wijze van anticipatie - op de inhoud van het wetsvoorstel kan worden vooruitgelopen.
In het onderhavige geval is het behandelingsplan weliswaar niet door de betrokkene ondertekend, maar het is wel na overleg met hem opgesteld. De in het plan opgenomen voorwaarden worden thans ook door betrokkene nageleefd, zo verklaarde de behandelaar ter zitting. De behandelaar heeft eveneens verklaard dat zijn vaste overtuiging is dat betrokkene ook in de komende periode de gestelde voorwaarden zal naleven, maar tevens dat betrokkene daarmee zal stoppen, indien geen nieuwe voorwaardelijke machtiging wordt verleend. Onder deze omstandigheden is (ook) de rechtbank van oordeel dat redelijkerwijs is aan te nemen dat betrokkene de in het behandelingsplan gestelde voorwaarden zal naleven.
Daarmee is voldaan aan de criteria van de wet, zoals deze na de hiervoor bedoelde voorgestelde wijziging, zal luiden. Het verzoek zal daarom worden toegewezen.
De rechtbank heeft de artikelen 8, 9, 14a en 14c van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen in acht genomen.
Beslissing
De rechtbank
Verleent een nieuwe voorwaardelijke machtiging met betrekking tot betrokkene voor de duur van 12 maanden, ingaande 15 september 2006 tot 15 september 2007, onder de voorwaarden overeenkomstig het overgelegde behandelingsplan.
Deze beschikking is gegeven te Den Helder op 15 september 2006 door mr. L.J. Saarloos, rechter van de enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken in bovengenoemde rechtbank, in tegenwoordigheid van E.B.B.M. van Linden als griffier.