Parketnummer : 14/810203-06
Datum uitspraak : 22 augustus 2006
TEGENSPRAAK
VERKORT VONNIS van de rechtbank Alkmaar, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak van het
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
thans gedetineerd in PI A'dam - HvB Havenstraat te Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 8 augustus 2006.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, die ertoe strekt dat de rechtbank
- het aan verdachte onder 1 subsidiair, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 tenlastegelegde zal bewezen verklaren;
- de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf van dertig (30) maanden, waarvan tien (10) voorwaardelijk met een proeftijd van twee (2) jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, met daaraan gekoppeld de voorwaarde van een verplicht reclasseringscontact;
- de tenuitvoerlegging zal gelasten van veroordeelde bij vonnis van de politierechter in deze rechtbank van 20 december 2004 voorwaardelijk opgelegde taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van 40 uren
- de vordering van de benadeelde partij Stichting Gemini Ziekenhuis te Den Helder (feit 4) ter hoogte van € 1.408,02 niet ontvankelijk zal verklaren;
De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door de verdachte en mr. J.J. Jorna, raadsman van de verdachte, naar voren is gebracht.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2006 tot en met 24 april 2006 in de gemeente Den Helder tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een schilderij (afbeelding HR.MS.
Pantserdekschip Noord-Brabant), in elk geval enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan het Marinemuseum en/of (de erven van) [naam], in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
Subsidiair, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2006 tot en met 24 april 2006 in de gemeente Den Helder, in elk geval in Nederland, een schilderij (afbeelding HR.MS. Pantserdekschip Noord-Brabant) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat schilderij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2006 tot en met 24 april 2006 in de gemeente Den Helder tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een schilderij (afbeelding HR.MS. Z1), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het Marinemuseum, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2006 tot en met 20 april 2006 in de gemeente Den Helder (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen in/uit een pand gelegen aan het Bernhardplein (nr. 76) (in totaal) zeven, althans één of meer, monitor(en) (merk Shi-tec en/of Hewlett Packard), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan Stichting Openbare Bibliotheek Den Helder, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 december 2005 tot en met 25 december 2005 in de gemeente Den Helder (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een ziekenhuis (gelegen aan de Huisduinerweg) heeft weggenomen (in totaal) drie, althans een of meer, computer(s) en/of drie, althans een of meer, monitor(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het Geminiziekenhuis Den Helder, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2005 tot en met 10 april 2006 in de gemeente Den Helder (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een of meer hallen, gelegen op het terrein van "Cape Holland" aan het Willemsoord heeft weggenomen een hoeveelheid gereedschap, waaronder (onder andere) een laser met statief en/of vijf, althans één of meer, boormachines en/of een zaag en/of een cirkelzaagmachine en/of één of meer fust(en) bier en/of een steekwagentje, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Cape Holland Special Events, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
hij op of omstreeks 31 december 2005 in de gemeente Den Helder tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen in/uit een woning, gelegen aan de [straat en huisnummer], drie, althans één of meer, (mobiele) telefoon(s) en/of één of meer bankpas(sen) en/of creditcard(s) en/of een gereedschapskist, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [betrokkene], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
hij in of omstreeks de periode van 17 december 2005 tot en met 20 december 2005 in de gemeente Den Helder tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen in/uit een pand, gelegen aan het Bernardplein (nr. 10) twee, althans één, laptop(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Schouwburg de Kampanje, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zullen deze worden verbeterd. De verdachte is hierdoor niet geschaad in de verdediging.
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder feit 1 primair is ten laste gelegd.
De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat
hij in de periode van 1 april 2006 tot en met 24 april 2006 in de gemeente Den Helder een schilderij (afbeelding HR.MS. Pantserdekschip Noord-Brabant) voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dat schilderij wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
hij in de periode van 1 april 2006 tot en met 24 april 2006 in de gemeente Den Helder tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een schilderij (afbeelding HR.MS. Z1), toebehorende aan het Marinemuseum.
hij op tijdstippen in de periode van 1 maart 2006 tot en met 20 april 2006 in de gemeente Den Helder telkens tezamen en in vereniging met een ander telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een pand gelegen aan het Bernhardplein (nr. 76) monitoren, toebehorende aan Stichting Openbare Bibliotheek Den Helder.
hij op tijdstippen in de periode van 9 december 2005 tot en met 25 december 2005 in de gemeente Den Helder telkens tezamen en in vereniging met een ander, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een ziekenhuis (gelegen aan de Huisduinerweg) heeft weggenomen in totaal drie computers en drie monitors, toebehorende aan het Geminiziekenhuis Den Helder, waarbij verdachte en zijn mededader zich telkens de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en/of inklimming.
hij op tijdstippen in de periode van 1 augustus 2005 tot en met 10 april 2006 in de gemeente Den Helder telkens tezamen en in vereniging met een ander of anderen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit hallen, gelegen op het terrein van "Cape Holland" aan het Willemsoord heeft weggenomen een hoeveelheid gereedschap, waaronder een laser met statief en boormachines en een zaag en een cirkelzaagmachine en fusten bier, toebehorende aan Cape Holland Special Events.
hij op 31 december 2005 in de gemeente Den Helder tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een woning, gelegen aan de [straat en huisnummer], drie mobiele telefoons en bankpassen en een creditcard en een gereedschapskist, toebehorende aan [betrokkene].
hij in de periode van 17 december 2005 tot en met 20 december 2005 in de gemeente Den Helder tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een pand, gelegen aan het Bernardplein (nr. 10) twee, laptops, toebehorende aan Schouwburg de Kampanje.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank grondt de beslissing dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
De bewijsmiddelen worden slechts gebruikt ten aanzien van het feit waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
5. STRAFBAARHEID VAN HET BEWEZEN VERKLAARDE
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 subsidiair:
Ten aanzien van de feiten 2, 3, 5, 6 en 7:
Telkens:
Diefstal door twee of meer verenigde personen
Telkens:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en/of inklimming
6. STRAFBAARHEID VAN DE VERDACHTE
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.
7. MOTIVERING VAN DE STRAF.
De rechtbank heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon van de verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diverse diefstallen met een ander of anderen, waaronder één diefstal door middel van met braak en inklimming in een ziekenhuis. Verdachte heeft voorts één van de bewezen verklaarde diefstallen gepleegd in een woning. Voor de bewoners kan dat een traumatiserende ervaring zijn. Ook overigens zijn de bewezen verklaarde feiten ergerlijke feiten die, naast financiële schade, vaak hinder en ergernis veroorzaken voor de gedupeerden. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard tot deze feiten te zijn gekomen teneinde zijn cocaïneverslaving te kunnen bekostigen.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 1 mei 2006, waaruit blijkt dat de verdachte reeds eerder ter zake van vermogens- delictendelicten tot een taakstraf is veroordeeld. Dit heeft de verdachte er kennelijk niet van kunnen weerhouden te recidiveren.
- het over de verdachte uitgebrachte aanvullende voorlichtingsrapport gedateerd 7 april 2006 van G. Lautenbag als reclasseringswerkster verbonden aan Brijder Verslavingszorg.
Dit rapport houdt onder meer het volgende in:
Betrokkene is een man die in enkele jaren ernstig verslaafd raakte, in het criminele circuit terechtkwam en al zijn zekerheden kwijtraakte, zoals zijn baan en een vaste woonplek. Omdat betrokkene zich bewust is hoe snel hij is afgegleden, heeft hij dit een halt toegeroepen door zich aan te melden voor behandeling. Wij vinden betrokkene gemotiveerd overkomen en denken dat hij het vermogen heeft zijn leven een andere wending te geven. Indien betrokkene een behandeling krijgt voor zijn verslaving en daarnaast met ondersteuning van De Brijder of De Hoop andere problematiek zoals wonen en werk aanpakt, achten wij de kans op recidive gering.
Wij adviseren de rechtbank opnieuw een gedeeltelijk voorwaardelijke werkstraf op te leggen met de bijzondere voorwaarde Toezicht.
- Een schrijven van Stichting De Hoop, gedateerd 21 juli 2006 en gericht aan mevrouw G. Lautenbag voornoemd.
Dit schrijven houdt onder meer het volgende in:
[verdachte] staat bij onze instelling op de wachtlijst voor een 24-uurs opname in het therapeutisch centrum. De wachttijd bedraagt momenteel 9 maanden. [verdachte] heeft verzocht om een garantiedatum voor opname in verband met een plaatsing in onze instelling op basis van artikel 43.
Deze datum is vastgesteld op D.V. dinsdag 12 september 2006.
Bij de bepaling van de strafmaat heeft de rechtbank er verder rekening mee gehouden dat de verdachte heeft erkend de strafbare feiten te hebben gepleegd die zijn vermeld in de door de officier van justitie ter informatie bij het dossier gevoegde zaken met de parketnummers 810203-06, 625151-06, 678929-05, 678419 en 678956-05 en welke door een korte vermelding op de dagvaarding ter kennis van de verdachte zijn gebracht.
De officier van justitie heeft op de terechtzitting kenbaar gemaakt dat tegen de verdachte ter zake van die feiten geen afzonderlijke vervolging zal worden ingesteld.
De rechtbank is, gelet op het vorenstaande, van oordeel dat oplegging van een gedeeltelijk onvoorwaardelijke vrijheidsstraf op haar plaats is.
Bij de bepaling van de duur en de vorm van die vrijheidsstraf heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft ter zitting verklaard wat in zijn beleving de oorzaak was van zijn verslaving aan het gebruik van cocaïne. De verdachte verklaart thans clean te zijn en dit zeer op prijs te stellen. Hij hoopt een kans te krijgen opnieuw te beginnen en heeft zich uit eigen beweging aangemeld bij Stichting De Hoop. Hij verklaart zeer gemotiveerd te zijn zijn leven een andere wending te geven.
De rechtbank is op grond van de vele door verdachte gepleegde delicten van oordeel, dat verdachte, alvorens hij hieraan invulling kan gaan geven, gelet op de ernst van de ten laste van verdachte bewezen strafbare feiten eerst een passende vrijheidsstraf dient te ondergaan.
Gelet op de duur van de op te leggen vrijheidstraf, zal verdachte zich niet reeds op 12 september 2006 kunnen aanmelden ten behoeve van een opname bij Stichting De Hoop. De rechtbank wijst in dit verband op de wettelijke mogelijkheden voor verdachte om in het kader van detentiefasering in een later stadium van zijn detentie in aanmerking te komen voor een dergelijke opname.
8. BESLISSING OMTRENT IN BESLAG GENOMEN VOORWERPEN
De rechtbank is van oordeel, dat het in beslag genomen voorwerp, te weten een krantenknipsel uit de Spits, dient te worden teruggegeven aan verdachte.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken, dat verdachte als rechthebbende kan worden aangemerkt.
De benadeelde partij Stichting Geminiziekenhuis te Den Helder, heeft vóór aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van € 1.408,02 wegens schade die de verdachte met zijn mededader aan de benadeelde partij heeft toegebracht.
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij niet ontvankelijk nu niet gebleken is dat genoemde vordering door de bevoegde wettelijk vertegenwoordiger van Stichting Geminiziekenhuis is ingediend. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij in zijn vordering niet ontvankelijk is.
10. VORDERING TENUITVOERLEGGING VOORWAARDELIJKE STRAF
De officier van justitie vordert dat de rechtbank zal gelasten dat de bij vonnis van de Politierechter in deze rechtbank van 20 december 2004 in de zaak met parketnummer 14/078966-04 aan de verdachte opgelegde straf voorzover voorwaardelijk opgelegd, alsnog zal worden ten uitvoer gelegd, op grond van het feit dat de verdachte niet heeft nageleefd de voorwaarde voor het einde van de proeftijd zich niet schuldig te zullen maken aan een strafbaar feit.
De rechtbank heeft vastgesteld dat zij bevoegd is om over de vordering te oordelen en dat de officier van justitie daarin ontvankelijk is.
Naar het oordeel van de rechtbank is de vordering gegrond, nu uit de overige inhoud van dit vonnis blijkt dat de verdachte niet heeft nageleefd de voorwaarde voor het einde van de proeftijd zich niet schuldig te zullen maken aan een strafbaar feit.
Daarom behoort in beginsel de gevorderde tenuitvoerlegging van de niet ten uitvoer gelegde straf te worden gelast.
De rechtbank vindt echter in de omstandigheid dat het - gelet op het feit dat verdachte aansluitend op de detentie mogelijk zal worden behandeld bij Stichting De Hoop - onzeker is of de verdachte voldoende in staat is de taakstraf binnen de wettelijke termijn uit te voeren, aanleiding om de proeftijd te verlengen, zulks onder instandhouding van de voorwaarden, een en ander op de wijze zoals hierna in de rubriek BESLISSING zal worden aangegeven.
11. TOEGEPASTE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 14f, 57, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.
Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder feit 1 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde, zoals hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING aangeduid, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het bewezen verklaarde oplevert de hierboven in de rubriek STRAFBAARHEID VAN HET BEWEZENVERKLAARDE vermelde strafbare feiten.
Verklaart de verdachte voor het bewezen verklaarde strafbaar.
Veroordeelt de verdachte voor het bewezen verklaarde tot een gevangenisstraf voor de tijd van 18 (achttien) maanden.
Beveelt dat van deze straf een gedeelte, groot 6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders wordt beslist.
Stelt daarbij een proeftijd van twee jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien:
- de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt;
- de veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarde niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarde:
- dat de veroordeelde zich zal gedragen naar de aanwijzingen, die de veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de Stichting Brijder Verslavingszorg, zolang deze instelling dit, in overleg met de officier van justitie te Alkmaar noodzakelijk oordeelt.
Verstrekt aan de genoemde instelling opdracht om aan de veroordeelde hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze bijzondere voorwaarde.
Bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke gedeelte van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Gelast de teruggave aan de verdachte van een krantenknipsel uit de Spits.
Verklaart de benadeelde partij Stichting Geminiziekenhuis, Huisduinerweg 3 te 1782 GZ Den Helder niet ontvankelijk in de vordering.
Wijst af de vordering van de officier van justitie strekkende tot tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd, bij voormeld vonnis van 20 december 2004 in de zaak met parketnummer 14/078966-04.
Verlengt - onder instandhouding van de voorwaarden - de in dat vonnis op twee jaar vastgestelde proeftijd met ÉÉN JAAR.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.E. Francke, voorzitter,
mrs. J. Westdorp en O.M. Harms, rechters,
in tegenwoordigheid van W. Veenstra, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 augustus 2006.