ECLI:NL:RBALK:2006:AY4582

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
20 juli 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06-235
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • H. Warnink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van de vordering tot opheffing van het beslag in kort geding tussen eisers en Mega Projecten B.V.

In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Alkmaar op 20 juli 2006, hebben eisers sub 1 en 2, wonende te Zwaag, gemeente Hoorn, samen met de gemeente Hoorn, een kort geding aangespannen tegen Mega Projecten B.V. De eisers vorderden de opheffing van een conservatoir beslag dat Mega had gelegd op hun perceel, gelegen aan de [adres] te Zwaag. De gemeente was in onderhandeling met eisers over de aankoop van het perceel voor de ontwikkeling van een nieuwe woonwijk, terwijl Mega stelde dat er een optie-overeenkomst met eisers was gesloten. De voorzieningenrechter oordeelde dat, zelfs als er een optie-overeenkomst zou zijn, deze zou moeten wijken voor de koopovereenkomst die de gemeente met eisers had gesloten. De voorzieningenrechter heeft het beslag opgeheven, omdat het recht van de gemeente op levering voorging boven dat van Mega, en Mega werd veroordeeld in de kosten van het geding. De rechter benadrukte dat Mega, wetende dat de gemeente een voorkeursrecht had, niet mocht proberen dit recht te frustreren ten gunste van haar eigen belangen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en Mega werd verplicht om het beslag binnen 72 uur na betekening van het vonnis in de openbare registers door te halen, op straffe van een dwangsom.

Uitspraak

RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
KG nummer: 06-235
datum: 20 juli 2006
Vonnis van de voorzieningenrechter, rechtdoende in kort geding
in de zaak van:
1. [eiser sub 1]
2. [eiseres sub 2],
beiden wonende te Zwaag, gemeente Hoorn,
3. de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE HOORN,
gevestigd te Hoorn,
EISERS IN KORT GEDING,
procureur mr. W.J.M. Loomans,
tegen:
de besloten vennootschap MEGA PROJECTEN B.V.,
gevestigd te Almelo,
GEDAAGDE IN KORT GEDING,
procureur mr. H.R.M. Jenné,
advocaat mr. M.S. Scheffers te Almelo.
Eisers sub 1 en 2 zullen gezamenlijk verder ook worden genoemd "[eisers sub 1 en 2]". Eiseres sub 3 wordt hierna ook aangeduid als "de gemeente" en gedaagde als "Mega".
1. HET VERLOOP VAN HET GEDING
Ter terechtzitting van 11 juli 2006 hebben eisers gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding.
Mega heeft de vordering bestreden.
Na verder debat hebben partijen de stukken, waaronder van de zijde van eisers de originele dagvaarding en van beide zijden pleitnotities, overgelegd en vonnis gevraagd.
De inhoud van alle stukken wordt als hier ingelast beschouwd.
2. DE UITGANGSPUNTEN
2.1 [eisers sub 1 en 2] is eigenaar van het perceel gelegen aan de [adres] te Zwaag, gemeente Hoorn.
2.2 De gemeente ontwikkelt een nieuwe woonwijk genaamd "Bangert en Oosterpolder". Deze ontwikkeling vindt plaats in 5 fasen. Het perceel van [eisers sub 1 en 2] is gelegen in fase 2.
2.3 De gemeente heeft met betrekking tot het gehele plangebied gebruik gemaakt van haar bevoegdheid op grond van de Wet Voorkeursrecht Gemeenten. Sinds december 2003 is de gemeente in onderhandeling met [eisers sub 1 en 2] over de aankoop van het perceel.
2.4 In januari 2005 is [eisers sub 1 en 2] benaderd door de heer [naam werknemer eiseres sub 3], werkzaam bij Mega. Naar aanleiding hiervan hebben er tussen [eisers sub 1 en 2] enerzijds en Mega anderzijds enkele besprekingen plaatsgevonden omtrent het perceel van [eisers sub 1 en 2].
2.5 Op 23 mei 2006 heeft [eisers sub 1 en 2] ter zake het perceel een overeenkomst van koop en ruil met de gemeente getekend. Vervolgens heeft de burgemeester van de gemeente op 6 juni 2006 zijn handtekening onder die overeenkomst gezet.
2.6 Op 24 mei 2006 heeft Mega conservatoir beslag tot levering op het perceel van [eisers sub 1 en 2] gelegd.
2.7 De overeenkomst tussen [eisers sub 1 en 2] en de gemeente is op 14 juni 2006 ingeschreven in de openbare registers.
2.8 Bij dagvaarding van 7 juni 2006 heeft Mega tegen [eisers sub 1 en 2] een bodemprocedure aanhangig gemaakt. Mega vordert in die procedure onder meer een verklaring voor recht dat tussen haar en [eisers sub 1 en 2] twee overeenkomsten, waaronder een optieovereenkomst, tot stand zijn gekomen. Verder vordert Mega veroordeling van [eisers sub 1 en 2] om die twee overeenkomsten na te komen.
3. DE VORDERING EN DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
3.0 Eisers vorderen, verkort weergegeven, (1) opheffing van het conservatoir beslag op het perceel van [eisers sub 1 en 2] voorzover het beslag niet reeds van rechtswege is vervallen, (2) veroordeling van Mega om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis het beslag in de openbare registers door te halen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van Euro 100.000,- per dag (met een maximum van Euro 2.000.000,-) dat Mega nalaat aan deze veroordeling te voldoen, met (3) veroordeling van Mega in de kosten van het geding.
3.2 Eisers stellen zich op het standpunt dat het beslag van rechtswege is vervallen, omdat Mega verzuimd heeft een eis in de hoofdzaak aanhangig te maken. In de bodemprocedure heeft Mega immers geen vordering tot levering ingesteld. Bovendien is de vordering waarvoor Mega beslag heeft gelegd, ondeugdelijk. Er is geen overeenstemming bereikt tussen [eisers sub 1 en 2] en Mega omtrent de verkoop van het perceel aan Mega. [eisers sub 1 en 2] heeft in de louter verkennende besprekingen met Mega herhaaldelijk aangegeven dat hij met Mega alleen dan eventueel een overeenkomst aan wilde gaan indien die overeenkomst niet nietig of vernietigbaar zou zijn. Aan deze voorwaarde is niet voldaan. Daarbij komt dat Mega zelf evenmin uitgaat van de totstandkoming van een koopovereenkomst, aangezien Mega in de bodemprocedure spreekt over een optieovereenkomst. Dit is geen overeenkomst die tot levering verplicht. Bovendien heeft Mega de vermeende gemaakte afspraken nooit jegens [eisers sub 1 en 2] bevestigd, hetgeen wel voor de hand had gelegen, alles aldus eisers.
3.3 Mega heeft tegen de vordering verweer gevoerd.
3.4 Partijen hebben hun wederzijdse standpunten nader uiteengezet, onder meer aan de hand van de overgelegde pleitnotities. Voor zover nodig voor de beslissing zal daarop hierna afzonderlijk en uitdrukkelijk worden ingegaan.
4. DE GRONDEN VAN DE BESLISSING
4.1 Om proceseconomische redenen laat de voorzieningenrechter het antwoord op de vraag of Mega (tijdig) in de bodemprocedure de voor het niet vervallen van het beslag vereiste vordering heeft ingesteld rusten. Zoals hieronder zal blijken dient het beslag, indien het niet van rechtswege is vervallen, te worden opgeheven.
4.2 Mega heeft gesteld dat er sprake is van botsende rechten en dat zij een ouder recht heeft dan de gemeente, zodat het recht van Mega op levering voorgaat. Dit standpunt is echter om de navolgende redenen onjuist.
4.3 BW 3:298 luidt als volgt: "Vervolgen twee of meer schuldeisers ten aanzien van één goed met elkaar botsende rechten op levering, dan gaat in hun onderlinge verhouding het oudste recht op levering voor, tenzij uit de wet, uit de aard van hun rechten, of uit de eisen van redelijkheid en billijkheid anders voortvloeit". Voor zover al aangenomen moet worden dat tussen Mega en [eisers sub 1 en 2] een optie-overeenkomst als door eerstgenoemde gesteld tot stand is gekomen, dan heeft deze, hoewel van oudere datum, te wijken voor de door de gemeente met [eisers sub 1 en 2] gesloten koopovereenkomst. Dat vloeit in de eerste plaats voort uit de aard van de betrokken rechten. Bij het contract Mega/[eisers sub 1 en 2] gaat het om een nog niet ingeroepen optie die slechts onder verdere voorwaarden tot een leveringsverplichting van [eisers sub 1 en 2] kan leiden - waaronder de voorwaarde dat de gemeente niet op grond van artikel 26 van de Wet Voorkeursrecht Gemeenten met succes de nietigheid van die verplichting inroept -, terwijl het bij het contract gemeente/[eisers sub 1 en 2] gaat om een volwaardige koopovereenkomst, krachtens welke [eisers sub 1 en 2] zonder meer tot levering aan de gemeente verplicht is.
4.4 Voorts vloeit evenzeer uit de redelijkheid en billijkheid voort dat het recht op levering van de gemeente voorgaat. Mega wist, toen zij de onderhandelingen met [eisers sub 1 en 2] opende dat de gemeente op het betreffende perceel een geldig voorkeursrecht had gevestigd. Zij heeft naar middelen gezocht om de in dit rechtsgeldig tot stand gekomen recht gelegen openbare belangen te frustreren ten voordele van slechts haar particuliere belang. Gelet op deze achtergrond dient aan het - veronderstellenderwijze aangenomen - feit dat het recht van Mega enkele maanden eerder is ontstaan dan dat van de gemeente een ondergeschikte betekenis te worden toegekend.
4.5 Op grond van het voorgaande dient de vordering van eisers te worden toegewezen.
4.6 Mega wordt, als de in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de kosten van het geding.
5. DE BESLISSING
De voorzieningenrechter:
- heft, voor zover dit niet reeds van rechtswege is vervallen, op het ten laste van [eisers sub 1 en 2] gelegde conservatoire beslag tot levering op het perceel gelegen aan de [adres] te Zwaag, kadastraal bekend gemeente Hoorn, sectie I, nummer 2341;
- veroordeelt Mega om binnen 72 uur na betekening van dit vonnis voornoemd beslag in de openbare registers door te halen c.q. te doen doorhalen, zulks op
straffe van verbeurte van een dwangsom van Euro 10.000,- per dag dat Mega nalatig blijft om aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van Euro 300.000,-;
- veroordeelt Mega in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van eisers begroot op Euro 248,- aan verschotten en op Euro 816,- aan salaris procureur;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- weigert de meer of anders gevorderde voorziening.
Gewezen door mr. H. Warnink, voorzieningenrechter van de Rechtbank te Alkmaar en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 juli 2006 in tegenwoordigheid van mr. F. Vermeij, griffier.