ECLI:NL:RBALK:2006:AX9666
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van uitkeringen en de beslagvrije voet in bestuursrechtelijke context
In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 16 juni 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, wonende te Amsterdam, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De zaak betreft de terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkeringen op basis van de Toeslagenwet (TW). Eiseres had bezwaar gemaakt tegen het besluit van verweerder om de beslagvrije voet op nihil vast te stellen, waardoor het gehele inkomen van eiseres zou worden ingevorderd. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres haar inlichtingenplicht niet naar behoren is nagekomen, hetgeen verweerder in staat stelde om de beslagvrije voet niet toe te passen.
De rechtbank overweegt dat de op basis van artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht bestaande onderzoeksplicht van een bestuursorgaan niet zo ver reikt dat het bestuursorgaan moet onderzoeken of relevante gegevens al eerder zijn overgelegd. Eiseres had summierlijk informatie verstrekt, en de rechtbank concludeert dat zij de op haar rustende inlichtingenplicht heeft geschonden. Dit leidde tot de beslissing dat de beslagvrije voet niet van toepassing was, en de rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond.
De uitspraak benadrukt het belang van de inlichtingenplicht in het kader van terugvordering van uitkeringen en de voorwaarden waaronder de beslagvrije voet kan worden vastgesteld. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om een van de partijen in de proceskosten te veroordelen. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en verweerder hoger beroep open, dat binnen zes weken na verzending van de uitspraak moet worden ingediend bij de Centrale Raad van Beroep.