ECLI:NL:RBALK:2006:AX6303
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van medische beroepsgronden in WAZ-uitkering geschil
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Alkmaar op 23 mei 2006, staat de beoordeling van een WAZ-uitkering centraal. Eiser, een zelfstandig taxichauffeur, had eerder een uitkering ontvangen die op 10 februari 2004 was ingetrokken. De rechtbank had in een eerdere uitspraak op 21 juni 2005 het besluit van de verweerder, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, vernietigd omdat de arbeidskundige grondslag niet voldeed aan de vereisten van een deugdelijke motivering. De rechtbank had echter de medische beroepsgronden van eiser, die in de eerdere uitspraak waren verworpen, buiten beschouwing gelaten. Eiser had geen hoger beroep ingesteld tegen deze eerdere uitspraak, waardoor het medisch aspect in rechte vaststond.
In de huidige procedure heeft de rechtbank vastgesteld dat de medische gronden van eiser niet opnieuw konden worden beoordeeld, aangezien deze al eerder waren verworpen. De rechtbank heeft zich gebaseerd op vaste jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep, die bepaalt dat als er geen hoger beroep is ingesteld, de eerdere uitspraak bindend is. Eiser heeft in deze procedure geen nieuwe gronden ingebracht met betrekking tot de arbeidskundige beoordeling, en de rechtbank concludeert dat de vereiste motivering nu wel is voldaan.
De rechtbank heeft uiteindelijk het beroep van eiser ongegrond verklaard, zonder dat er aanleiding was om een van de partijen in de proceskosten te veroordelen. De uitspraak is gedaan door mr. J.S. Reid, rechter, in aanwezigheid van mr. E. Lankhof als griffier. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open, dat binnen zes weken na verzending van de uitspraak moet worden ingediend bij de Centrale Raad van Beroep.