ECLI:NL:RBALK:2006:AW8127
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. [rechter]
- Rechtspraak.nl
Weigering van bestuursorgaan om te beslissen op aanvraag om informatie op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur
In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 18 april 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, wonende te [plaatsnaam], en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [gemeente]. Eiser had verzocht om inzage in verschillende documenten met betrekking tot een subsidieaanvraag voor de bouw van woningen. De rechtbank oordeelde dat het verzoek van eiser om informatie onder de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) valt. Verweerder had niet tijdig beslist op dit verzoek en had ook geen mededeling van verdaging gedaan, waardoor eiser ontvankelijk werd geacht in zijn beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
De rechtbank stelde vast dat verweerder ten onrechte had nagelaten om een besluit te nemen op de aanvraag van eiser. Hoewel verweerder zich beriep op een eerdere uitspraak van de Nationale ombudsman, waarin werd gesteld dat een bestuursorgaan onder bepaalde omstandigheden niet verplicht is om te reageren op beledigende correspondentie, oordeelde de rechtbank dat dit niet opging voor de onderhavige zaak. De rechtbank benadrukte dat een bestuursorgaan altijd gemotiveerd moet reageren op aanvragen om een besluit, ook als de correspondentie beledigend is. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond en verplichtte verweerder om alsnog een besluit te nemen op het bezwaarschrift van eiser.
De rechtbank concludeerde dat de weigering van verweerder om te beslissen op de aanvraag van eiser niet rechtmatig was en dat de eerdere correspondentie van eiser niet zodanig beledigend was dat dit een inhoudelijke behandeling van zijn verzoek kon uitsluiten. De rechtbank bepaalde dat de gemeente [gemeente] het griffierecht van € 138,00 aan eiser moest vergoeden. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open, dat binnen zes weken na verzending van de uitspraak ingediend moet worden bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.