ECLI:NL:RBALK:2005:AY7652
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet wegens dreigende taal door werknemer
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Alkmaar op 8 september 2005 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werknemer en de besloten vennootschap Holland Graphic Occasions BV (HGO). De werknemer was op staande voet ontslagen vanwege het uiten van dreigende taal tegen een directielid en een collega. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet niet gerechtvaardigd was, omdat de werknemer niet eerder was aangesproken op zijn ongepaste taalgebruik. De kantonrechter stelde vast dat de werknemer zijn uitlatingen niet ontkende, maar dat deze in de context van de situatie geplaatst moesten worden. De rechter concludeerde dat de bodemrechter waarschijnlijk zou oordelen dat een minder ingrijpende maatregel, zoals een ernstige waarschuwing, voldoende zou zijn geweest.
De werknemer had bij dagvaarding op 9 augustus 2005 een voorziening gevorderd, waaronder betaling van achterstallig loon en toelating tot zijn werkzaamheden. Tijdens de zitting op 25 augustus 2005 zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun advocaten. HGO had voorafgaand aan de zitting producties ingediend en de werknemer had zijn vordering toegelicht aan de hand van pleitnotities. De kantonrechter oordeelde dat de werknemer recht had op betaling van het achterstallig loon tot 1 augustus 2005, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente, en dat HGO ook het loon vanaf 1 augustus 2005 moest betalen tot de rechtsgeldige beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
De kantonrechter compenseerde de proceskosten en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging bij ontslag op staande voet en de noodzaak van een dringende reden voor dergelijk ontslag.