ECLI:NL:RBALK:2005:AT9817
Rechtbank Alkmaar
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontruiming van een fitnessruimte in een sportcomplex
In deze zaak heeft de gemeente Bergen een vordering ingesteld tegen de besloten vennootschap Sportplazaclub Bergen B.V. (SPC) tot ontruiming van een fitnessruimte in een sportcomplex. De gemeente is eigenaar van het sportcomplex, dat zij sinds 1 september 1997 verhuurde aan De Stichting Exploitatie Sportcentrum De Beeck. Na het faillissement van De Beeck op 4 mei 2005 en de beëindiging van de huurovereenkomst op 20 juni 2005, verbleef SPC zonder recht of titel in het sportcomplex. De gemeente heeft SPC gesommeerd om het sportcomplex te ontruimen, maar SPC heeft hieraan geen gehoor gegeven.
Tijdens de zitting op 15 juli 2005 heeft de gemeente haar vordering toegelicht, waarbij zij aanvoerde dat SPC geen recht meer had op het gebruik van het sportcomplex. SPC heeft de vordering bestreden en in reconventie gevorderd dat de gemeente met haar een huurovereenkomst zou sluiten. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat SPC onrechtmatig in het sportcomplex verblijft en dat de vordering tot ontruiming toewijsbaar is. De gemeente heeft verklaard in te stemmen met een ontruiming per 1 september 2005, wat door de rechter als redelijk werd beschouwd.
De voorzieningenrechter heeft SPC veroordeeld tot ontruiming van het sportcomplex en de kosten van het geding aan de zijde van de gemeente toegewezen. De vordering in reconventie van SPC is afgewezen, omdat deze niet bij wijze van voorlopige voorziening in kort geding kon worden toegewezen. De rechter heeft geoordeeld dat de gemeente vrij is in de keuze met wie zij een huurovereenkomst wenst aan te gaan en dat er geen sprake was van willekeur of onzorgvuldig handelen van de gemeente.