ECLI:NL:RBALK:2005:AT8841
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot verlenging van de onderhoudsplicht na echtscheiding afgewezen
In deze zaak heeft de rechtbank Alkmaar op 6 juli 2005 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van de vrouw, waarin zij verzocht om een verlenging van de onderhoudsplicht van de man. De vrouw stelde dat zij behoefte had aan een uitkering tot haar levensonderhoud van € 508,81 bruto per maand, die oorspronkelijk was vastgesteld in een eerdere beschikking. De man voerde verweer en stelde dat de behoeftigheid van de vrouw was ontstaan door haar arbeidsongeschiktheid en dat hij onvoldoende draagkracht had om de alimentatie te blijven betalen. De mondelinge behandeling vond plaats op 17 juni 2005, waarbij beide partijen werden bijgestaan door hun advocaten.
De rechtbank overwoog dat de onderhoudsplicht van de man op 11 mei 2005 was geëindigd, maar dat de vrouw binnen de wettelijke termijn van drie maanden een verzoek had ingediend om de termijn te verlengen. De rechtbank oordeelde echter dat de beëindiging van de alimentatie niet van zo ingrijpende aard was dat het onredelijk zou zijn om de termijn te handhaven. De vrouw had gedurende tien jaar na de echtscheiding geen verzoek ingediend om alimentatie, en had in die periode in haar eigen levensonderhoud voorzien. De rechtbank concludeerde dat de omstandigheden van de vrouw, waaronder haar arbeidsongeschiktheid, niet voldoende waren om van het beginsel van beëindiging van de onderhoudsplicht af te wijken.
Uiteindelijk wees de rechtbank het verzoek van de vrouw af, met de overweging dat zij, indien nodig, aanspraak kon maken op een aanvullende bijstandsuitkering. De beslissing werd genomen door mr. J.H. Gisolf, lid van de enkelvoudige kamer, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.