Aan de verdachte is onder 3. ten laste gelegd dat zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 29 september 2003 tot en met 10 oktober 2003 te Petten, in de gemeente Zijpe, in ieder geval in Nederland, terwijl aan haar door de ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Economische Zaken en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, in overeenstemming met de ministers van Verkeer en Waterstaat en van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, bij besluit van 2 augustus 2001, een vergunning krachtens de Kernenergiewet was verleend, ten behoeve van "het in werking houden van haar inrichting en het verrichten van daarmee samenhangende handelingen op het terrein van de Onderzoekslocatie Petten", aan de Westerduinweg nummer 3, zich, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk, heeft gedragen in strijd met een of meer voorschriften verbonden aan voormelde vergunning, immers werd(en), dan wel was/waren, toen en daar, meermalen althans eenmaal:
A. in gebouw 21, in ruimte 9, in strijd met voorschrift J.16 van voormelde vergunning en de bijbehorende bijlage A en/of in strijd met voorschrift 6.5.9, in ieder geval enig voorschrift, van de CPR 15-1, in twee, althans een of meer, in dat gebouw en/of in die ruimte aanwezige opslagplaats(en), te weten (een) bouwkundige kast(en), ten behoeve van de opslag van gevaarlijke stoffen (als beschreven in proces-verbaal 02-OH-N021.01), een of meer gemorste droge stof(fen) niet direct opgenomen op een zodanige wijze dat verspreiding werd voorkomen,
en/of
B. in gebouw 21, in ruimte 9, in strijd met voorschrift J.16 van voormelde vergunning en de bijbehorende bijlage A en/of in strijd met voorschrift 7.4.4, in ieder geval enig voorschrift, van de CPR 15-1, twee, althans een of meer, aldaar aanwezige bouwkundige kast(en) (beschreven in proces-verbaal 02-OH-N021.01), ten behoeve van de opslag van gevaarlijke stoffen, niet op natuurlijke wijze rechtstreeks op de buitenlucht geventileerd (via diametraal ten opzichte van elkaar geplaatste ventilatieopeningen), immers stond(en) de in die kast(en) aanwezige ventilatieopening(en) (telkens) in direct contact met een naastgelegen (andere) bouwkundige kast ten behoeve van de opslag van gevaarlijke stoffen en/of een of meer andere inpandige ruimte(n) van dat gebouw,
en/of
C. in gebouw 21, op een of meer plaatsen in de ruimte(n) 9 en/of 10, (telkens) in strijd met voorschrift J.16 van voormelde vergunning en de bijbehorende bijlage A en/of (telkens) in strijd met voorschrift 6.1.1 en/of 6.1.2 en/of 6.5.2, in ieder geval enig voorschrift, van de CPR 15-1, gevaarlijke stoffen, welke met elkaar kunnen reageren en waarbij gevaarlijke gassen of dampen kunnen vrijkomen en/of gevaarlijke situaties zoals explosies, rondspattende gevaarlijke stoffen en/of excessieve warmteontwikkeling kunnen ontstaan, althans gevaarlijke stoffen welke tot verschillende categorieën, als bedoeld in voorschrift 6.1.2 van de CPR 15-1, behoren, dan wel lege niet gereinigde emballage hiervan, niet gecompartimenteerd (per categorie) opgeslagen, zo werd(en) (onder meer), in die ruimte 9 een hoeveelheid "vergiftige" gevaarlijk stof(fen) (te weten "Acidic") en/of een hoeveelheid "corrosieve/bijtende" gevaarlijke stof(fen) (te weten "Ecobrite, UN 2014") en/of een hoeveelheid "(zeer) lichtontvlambare" gevaarlijke stof(fen), niet gecompartimenteerd opgeslagen ten opzichte van elkaar,
en/of
in die ruimte 10 een hoeveelheid "vergiftige" gevaarlijk stof(fen) (te weten "Perchloorethyl") en/of een hoeveelheid "corrosieve/bijtende" gevaarlijke stof(fen) (te weten "Fortipox") en/of een hoeveelheid "(zeer) lichtontvlambare" gevaarlijke stof(fen) (te weten een "Spray Cleaner"), niet gecompartimenteerd opgeslagen ten opzichte van elkaar,
en/of
D. waren in gebouw 21, in ruimte 9, in strijd met voorschrift J.16 van voormelde vergunning en de bijbehorende bijlage A en/of in strijd met voorschrift 6.5.6, in ieder geval enig voorschrift, van de CPR 15-1, breekbare enkelvoudige emballage, te weten twee, althans een of meer, glazen verpakking(en) inhoudende een of meer gevaarlijke stof(fen) (te weten "Zoutzuur"), bestemd door direct gebruik, op een hoogte van (ongeveer) 1,67 meter, in ieder geval hoger dan 1,20 meter, geplaatst,
en/of
E. vormde(n) in gebouw 21, in ruimte 9, in strijd met voorschrift J.16 van voormelde vergunning en de bijbehorende bijlage A en/of in strijd met voorschrift 7.4.3, in ieder geval enig voorschrift, van de CPR 15-1, de vloer(en), wanden en (eventuele) drempels van twee, althans een of meer, in dat gebouw en/of in die ruimte aanwezige opslagplaats(en), te weten (een) bouwkundige kast(en), ten behoeve van de opslag van gevaarlijke stoffen (als beschreven in proces-verbaal 02-OH-N021.01), (telkens) geen vloeistofdichte bak, immers was/waren die vloeren bekleed met linoleum, in ieder geval niet voorzien van een vloeistofdichte verharding, en/of was/waren in die vloer(en) (een) afvoerputje(s) aanwezig.