ECLI:NL:RBALK:2004:AZ3699
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlening van vrijstelling voor gebruik als parkeerterrein en de juridische status van onbebouwde grond
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Alkmaar op 27 december 2004, gaat het om de verlening van een vrijstelling op basis van artikel 19, derde lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) voor de uitbreiding van een parkeerterrein. Eisers, wonende nabij het parkeerterrein, hebben bezwaar gemaakt tegen het besluit van de gemeente Andijk om deze vrijstelling te verlenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente de vrijstelling heeft verleend voor het gebruik van onbebouwde grond, wat volgens de wet niet als een opstal kan worden aangemerkt. De rechtbank verwijst naar eerdere jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin is vastgesteld dat de bepalingen van de WRO en het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 (Bro) alleen van toepassing zijn op opstallen en niet op onbebouwde grond. Hierdoor kon de gemeente geen vrijstelling verlenen voor de uitbreiding van het parkeerterrein. De rechtbank verklaart het beroep van eisers gegrond en vernietigt het bestreden besluit van de gemeente. Tevens wordt de gemeente veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eisers, die zijn vastgesteld op € 644,-. De rechtbank oordeelt dat er geen aanleiding is om af te wijken van de standaard regels voor proceskostenvergoeding, en dat er geen kosten voor de bezwaarprocedure vergoed hoeven te worden. De gemeente moet nu een nieuw besluit nemen in overeenstemming met deze uitspraak. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open, waarbij eisers binnen zes weken na verzending van de uitspraak een beroepschrift moeten indienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.