ECLI:NL:RBALK:2004:AR5523
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bepaling van de looptijd van alimentatieverplichtingen en de rol van woonlasten als onderhoudsbijdrage
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Alkmaar, is op 4 augustus 2004 een beschikking gegeven in een alimentatiekwestie tussen een man en een vrouw. De man had verzocht om de bij beschikking van het gerechtshof vastgestelde uitkering in het levensonderhoud van de vrouw te verlagen of op nihil te stellen. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op 20 juli 2004 gehouden, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun advocaten. De man voerde aan dat de alimentatie niet meer voldeed aan de wettelijke maatstaven door wijziging in behoefte en draagkracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw nog steeds behoefte heeft aan een financiële bijdrage en dat de man in staat is om de vastgestelde uitkering te betalen.
De rechtbank heeft ook het zelfstandige verzoek van de vrouw behandeld, waarin zij verzocht om te verklaren dat de alimentatieverplichting van de man een limiteringstermijn van 15 jaar kent, zoals bepaald in de Wet Limitering Alimentatie. De rechtbank heeft geoordeeld dat de woonlasten die de man voor de vrouw heeft betaald, moeten worden gezien als een onderhoudsbijdrage en dat deze betalingen in aanmerking moeten worden genomen bij de bepaling van de termijn van de alimentatieverplichting. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de overgangsregeling van de Wet Limitering Alimentatie van toepassing is, en dat de termijn van de betalingsverplichting van de man aanvangt op de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking, te weten 6 december 1993.
De rechtbank heeft het verzoek van de man afgewezen en verklaard dat de alimentatieverplichting van de man tot het levensonderhoud van de vrouw onder de bepalingen van de Wet Limitering Alimentatie valt. De beschikking is gegeven door mr.drs. C.M. van Wechem en uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.