ECLI:NL:RBALK:2004:AR3207

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
6 oktober 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
158.041 / 04-875 (H.K.)
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming woning in verband met huurachterstand en gebruiksproblemen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Alkmaar op 6 oktober 2004 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting WOONWAARD NOORD-KENNEMERLAND (eiseres) en een gedaagde huurder. Eiseres vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning van gedaagde, die in Heerhugowaard woont. De vordering was gebaseerd op een huurachterstand van 1.025,08 euro en het verwijt dat gedaagde de woning niet als een goed huurder gebruikte. Gedaagde, die onder de schuldsaneringsregeling viel, erkende een huurachterstand, maar betwistte dat hij de woning niet goed gebruikte. Hij stelde dat de achterstand te maken had met een vergissing bij de Postbank en dat hij de lopende huur wel betaalde.

De kantonrechter heeft de situatie ter plaatse bekeken en vastgesteld dat gedaagde nalatig was in het onderhoud van de woning, met name door klimop niet te verwijderen en ramen niet te laten herstellen. Echter, de kantonrechter oordeelde dat de gevorderde ontbinding en ontruiming een te zware sanctie waren, gezien de omstandigheden van het geval. De rechter ging ervan uit dat gedaagde binnen afzienbare tijd de nodige verbeteringen zou aanbrengen en dat hij zich als een goed huurder zou gedragen. De vordering van eiseres werd dan ook afgewezen, en de kosten van het geding werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

Rechtbank Alkmaar
Sector kanton - locatie Alkmaar
Vonnis
in de zaak van:
de stichting WOONWAARD NOORD-KENNEMERLAND, (statutair) gevestigd te Alkmaar
eiseres
gemachtigde: L.C.J. Huting, gerechtsdeurwaarder te Alkmaar
- tegen -
[gedaagde], wonende te Heerhugowaard aan de [adres]
gedaagde
in persoon procederend.
1. Het procesverloop
Eiseres heeft een vordering ingesteld, zoals omschreven in de dagvaarding van 23 februari 2004.
Gedaagde heeft bij antwoord verweer gevoerd.
Na beraad heeft de kantonrechter een comparitie van partijen gelast, die is gehouden op 26 april 2004, waarbij eiseres is verschenen bij [naam], bijgestaan door gemachtigde P. de Haan en gedaagde in persoon.
In overleg met partijen is de comparitie van partijen vervolgens voortgezet in en bij de huurwoning van gedaagde aan de [adres] te Heerhugowaard, waarbij eiseres is verschenen bij [naam] (zonder gemachtigde) en gedaagde in persoon.
Eiseres heeft ter gelegenheid hiervan diverse foto's overgelegd.
Eiseres is vervolgens nog in de gelegenheid gesteld tot het nemen van een akte, welke akte op de rolzitting van 14 juli 2004 is genomen.
De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
Ten slotte is heden uitspraak bepaald.
2. De vaststaande feiten
2.1 Gedaagde huurt van eiseres de woning aan de [adres] te Heerhugowaard, tegen een huurprijs - ten tijde van de dagvaarding - van 498,55 euro per maand.
Hij woont daar samen met zijn 18-jarige zoon.
2.2 Op gedaagde is de schuldsaneringsregeling [WSNP] van toepassing verklaard, met benoeming van mr. Mes, advocaat te Hoorn, tot bewindvoerder.
Feitelijk is deze schuldsaneringsregeling op 24 juni 2004 geëindigd, maar op 23 oktober 2004 zal de slotuitdelingslijst verbindend worden (formele beëindiging), zo is de kantonrechter uit ambtshalve ingewonnen informatie bij de civiele sector van deze rechtbank gebleken.
3. Het geschil
3.1 Eiseres vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, ontbinding van de tussen partijen bestaande huurovereenkomst en veroordeling van gedaagde tot ontruiming van deze woning, kosten rechtens.
3.2 Eiseres stelt hiertoe, zakelijk samengevat, het volgende.
Op 1 mei 1997 is gedaagde in staat van faillissement verklaard en op 28 juni 2001 is de WSNP van toepassing verklaard op gedaagde.
Zowel na de faillietverklaring als na de WSNP-uitspraak is gedaagde in gebreke gebleven met de regelmatige betaling van de huurpenningen. Na de WSNP-uitspraak bedraagt de huurachterstand 1.025,08 euro.
Voorts gebruikt gedaagde de woning niet zoals een goed huurder betaamt. Ondanks diverse aanmaningen daartoe van eiseres weigert gedaagde de ramen van de slaapkamer op de bovenverdieping en de schuur (begane grond) te (laten) herstellen en laat hij na de ernstige klimopbegroeiing aan de zijgevel van het pand te verwijderen.
Vanwege de huurachterstand en de rommel die er nog steeds is, is eiseres niet bereid gedaagde een andere (goedkopere) huurwoning aan te bieden.
3.2 Gedaagde concludeert tot afwijzing van de vordering van eiseres en voert hiertoe, zakelijk samengevat, het volgende aan.
Hij erkent dat na de WSNP-uitspraak opnieuw een achterstand in huurbetaling is ontstaan. Dit had volgens hem te maken met een vergissing bij de Postbank. De lopende huur wordt wel betaald.
Gedaagde betwist dat hij de woning thans niet als een goed huurder gebruikt; de tuin is netjes opgeknapt en de ramen zijn hersteld, behoudens een raam in de slaapkamer, waarvoor een afspraak is gemaakt met de reparateur.
Ofschoon gedaagde graag in de woning wil blijven wonen, wil hij in verband met de hoge huurprijs in overleg met eiseres uitkijken naar een goedkopere huurwoning.
4. De beoordeling
4.1 Vaststaat dat er een huurachterstand - na instelling WSNP - is ontstaan van (thans) twee maanden. Een dergelijke huurachterstand, die overigens niet wordt gevorderd, rechtvaardigt niet de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, maar bij voortduring hiervan kan hier te zijner tijd anders over worden geoordeeld.
4.2 Naast deze huurachterstand verwijt eiseres gedaagde dat hij de woning niet gebruikt als een goed huurder betaamt, omdat hij de klimop niet verwijdert en ramen weigert te laten herstellen. De kantonrechter merkt in dit verband op, dat eiseres bij dagvaarding gedaagde geen andere verwijten maakt dan de hiervoor genoemde en dat zij de vordering in dit verband ook niet heeft vermeerderd of gewijzigd.
Voor wat betreft de klimop is de kantonrechter, die de situatie zelf in ogenschouw heeft genomen, van oordeel dat gedaagde nalatig is gebleven door de klimop onbeperkt te laten doorgroeien tegen de zijgevel van de woning en deels over het dak. Hier staat tegenover dat eiseres niet heeft betwist de stelling van gedaagde dat de klimop reeds aanwezig was toen gedaagde de woning betrok. Kennelijk vond eiseres het op dat moment niet nodig de vertrekkende huurder hierop aan te spreken en hem/haar te wijzen op de kosten van verwijdering bij nalatigheid.
Al met al vindt de kantonrechter op dit moment toewijzing van de gevorderde ontbinding en ontruiming een te zware sanctie jegens gedaagde; bij voortduring of herhaling kan hier te zijner tijd wellicht anders over worden geoordeeld.
De kantonrechter gaat er dan ook vanuit dat gedaagde binnen afzienbare tijd de klimop verwijdert of laat verwijderen en dat hij zich ten aanzien van het gebruik van het gehuurde ook overigens als een goed huurder gedraagt.
Voor wat betreft het andere in de dagvaarding genoemde verwijt - de weigering om aan herstel mee werken - overweegt de kantonrechter dat onvoldoende is gesteld of gebleken, mede gelet op het verweer van gedaagde, dat dit probleem niet reeds (grotendeels) is opgelost.
4.3 Er zijn termen aanwezig de kosten tussen partijen te compenseren.
5. De beslissing
De kantonrechter:
Wijst de vordering van eiseres af.
Compenseert de kosten van het geding in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.S. Friedberg, kantonrechter, bijgestaan door J.A.J. Kreijger, griffier en in het openbaar uitgesproken op woensdag 6 oktober 2004.
De griffier
De kantonrechter
Rolnummer: 158.041 / 04-875 (H.K.)
Uitspraakdatum: 6 oktober 2004