ECLI:NL:RBALK:2001:AD6762

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
4 december 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
14.010055.01
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • H. de Klerk
  • A.J. Hardonk
  • P.J. van de Flier
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zedendelicten tegen minderjarigen in de gemeente Texel

In deze zaak heeft de Arrondissementsrechtbank te Alkmaar op 4 december 2001 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van meerdere zedendelicten tegen minderjarigen. De tenlastelegging omvatte onder andere ontuchtige handelingen met jongens die de leeftijd van twaalf en zestien jaren nog niet hadden bereikt, gepleegd in de gemeente Texel en Alkmaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verschillende feiten, waaronder het seksueel binnendringen van de lichamen van de slachtoffers en het plegen van ontuchtige handelingen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van één van de ten laste gelegde feiten, maar achtte de overige feiten wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de kwetsbaarheid van de slachtoffers en de impact van de daden op hun leven. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaren en terbeschikkingstelling met verpleging, gezien de ernst van de gepleegde misdrijven en het gevaar dat de verdachte voor de samenleving vormt. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, die de slachtoffers vertegenwoordigen, voor de immateriële schade die zij hebben geleden door de daden van de verdachte. De rechtbank heeft ook bepaald dat bepaalde in beslag genomen voorwerpen, waaronder pornografische foto's, onttrokken worden aan het verkeer.

Uitspraak

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK te ALKMAAR
Parketnummer : 14.010055.01
Datum uitspraak: 4 december 2001
OP TEGENSPRAAK
VERKORT VONNIS van de Arrondissementsrechtbank te Alkmaar, Meervoudige Kamer voor Strafzaken, in de zaak van het
OPENBAAR MINISTERIE
tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
thans gedetineerd in Huis van Bewaring De Compagnie en Zwaag te Zwaag.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 20 november 2001.
1 TENLASTELEGGING
Aan de verdachte is, nadat vorderingen van de officier van justitie strekkende tot wijziging van de tenlastelegging zijn toegelaten, ten laste gelegd, dat
1.
hij op of omstreeks 02 december 2000 in de gemeente gemeente Texel, met [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum]) en/of [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum]), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt,
buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, (telkens) bestaande uit het uittrekken, althans laten zakken, van zijn, verdachtes, broek en/of onderbroek en het laten strelen, althans aanraken, van zijn, verdachtes penis door die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2];
Subsidiair, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 02 december 2000 te gemeente Texel zich opzettelijk oneerbaar op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd te weten een bos bij de Ruyslaan in De Koog, met ontbloot geslachtsdeel heeft bevonden;
2.
hij op of omstreeks 12 juli 1999 te Alkmaar, [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum]) die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en)
uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3], hebbende verdachte zijn penis in de mond en/of de anus van die [slachtoffer 3] gebracht
en/of
hij op of omstreeks 12 juli 1999 te Alkmaar, door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum]) heeft gedwongen tot het ondergaan van
handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3], immers heeft verdachte toen aldaar zijn penis in de mond en/of de anus van die [slachtoffer 3] gebracht, waarbij
het geweld en/of de andere feitelijkheid en/of de bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid hierin bestonden:
- dat verdachte die [slachtoffer 3] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft gezegd dat hij hem/hen in elkaar zou slaan en/of iets zou aandoen, als hij/zij niet zou/zouden meewerken en/of iets tegen zijn/hun ouders zou/zouden vertellen;
- dat verdachte die [slachtoffer 3] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft vastgepakt;
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 3] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft gezegd dat hij/zij op handen en voeten moest/moesten gaan staan en/of dat hij/zij niet hard mocht/mochten schreeuwen;
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 3] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft gezegd dat hij/zij zijn/hun broek en/of onderbroek omlaag moest/moesten doen, althans laten zakken;
- dat verdachte in de mond van die [slachtoffer 3] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft geurineerd en hem/hen heeft gezegd dat hij/zij dit niet mocht/mochten uitspugen;
en/of
hij op of omstreeks 12 juli 1999 te Alkmaar, door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum]) heeft gedwongen tot het plegen of
dulden van ontuchtige handelingen, immers heeft verdachte toen aldaar zijn penis tussen de billen van die [slachtoffer 3] gebracht, waarbij het geweld en/of de andere feitelijkheid en/of de bedreiging met geweld en/of een andere
feitelijkheid hierin bestonden:
- dat verdachte die [slachtoffer 3] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft gezegd dat hij hem/hen in elkaar zou slaan en/of iets zou aandoen, als hij/zij niet zou/zouden meewerken en/of iets tegen zijn/hun ouders zou/zouden vertellen;
- dat verdachte die [slachtoffer 3] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft vastgepakt;
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 3] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft gezegd dat hij/zij op handen en voeten moest/moesten gaan staan en/of dat hij/zij niet hard mocht/mochten schreeuwen;
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 3] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft gezegd dat hij/zij zijn/hun broek en/of onderbroek omlaag moest/moesten doen, althans laten zakken;
- dat verdachte in de mond van die [slachtoffer 3] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft geurineerd en hem/hen heeft gezegd dat hij/zij dit niet mocht/mochten uitspugen;
3.
hij op of omstreeks 12 juli 1999 te Alkmaar, met [slachtoffer 4] (geboren op [geboortedatum]) die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 4], hebbende verdachte zijn penis in de mond en/of de anus van die [slachtoffer 4] gebracht
en/of
hij op of omstreeks 12 juli 1999 te Alkmaar, door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid [slachtoffer 4] (geboren op [geboortedatum]) heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 4], immers heeft verdachte toen aldaar zijn penis in de mond en/of de anus van die [slachtoffer 4] gebracht, waarbij het geweld en/of de andere feitelijkheid en/of de bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid hierin bestonden:
- dat verdachte die [slachtoffer 4] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft gezegd dat hij hem/hen in elkaar zou slaan en/of iets zou aandoen, als hij/zij niet zou/zouden meewerken en/of iets tegen zijn/hun ouders zou/zouden vertellen;
- dat verdachte die [slachtoffer 4] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft vastgepakt;
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 4] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft gezegd dat hij/zij op handen en voeten moest/moesten gaan staan en/of dat hij/zij niet hard mocht/mochten schreeuwen;
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 4] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft gezegd dat hij/zij zijn/hun broek en/of onderbroek omlaag moest/moesten doen, althans laten zakken;
- dat verdachte in de mond van die [slachtoffer 4] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft geurineerd en hem/hen heeft gezegd dat hij/zij dit niet mocht/mochten uitspugen;
en/of
hij op of omstreeks 12 juli 1999 te Alkmaar, door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid [slachtoffer 4] (geboren op [geboortedatum]) heeft gedwongen tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen, immers heeft verdachte toen aldaar zijn penis tussen de billen van die [slachtoffer 4] gebracht, waarbij het geweld en/of de andere feitelijkheid en/of de bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid hierin bestonden:
- dat verdachte die [slachtoffer 4] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft gezegd dat hij hem/hen in elkaar zou slaan en/of iets zou aandoen, als hij/zij niet zou/zouden meewerken en/of iets tegen zijn/hun ouders zou/zouden vertellen;
- dat verdachte die [slachtoffer 4] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft vastgepakt;
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 4] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft gezegd dat hij/zij op handen en voeten moest/moesten gaan staan en/of dat hij/zij niet hard mocht/mochten schreeuwen;
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 4] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft gezegd dat hij/zij zijn/hun broek en/of onderbroek omlaag moest/moesten doen, althans laten zakken;
- dat verdachte in de mond van die [slachtoffer 4] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft geurineerd en hem/hen heeft gezegd dat hij/zij dit niet mocht/mochten uitspugen;
4.
hij op of omstreeks 12 juli 1999 te Alkmaar, met [slachtoffer 5] (geboren op [geboortedatum]) die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 5] hebbende verdachte zijn penis in de mond en/of de anus van die [slachtoffer 5] gebracht
en/of
hij op of omstreeks 12 juli 1999 te Alkmaar, door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid [slachtoffer 5] (geboren op [geboortedatum]) heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 5], immers heeft verdachte toen aldaar zijn penis in de mond en/of de anus van die [slachtoffer 5] gebracht, waarbij het geweld en/of de andere feitelijkheid en/of de bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid hierin bestonden:
- dat verdachte die [slachtoffer 5] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft gezegd dat hij hem/hen in elkaar zou slaan en/of iets zou aandoen, als hij/zij niet zou/zouden meewerken en/of iets tegen zijn/hun ouders zou/zouden vertellen;
- dat verdachte die [slachtoffer 5] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft vastgepakt;
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 5] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft gezegd dat hij/zij op handen en voeten moest/moesten gaan staan en/of dat hij/zij niet hard mocht/mochten schreeuwen;
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 5] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft gezegd dat hij/zij zijn/hun broek en/of onderbroek omlaag moest/moesten doen, althans laten zakken;
- dat verdachte in de mond van die [slachtoffer 5] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft geurineerd en hem/hen heeft gezegd dat hij/zij dit niet mocht/mochten uitspugen;
en/of
hij op of omstreeks 12 juli 1999 te Alkmaar, door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid [slachtoffer 5] (geboren op [geboortedatum]) heeft gedwongen tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen, immers heeft verdachte toen aldaar zijn penis tussen de billen van die [slachtoffer 5] gebracht, waarbij het geweld en/of de andere feitelijkheid en/of de bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid hierin bestonden:
- dat verdachte die [slachtoffer 5] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft gezegd dat hij hem/hen in elkaar zou slaan en/of iets zou aandoen, als hij/zij niet zou/zouden meewerken en/of iets tegen zijn/hun ouders zou/zouden vertellen;
- dat verdachte die [slachtoffer 5] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft vastgepakt;
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 5] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft gezegd dat hij/zij op handen en voeten moest/moesten gaan staan en/of dat hij/zij niet hard mocht/mochten schreeuwen;
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 5] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft gezegd dat hij/zij zijn/hun broek en/of onderbroek omlaag moest/moesten doen, althans laten zakken;
- dat verdachte in de mond van die [slachtoffer 5] en/of ( een van ) zijn vriendjes heeft geurineerd en hem/hen heeft gezegd dat hij/zij dit niet mocht/mochten uitspugen;
5.
hij in of omstreeks de maand december 1999 in de gemeente Texel met [slachtoffer 6], geboren op [geboortedatum], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd bestaande die ontuchtige handeling(en) hierin dat verdachte die [slachtoffer 6] bij zijn penis heeft betast en/of die [slachtoffer 6] zijn, verdachtes, penis heeft laten voelen;
6.
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2001 tot en met 7 februari 2001 in de gemeente Texel, met [slachtoffer 7], geboren op [geboortedatum], die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 7], hebbende verdachte zijn penis in de mond van [slachtoffer 7] gebracht
en/of;
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2001 tot en met 7 februari 2001 in de gemeente Texel, door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid [slachtoffer 7] (geboren op [geboortedatum]) heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 7], immers heeft verdachte toen aldaar zijn penis in de mond van die [slachtoffer 7] gebracht, waarbij het geweld en/of de andere feitelijkheid en/of de bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid hierin bestonden dat verdachte (als volwassen man) aan die [slachtoffer 7], zijnde een zeer jong kind, fl. 5,00 aanbood opdat die [slachtoffer 7] met hem, verdachte mee zou gaan naar een wc en dat verdachte (vervolgens) die [slachtoffer 7] heeft meegenomen naar een wc en daar in een kleine (afgesloten) ruimte een voor dat kind bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
en/of
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2001 tot en met 7 februari 2001 in de gemeente Texel door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid [slachtoffer 7] (geboren op [geboortedatum]) heeft gedwongen tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen, immers heeft verdachte toen aldaar zijn penis in de
mond van die [slachtoffer 7] gebracht en/of de penis van die [slachtoffer 7] betast en/of aan de penis van die [slachtoffer 7] gezogen, waarbij het geweld en/of de andere feitelijkheid en/of de bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid hierin bestonden dat verdachte (als volwassen man) aan die [slachtoffer 7], zijnde een zeer jong kind, fl. 5,00 aanbood opdat die [slachtoffer 7] met hem, verdachte mee zou gaan naar een wc en dat verdachte (vervolgens) die [slachtoffer 7] heeft meegenomen naar een wc en daar in een kleine (afgesloten) ruimte een voor dat kind bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zullen deze worden verbeterd. De verdachte is hierdoor niet geschaad in de verdediging.
2 VRIJSPRAAK
Naar het oordeel van de rechtbank is niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder feit 5 is ten laste gelegd.
De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
3 BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat
1.
hij op 02 december 2000 in de gemeente gemeente Texel, met [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum]), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit het laten zakken van zijn, verdachtes, broek en onderbroek en het laten aanraken, van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer 2];
2.
hij op 12 juli 1999 te Alkmaar, me[slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum]) die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3], hebbende verdachte zijn penis in de mond van die [slachtoffer 3] gebracht
en
hij op 12 juli 1999 te Alkmaar, door geweld en een andere feitelijkheid en bedreiging met geweld [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum]) heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3], immers heeft verdachte toen aldaar zijn penis in de mond van die [slachtoffer 3] gebracht, waarbij het geweld en de andere feitelijkheid en de bedreiging met geweld hierin bestonden:
- dat verdachte die [slachtoffer 3] en zijn vriendjes heeft gezegd dat hij hen in elkaar zou slaan en iets zou aandoen, als zij niet zouden meewerken of iets tegen hun ouders zouden vertellen;
- dat verdachte die [slachtoffer 3] heeft vastgepakt;
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 3] en zijn vriendjes heeft gezegd dat zij op handen en voeten moesten gaan staan en dat zij niet hard mochten schreeuwen;
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 3] en zijn vriendjes heeft gezegd dat zij hun broek en onderbroek omlaag moesten doen;
- dat verdachte in de mond van die [slachtoffer 3] en zijn vriendjes heeft geürineerd en hen heeft gezegd dat zij dit niet mochten uitspugen;
en
hij op 12 juli 1999 te Alkmaar, door geweld en een andere feitelijkheid en bedreiging met geweld [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum]) heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, immers heeft verdachte toen aldaar zijn penis tussen de billen van die [slachtoffer 3] gebracht, waarbij het geweld en de andere feitelijkheid en de bedreiging met geweld hierin bestonden:
- dat verdachte die [slachtoffer 3] en zijn vriendjes heeft gezegd dat hij hen in elkaar zou slaan en iets zou aandoen, als zij niet zouden meewerken of iets tegen hun ouders zouden vertellen;
- dat verdachte die [slachtoffer 3] heeft vastgepakt;
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 3] en zijn vriendjes heeft gezegd dat zij op handen en voeten moesten gaan staan en dat zij niet hard mochten schreeuwen;
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 3] en zijn vriendjes heeft gezegd dat zij hun broek en onderbroek omlaag moesten doen;
- dat verdachte in de mond van die [slachtoffer 3] en zijn vriendjes heeft geürineerd en hen heeft gezegd dat zij dit niet mochten uitspugen;
3.
hij op 12 juli 1999 te Alkmaar, met [slachtoffer 4] (geboren op [geboortedatum]) die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 4], hebbende verdachte zijn penis in de mond van die [slachtoffer 4] gebracht
en
hij op 12 juli 1999 te Alkmaar, door geweld en een andere feitelijkheid en bedreiging met geweld [slachtoffer 4] (geboren op [geboortedatum]) heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 4], immers heeft verdachte toen aldaar zijn penis in de mond van die [slachtoffer 4] gebracht, waarbij het geweld en de andere feitelijkheid en de bedreiging met geweld hierin bestonden:
- dat verdachte die [slachtoffer 4] en zijn vriendjes heeft gezegd dat hij hen in elkaar zou slaan en iets zou aandoen, als zij niet zouden meewerken of iets tegen hun ouders zouden vertellen;
- dat verdachte een van zijn vriendjes heeft vastgepakt;
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 4] en zijn vriendjes heeft gezegd dat zij op handen en voeten moesten gaan staan en dat zij niet hard mochten schreeuwen;
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 4] en zijn vriendjes heeft gezegd dat zij hun broek en onderbroek omlaag moesten doen;
- dat verdachte in de mond van die [slachtoffer 4] en zijn vriendjes heeft geürineerd en hen heeft gezegd dat zij dit niet mochten uitspugen;
en
hij op 12 juli 1999 te Alkmaar, door geweld en een andere feitelijkheid en bedreiging met geweld [slachtoffer 4] (geboren op [geboortedatum]) heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, immers heeft verdachte toen aldaar zijn penis tussen de billen van die [slachtoffer 4] gebracht, waarbij het geweld en de andere feitelijkheid en de bedreiging met geweld hierin bestonden:
- dat verdachte die [slachtoffer 4] en zijn vriendjes heeft gezegd dat hij hen in elkaar zou slaan en iets zou aandoen, als zij niet zouden meewerken of iets tegen hun ouders zouden vertellen;
- dat verdachte een van zijn vriendjes heeft vastgepakt;
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 4] en zijn vriendjes heeft gezegd dat zij op handen en voeten moesten gaan staan en dat zij niet hard mochten schreeuwen;
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 4] en zijn vriendjes heeft gezegd dat zij hun broek en onderbroek omlaag moesten doen;
- dat verdachte in de mond van die [slachtoffer 4] en zijn vriendjes heeft geürineerd en hen heeft gezegd dat zij dit niet mochten uitspugen;
4.
hij op 12 juli 1999 te Alkmaar, met [slachtoffer 5] (geboren op [geboortedatum]) die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 5], hebbende verdachte zijn penis in de mond van die [slachtoffer 5] gebracht
en
hij op 12 juli 1999 te Alkmaar, door geweld en een andere feitelijkheid en bedreiging met geweld [slachtoffer 5] (geboren op [geboortedatum]) heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 5], immers heeft verdachte toen aldaar zijn penis in de mond van die [slachtoffer 5] gebracht, waarbij het geweld en de andere feitelijkheid en de bedreiging met geweld hierin bestonden:
- dat verdachte die [slachtoffer 5] en zijn vriendjes heeft gezegd dat hij hen in elkaar zou slaan en iets zou aandoen, als zij niet zouden meewerken of iets tegen hun ouders zouden vertellen;
- dat verdachte een van zijn vriendjes heeft vastgepakt;
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 5] en zijn vriendjes heeft gezegd dat zij op handen en voeten moesten gaan staan en dat zij niet hard mochten schreeuwen;
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 5] en zijn vriendjes heeft gezegd dat zij hun broek en onderbroek omlaag moesten doen;
- dat verdachte in de mond van die [slachtoffer 5] en zijn vriendjes heeft geürineerd en hen heeft gezegd dat zij dit niet mochten uitspugen;
en
hij op 12 juli 1999 te Alkmaar, door geweld en een andere feitelijkheid en bedreiging met geweld [slachtoffer 5] (geboren op [geboortedatum]) heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, immers heeft verdachte toen aldaar zijn penis tussen de billen van die [slachtoffer 5] gebracht, waarbij het geweld en de andere feitelijkheid en de bedreiging met geweld hierin bestonden:
- dat verdachte die [slachtoffer 5] en zijn vriendjes heeft gezegd dat hij hen in elkaar zou slaan en iets zou aandoen, als zij niet zouden meewerken of iets tegen hun ouders zouden vertellen;
- dat verdachte een van zijn vriendjes heeft vastgepakt;
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 5] en zijn vriendjes heeft gezegd dat zij op handen en voeten moesten gaan staan en dat zij niet hard mochten schreeuwen;
- dat verdachte tegen die [slachtoffer 5] en zijn vriendjes heeft gezegd dat zij hun broek en onderbroek omlaag moesten doen;
- dat verdachte in de mond van die [slachtoffer 5] en zijn vriendjes heeft geürineerd en hen heeft gezegd dat zij dit niet mochten uitspugen;
6.
hij in de periode van 1 februari 2001 tot en met 7 februari 2001 in de gemeente Texel, met [slachtoffer 7], geboren op [geboortedatum], die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een handeling heeft gepleegd, die bestond uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 7], hebbende verdachte zijn penis in de mond van [slachtoffer 7] gebracht
en
hij in de periode van 1 februari 2001 tot en met 7 februari 2001 in de gemeente Texel, door een andere feitelijkheid [slachtoffer 7] (geboren op [geboortedatum]) heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestond uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 7], immers heeft verdachte toen aldaar zijn penis in de mond van die [slachtoffer 7] gebracht, waarbij de andere feitelijkheid hierin bestond dat verdachte (als volwassen man) aan die [slachtoffer 7], zijnde een zeer jong kind, fl. 5,00 aanbood opdat die [slachtoffer 7] met hem, verdachte mee zou gaan naar een wc en dat verdachte vervolgens die [slachtoffer 7] heeft meegenomen naar een wc en daar in een kleine afgesloten ruimte een voor dat kind bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
en
hij in de periode van 1 februari 2001 tot en met 7 februari 2001 in de gemeente Texel door een andere feitelijkheid [slachtoffer 7] (geboren op [geboortedatum]) heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, immers heeft verdachte toen aldaar zijn penis in de mond van die [slachtoffer 7] gebracht en de penis van die [slachtoffer 7] betast en aan de penis van die [slachtoffer 7] gezogen, waarbij die andere
feitelijkheid hierin bestond dat verdachte als volwassen man aan die [slachtoffer 7], zijnde
een zeer jong kind, fl. 5,00 aanbood opdat die [slachtoffer 7] met hem, verdachte mee
zou gaan naar een wc en dat verdachte vervolgens die [slachtoffer 7] heeft
meegenomen naar een wc en daar in een kleine afgesloten ruimte een voor dat
kind bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4 BEWIJS
De rechtbank grondt de beslissing dat de verdachte het bewezen verklaarde onder feit 1 primair, 2, 3, 4 en 6 heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
De bewijsmiddelen worden slechts gebruikt ten aanzien van het feit waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
5 BEWIJSMIDDELEN
( ------------------------)
6 STRAFBAARHEID VAN HET BEWEZENVERKLAARDE
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 primair:
Met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen;
Ten aanzien van feit 2, 3, 4 en 6, telkens:
Verkrachting
en
Met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam
en
Feitelijke aanranding van de eerbaarheid
7 STRAFBAARHEID VAN DE VERDACHTE
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.
Uit de inhoud van de rapportages is de rechtbank gebleken dat de ten laste gelegde en bewezen verklaarde feiten in verminderde mate aan de verdachte kunnen worden toegerekend.
8 MOTIVERING VAN DE STRAF
De rechtbank heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon van de verdachte.
De rechtbank heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen:
Verdachte heeft zich in een periode van 8 maanden schuldig gemaakt aan meerdere zedendelicten waarvan zeer jonge jongens het slachtoffer zijn geworden. Verdachte heeft de slachtoffers onzedig betast of heeft zich door de slachtoffers onzedig laten betasten. Hij heeft 4 jongetjes op brute wijze verkracht waarbij hij geweld en bedreiging met geweld tegen de slachtoffers niet heeft geschuwd. Door het geweld, de dreigementen, zijn overwicht als volwassen man en door zijn beloftes om geld aan de slachtoffers te schenken, heeft hij voor de slachtoffers een situatie geschapen waaruit zij zich niet meer konden en durfden te onttrekken.
Het plegen van zedendelicten met jonge kinderen zijn zeer ernstige misdrijven. Aannemelijk is dat de slachtoffers hiervan psychische en lichamelijke klachten ondervinden. Dergelijke misdrijven, waarbij een volwassene ontucht pleegt met jonge kinderen, wordt in zeer brede kring als schokkend ervaren en brengen in het algemeen maatschappelijke onrust teweeg.
De rechtbank is, gelet op het vorenstaande, van oordeel dat oplegging van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf op haar plaats is.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- het op naam van de verdachte staand uittreksel uit het Algemeen Documentatieregister, gedateerd 12 maart 2001, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
- de over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport van de hand van dhr. R. Zijlstra, Reclassering Nederland, gedateerd 14 augustus 2001.
- het psychiatrisch rapport gedateerd 22 mei 2001 van de hand van dr. J.M.J.F. Offermans.
Uit dit rapport blijkt dat onderzochte lijdende is aan een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens en dat onderzochte ten tijde van het plegen van de feiten als verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd. Door de deskundige wordt de kans op herhaling van soortgelijke en nog ernstigere delicten aanwezig geacht.
- het psychologisch rapport gedateerd 22 mei 2001 van de hand van drs. A.D. Wallace.
Uit dit rapport blijkt ook dat onderzochte lijdende is aan een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, omschreven als een persoonlijkheidsstoornis NAO met schizotypische, narcistische en afhankelijke trekken bij een zeer zwak ontwikkelde (seksuele) identiteit. Rapporteur concludeert dat de ten laste gelegde feiten in enigszins verminderde mate aan verdachte kunnen worden toegerekend. De rapporteur acht het herhalingsgevaar door dergelijke en nog ernstigere delicten hoog.
- het aanvullende psychiatrische rapport, gedateerd 19 oktober 2001, van de hand van dr. J.M.J.F. Offermans, opgemaakt mede op basis van voornoemde rapportages en na overleg met voornoemde psycholoog en reclasseringsmedewerker.
Dit rapport houdt in als beantwoording van de vraagstelling:
a. Welke behandelmogelijkheden zijn er voor verdachte ?
De thans (bij)gestelde diagnose (i.c. schizofrenie paranoïde type ) vraagt op grond van betrokkenes huidige (slechte) functioneren, zijn verwardheid en incoherentie in samenhang met de hem ten laste gelegde feiten om een intensieve, intramurale behandeling, waarbij naast de in eerdere rapportage gestelde middelen (een steunend-structurerende, ego-versterkende psychotherapie) ook (antipsychotische) medicatie wenselijk en noodzakelijk zal zijn om de "positieve" symptomen van schizofrenie, t.w. wanen en hallucinaties, effectief te bestrijden.
b. Is binnen enige behandelmogelijkheid medicijngebruik geïndiceerd, en zo ja, is de verdachte daartoe bereid ?
Zoals uit onder a. valt af te leiden, is medicatiegebruik bij de huidige diagnostische bevindingen ( i.c. schizofrenie paranoïde type ) geïndiceerd en zelfs noodzakelijk. Ofschoon betrokkene in de loop der tijd uiteenlopende uitspraken heeft gedaan over zijn bereidheid tot medicatie-inname, mag op grond van het huidige tegenover rapporteur verwoorde standpunt ten aanzien van medicatie en vooral zijn in de tijd zeer wisselende visies hierop ervan uitgegaan worden, dat betrokkene niet gedurende langere tijd bereid zal zijn om medicatie trouw in te nemen, hetgeen het ziektebeeld wel vereist.
c. Hoe lang zal naar verwachting de behandelduur van de verdachte zijn ?
De behandelduur zal op basis van de aard en ernst van de problematiek c.q. stoornis minimaal 2-3 jaren belopen, waarbij vooral gedacht moet worden aan een intramurale behandeling.
d. Tot welk advies leiden de onder a, b en c gegeven antwoorden ?
Rapporteur ziet geen aanleiding op grond van het onder a, b en c verwoorde om tot een andere conclusie te komen dan in de de rapportage d.d. 22 mei 2001 ten aanzien van de mate van toerekeningsvatbaarheid voor de feiten, daar er geen aanwijzingen zijn, dat betrokkene ten tijde van deze feiten onder invloed verkeerde van acuut psychotische verschijnselen zoals wanen en/of hallucinaties. Wel moet geconcludeerd worden, dat uit de intake-procedure bij de F.P.A. " De Dijk ", de voorlichtingsrapportage van de Reclassering Nederland, arrondissement Alkmaar en de aanvullende rapportage door ondergetekende de mogelijkheid van een TBS met voorwaarden niet haalbaar geacht moet worden. Deze overweging wordt vooral ingegeven door het feit, dat betrokkene niet of onvoldoende gemotiveerd is tot inname van ( antipsychotische) medicatie, hetgeen als een belangrijke bouwsteen moet worden beschouwd bij de behandeling van schizofrenie. Hieruit moge dan weer afgeleid worden, dat rapporteur thans geen andere mogelijkheid meer ziet dan uw College te adviseren betrokkene een TBS met bevel tot verpleging op te leggen.
Met de conclusies in bovengenoemde rapportages kan de rechtbank zich verenigen.
Verdachte heeft ook ter terechtzitting aangegeven dat hij geen medicijnen zal gebruiken.
9 MOTIVERING VAN DE MAATREGEL
De rechtbank zal, gelet op de genoemde rapportage omtrent de persoon van de verdachte, de terbeschikkingstelling van de verdachte gelasten, nu het door de verdachte begane feit een misdrijf is, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld en de algemene veiligheid van personen het opleggen van die maatregel eist.
De rechtbank zal voorts bevelen, dat de verdachte van overheidswege wordt verpleegd, nu de algemene veiligheid van personen die verpleging eist, één en ander overeenkomstig de in genoemde rapportage uitgebracht advies.
De rechtbank is uit de genoemde rapportage omtrent de persoon van de verdachte gebleken, dat de verdachte gevaarlijk is voor zichzelf en voor de algemene veiligheid voor personen.
10 TEN AANZIEN VAN DE INBESLAGGENOMEN VOORWERPEN
De rechtbank is van oordeel, dat de onder nr. 8 op de lijst van in beslaggenomen voorwerpen, voorwerpen te weten: 20 stuks papier inhoudende pornografische foto's van jongens dienen te worden onttrokken aan het verkeer.
De voorwerpen behoren toe aan de verdachte, zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar de door de verdachte begane misdrijven aangetroffen en kunnen dienen tot het begaan en de voorbereiding van soortgelijke misdrijven.
Met betrekking tot de voorwerpen onder de nummers 9 en 10 op de lijst van in beslag genomen voorwerpen zal de rechtbank geen beslissing nemen, nu deze voorwerpen met instemming van de beslagene/rechthebbende zijn vernietigd.
11 BENADEELDE PARTIJEN
* Ter terechtzitting is verschenen een persoon, genaamd: mr. G.A.M. van Dijk die heeft verklaard zich in het geding over de strafzaak te voegen namens de benadeelde partij: [ouder van slachtoffer 3], wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 3], in verband met een vordering tot vergoeding van ( 7500,- als voorschot op de immateriële schade die de verdachte aan de benadeelde partij heeft toegebracht.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij van zodanig eenvoudige aard is dat deze zich leent voor behandeling in deze strafzaak.
Nu voorts is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder feit 2 bewezen verklaarde strafbare feit, door de handelingen van de verdachte, rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag kan de vordering worden toegewezen.
De verdachte dient daarnaast te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
* Ter terechtzitting is verschenen een persoon, genaamd: mr. G.A.M. van Dijk die heeft verklaard zich in het geding over de strafzaak te voegen namens de benadeelde partij: [ouder van slachtoffer 4], wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 4], in verband met een vordering tot vergoeding van ( 7500,- als voorschot op de immateriële schade die de verdachte aan de benadeelde partij heeft toegebracht.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij van zodanig eenvoudige aard is dat deze zich leent voor behandeling in deze strafzaak.
Nu voorts is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder feit 3 bewezen verklaarde strafbare feit, door de handelingen van de verdachte, rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag kan de vordering worden toegewezen.
De verdachte dient daarnaast te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
* Ter terechtzitting is verschenen een persoon, genaamd: mr. G.A.M. van Dijk die heeft verklaard zich in het geding over de strafzaak te voegen namens de benadeelde partij: [ouder van slachtoffer 5], wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 5], in verband met een vordering tot vergoeding van ( 7500,- als voorschot op de immateriële schade die de verdachte aan de benadeelde partij heeft toegebracht.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij van zodanig eenvoudige aard is dat deze zich leent voor behandeling in deze strafzaak.
Nu voorts is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder feit 4 bewezen verklaarde strafbare feit, door de handelingen van de verdachte, rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag kan de vordering worden toegewezen.
De verdachte dient daarnaast te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
* Ter terechtzitting is verschenen een persoon, genaamd: mr. G.A.M. van Dijk die heeft verklaard zich in het geding over de strafzaak te voegen namens de benadeelde partij: [ouder van slachtoffer 7], wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 7], in verband met een vordering tot vergoeding van ( 3000,- wegens immateriële schade die de verdachte aan de benadeelde partij heeft toegebracht.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij van zodanig eenvoudige aard is dat deze zich leent voor behandeling in deze strafzaak.
Nu voorts is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder feit 6 bewezen verklaarde strafbare feit, door de handelingen van de verdachte, rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag kan de vordering worden toegewezen.
De verdachte dient daarnaast te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
* Ter terechtzitting is verschenen een persoon, genaamd: G.A.M. van Dijk, die heeft verklaard zich in het geding over de strafzaak te voegen namens de benadeelde partij: [ouder van slachtoffer 6], wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 6], in verband met een vordering tot vergoeding van ( 3000,- wegens immateriële schade die de verdachte aan de benadeelde partij heeft toegebracht.
Nu niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan de verdachte onder feit 5 is ten laste gelegd, kan de benadeelde partij niet in de vordering, die betrekking heeft op dat ten laste gelegde feit, worden ontvangen.
Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij [ouder van slachtoffer 6] niet ontvankelijk is in de vordering.
12 SCHADEVERGOEDING ALS MAATREGEL
De rechtbank heeft tot het opleggen van de hierna te noemen maatregelen besloten omdat de verdachte naar het oordeel van de rechtbank jegens de slachtoffers naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het hiervoor in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder feit 2, 3, 4 en 6 bewezen verklaarde strafbare feiten is toegebracht aan de benadeelden.
De toepassing van de vervangende hechtenis heft de op te leggen verplichting niet op.
13 TOEGEPASTE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
De op te leggen straf en maatregelen zijn gegrond op de artikelen 36b, 36c, 36f, 37a, 37b, 55, 57, 242, 244, 246, 247 van het Wetboek van Strafrecht.
14 BESLISSING
De rechtbank:
- Verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder feit 5 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
- Verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde, zoals hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING aangeduid, heeft begaan.
- Verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
- Verstaat dat het bewezen verklaarde oplevert de hierboven in de rubriek STRAFBAARHEID VAN HET BEWEZENVERKLAARDE vermelde strafbare feiten.
- Verklaart de verdachte voor het bewezen verklaarde strafbaar.
Ten aanzien van de feiten 1, 2, 3, 4 en 6:
Veroordeelt de verdachte voor het bewezen verklaarde tot een gevangenisstraf voor de tijd van 4 jaren.
Bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
- Gelast voorts de terbeschikkingstelling van de verdachte.
Beveelt dat de ter beschikking gestelde van overheidswege zal worden verpleegd.
De rechtbank adviseert op voet van art. 37b, lid 2 Sr de terbeschikkingstelling met verpleging van verdachte zo spoedig te laten aanvangen.
- Verklaart onttrokken aan het verkeer: 20 stuks papier, inhoudende pornografische foto's van jongens ( nr. 8 lijst in beslag genomen voorwerpen ).
Ten aanzien van feit 2:
- Wijst toe de vordering van de benadeelde partij.
Veroordeelt de verdachte tot het betalen van een bedrag van ( 7500,- ( zevenduizend vijfhonderd gulden) aan de benadeelde partij [ouder van slachtoffer 3] ( wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 3] ) als schadevergoeding.
Veroordeelt de verdachte voorts in de kosten die de benadeelde partij tot op heden heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
De tot heden gemaakte kosten begroot de rechtbank op ƒ 714,-.
Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [ouder van slachtoffer 3] ( wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 3] ) te betalen een som geld ten bedrage van ( 7500,- , ( zevenduizend vijfhonderd gulden), bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 70 dagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de betaling aan de Staat.
Bepaalt dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de betaling aan de benadeelde partij.
Ten aanzien van feit 3:
- Wijst toe de vordering van de benadeelde partij.
Veroordeelt de verdachte tot het betalen van een bedrag van ( 7500,- ( zevenduizend vijfhonderd gulden) aan de benadeelde partij [ouder van slachtoffer 4] ( wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 4] ) als schadevergoeding.
Veroordeelt de verdachte voorts in de kosten die de benadeelde partij tot op heden heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
De tot heden gemaakte kosten begroot de rechtbank op ƒ 714,-.
Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [ouder van s;achtoffer 4] ( wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 4] ) te betalen een som geld ten bedrage van ( 7500,- , ( zevenduizend vijfhonderd gulden), bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 70 dagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de betaling aan de Staat.
Bepaalt dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de betaling aan de benadeelde partij.
Ten aanzien van feit 4:
- Wijst toe de vordering van de benadeelde partij.
Veroordeelt de verdachte tot het betalen van een bedrag van ( 7500,- ( zevenduizend vijfhonderd gulden) aan de benadeelde partij [ouder van slachtoffer 5] ( wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 5] ) als schadevergoeding.
Veroordeelt de verdachte voorts in de kosten die de benadeelde partij tot op heden heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
De tot heden gemaakte kosten begroot de rechtbank op ƒ 714,-.
Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [ouder van slachtoffer 5] ( wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 5] ) te betalen een som geld ten bedrage van ( 7500,-, ( zevenduizend vijfhonderd gulden), bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 70 dagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de betaling aan de Staat.
Bepaalt dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de betaling aan de benadeelde partij.
Ten aanzien van feit 6:
- Wijst toe de vordering van de benadeelde partij.
Veroordeelt de verdachte tot het betalen van een bedrag van ( 3000,- ( drieduizend gulden) aan de benadeelde partij [ouder van slachtoffer 7] ( wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 7] ) als schadevergoeding.
Veroordeelt de verdachte voorts in de kosten die de benadeelde partij tot op heden heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken.
De tot heden gemaakte kosten begroot de rechtbank op ƒ 714,-.
Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [ouder van slachtoffer 7] ( wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 7] ) te betalen een som geld ten bedrage van ( 3000,-, ( drieduizend gulden), bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 40 dagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de betaling aan de Staat.
Bepaalt dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de betaling aan de benadeelde partij.
Ten aanzien van feit 5:
Verklaart de benadeelde partij [ouder van slachtoffer 6] ( wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 6] ) niet ontvankelijk in de vordering.
Dit vonnis is gewezen door
mr. H. de Klerk, voorzitter,
mr. A.J. Hardonk en mr. P.J. van de Flier, rechters,
in tegenwoordigheid van G.A.M. Delis, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 december 2001