ECLI:NL:RBALK:2000:AA7962

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
26 oktober 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
362/2000 AD
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • H. Warnink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod op contact en publicatie van persoonlijke gegevens na klacht seksuele intimidatie

Op 29 september 1997 diende eiseres een klacht in bij de Klachtencommissie Seksuele Intimidatie tegen gedaagde wegens intimidatie. De commissie oordeelde op 19 februari 1998 dat de klacht niet-ontvankelijk was, omdat eiseres zich niet seksueel geïntimideerd voelde. Gedaagde, die eerder bij de gemeente X werkte, kreeg op 1 april 1999 ontslag. In juli 2000 plaatste gedaagde vertrouwelijke correspondentie en processtukken over eiseres op een persoonlijke homepage op het internet. Eiseres sommeerde gedaagde op 28 september 2000 om deze homepage binnen 24 uur te verwijderen. Gedaagde verwijderde de homepage op 11 oktober 2000, na aangifte van eiseres en de gemeente X wegens smaad en laster. Eiseres vorderde in kort geding dat gedaagde zou worden verboden om opnieuw een dergelijke homepage te openen en om contact met haar te zoeken. De rechtbank oordeelde dat gedaagde onrechtmatig had gehandeld door de homepage te creëren en dat er voldoende grond was voor de gevorderde voorzieningen. De president verbood gedaagde voor de duur van een jaar contact te zoeken met eiseres en legde een dwangsom op voor elke overtreding. Tevens werd gedaagde veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE ALKMAAR
KG nummer: 362/2000 AD
Uitspraak: 26 oktober 2000
De fungerend-president van de Arrondissementsrechtbank te Alkmaar, rechtdoende in kort geding, heeft het volgende vonnis gewezen in de zaak van:
*,
wonende te,
EISERES IN KORT GEDING,
bij exploot van dagvaarding van 12 oktober 2000,
procureur,
tegen:
*,
wonende te,
GEDAAGDE IN KORT GEDING,
procureur.
HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Ter terechtzitting van 20 oktober 2000 heeft eiseres gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding alsmede de wijziging van eis als vervat in de pleitnotities van haar procureur.
Gedaagde heeft de vordering bestreden.
Na verder debat hebben partijen de stukken, waaronder van beide zijden pleitnotities, overgelegd en vonnis gevraagd.
De inhoud van alle stukken wordt als hier ingelast beschouwd.
DE BEHANDELING VAN DE ZAAK
1. De uitgangspunten
1.1 Eiseres is sedert 1990 werkzaam bij de gemeente
X. Gedaagde is werkzaam geweest bij de gemeente X.
1.2 Op of omstreeks 29 september 1997 heeft eiseres tegen gedaagde een klacht ingediend bij de Klachtencommissie Seksuele Intimidatie wegens intimidatie door gedaagde jegens haar. Bij rapportage van 19 februari 1998 heeft deze commissie geoordeeld dat de klacht niet-ontvankelijk is, aangezien eiseres nadrukkelijk had verklaard zich geïntimideerd te voelen, maar niet seksueel geïntimideerd, en de klachtenregeling slechts van toepassing is bij seksuele intimidatie.
1.3 Gedaagde is door de gemeente X ontslag verleend met ingang van (uiteindelijk) 1 april 1999.
1.4 Bij brief van 21 juli 1999 heeft gedaagde aan eiseres onder meer meegedeeld voornemens te zijn diverse klachten over haar bij het college van Burgemeesters & Wethouders (hierna: B & W) van de gemeente X in te dienen.
Bij brieven van 4, 11, 18, 22 en 23 augustus 1999 en
2 oktober 1999 heeft gedaagde op grond van diverse redenen klachten over eiseres bij B & W van de gemeente X ingediend. Van deze brieven heeft gedaagde steeds een afschrift naar het privé-adres van eiseres gestuurd. Een aantal van deze klachten heeft gedaagde tevens per fax naar de gemeente X gezonden.
Bij brief van 7 november 1999 aan B & W van de gemeente X heeft gedaagde gereageerd op de weigering van B & W om de klacht van 22 augustus 1999 in behandeling te nemen. Van deze brief heeft gedaagde een afschrift naar het privé-adres van eiseres gestuurd.
1.5 Eiseres heeft gedaagde op 22 december 1999 en op
1 maart 2000 gesommeerd om op geen enkele wijze, mondeling of telefonisch en/of schriftelijk contact te zoeken met eiseres en/of haar echtgenoot. Voorts is gedaagde gesommeerd de correspondentie over eiseres naar de gemeente X - de werkgever van eiseres - te staken.
1.6 In juli 2000 heeft gedaagde de teksten van de volledige correspondentie tussen hem en de gemeente X over eiseres alsmede alle processtukken die zijn gewisseld in de diverse procedures die gedaagde tegen de gemeente X voert of heeft gevoerd in een eigen homepage op het Internet gezet. Onder deze teksten bevinden zich vertrouwelijke stukken en persoonlijke stukken van eiseres.
1.7 Bij brief van 28 september 2000 heeft eiseres gedaagde gesommeerd de homepage binnen 24 uur van het Internet te verwijderen.
Gedaagde heeft de homepage op 11 oktober 2000 verwijderd, nadat zowel eiseres als de gemeente X aangifte bij de politie hadden gedaan in verband met smaad en laster en de gemeente X gedaagde had meegedeeld dat zijn handelwijze consequenties zou hebben voor zijn recht op wachtgeld.
2. De vordering
Eiseres vordert, na wijziging van eis, dat de president - kort gezegd - gedaagde verbiedt opnieuw een dergelijke homepage te openen op het Internet of te laten openen door derden en gedaagde verbiedt voor de duur van een jaar na betekening van dit vonnis contact te zoeken met eiseres of haar lastig te vallen, daaronder begrepen het benaderen van familieleden van eiseres, alsmede het benaderen van de werkgever van eiseres anders dan in het kader van een procedure, alles op straffe van een dwangsom.
Zij heeft hiertoe onder meer het volgende aangevoerd.
Door het creëren van de homepage heeft gedaagde jegens eiseres onrechtmatig gehandeld. Of gedaagde dat zelf ook zo ziet, betwijfelt eiseres ten zeerste. Eiseres heeft dan ook geen vertrouwen in de toezegging dat gedaagde niet opnieuw een dergelijke homepage zal maken.
Gedaagde heeft slechts toegezegd zich aan onderdelen van het contactverbod te zullen houden. In deze toezegging heeft eiseres geen vertrouwen nu eerdere sommaties zijn genegeerd of slechts tijdelijk hebben gewerkt.
3. Het verweer
Gedaagde heeft als verweer onder meer het volgende aangevoerd.
Eiseres heeft op onjuiste gronden een klacht wegens seksuele intimidatie op het werk tegen gedaagde ingediend.
De sommaties van eiseres zijn van een zo strikte aard dat gedaagde niet meer in staat zou zijn om onjuiste aanvallen aan zijn adres te pareren, danwel zelf bij de gemeente X klachten in te dienen tegen de in zijn ogen onrechtmatige handelwijze van eiseres.
4. De gronden van de beslissing
Als onweersproken staat vast dat gedaagde jegens eiseres onrechtmatig heeft gehandeld met het plaatsen van de hiervoor beschreven homepage op het Internet. In het kader van de onderhavige procedure heeft gedaagde er geen blijk van gegeven de ernst van dat handelen in voldoende mate in te zien. Nu het plaatsen van de homepage is voorafgegaan door eerder grensoverschrijdend gedrag van gedaagde, nameljk het in de maand augustus 2000 vijf maal een afschrift aan eiseres zenden van de klachten die gedaagde over haar in die maand bij de gemeente X heeft ingediend, is er voldoende grond voor toewijzing van de gevorderde voorzieningen zoals hierna vermeld.
Niet valt in te zien op welke grond gedaagde, nu hij zelf niet meer werkzaam is bij de gemeente X, nog klachten kan indienen over eiseres bij haar werkgever, zodat het verweer van gedaagde inhoudende dat hij de vrijheid moet hebben dit te kunnen doen reeds om die reden geen doel treft.
De gevorderde dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd. Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
DE BESLISSING
De president:
- verbiedt gedaagde na betekening van dit vonnis, een nieuwe homepage te openen op het Internet of te laten openen door derden, waarin correspondentie en/of (proces)stukken staan weergegeven waarin de naam/persoon van eiseres voorkomt danwel wordt genoemd dan wel de werksituatie en/of functie van eiseres bij de gemeente X betreffend, of daarnaar verwijzend, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van f 500,-- voor iedere dag dat gedaagde dit verbod overtreedt met een maximum van te verbeuren dwangsommen van f 15.000,--;
- verbiedt gedaagde voor de duur van een jaar na betekening van dit vonnis mondeling, schriftelijk of op welke wijze van communicatie dan ook, waaronder begrepen e-mail en internetverkeer, contact te zoeken met eiseres of haar lastig te vallen, daaronder begrepen het benaderen van familieleden van eiseres, alsmede het met betrekking tot eiseres benaderen van haar werkgever anders dan in het kader van een procedure, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van f 500,-- per overtreding met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van
f 15.000,--;
- veroordeelt gedaagde in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van eiseres begroot op f 472,97 aan verschotten en op f 1.550,- aan salaris van de procureur;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- weigert het meer of anders gevorderde.
Gewezen door mr H. Warnink, fungerend-president van de Arrondissementsrechtbank te Alkmaar en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 oktober 2000 in tegenwoordigheid van A.I. Doesburg, griffier.