ECLI:NL:PHR:2025:898
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het hoger beroep door het hof
In deze zaak is de verdachte, geboren in 1989, bij arrest van 1 augustus 2023 door het gerechtshof Amsterdam niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte door advocaat C.M. Peeperkorn, die één middel van cassatie heeft voorgesteld. Het middel klaagt dat het hof ten onrechte heeft vastgesteld dat er geen appelschriftuur houdende grieven is ingediend. De verdachte stelt dat er wel degelijk een appelschriftuur is ingediend, wat het hof niet heeft erkend. Het hof heeft overwogen dat er geen schriftuur houdende grieven is ingediend en dat er geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis zijn opgegeven. Hierdoor werd de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.
Aan de cassatieschriftuur is een screenshot van een door de rechtbank gestempelde appelschriftuur gehecht, die het vermoeden wekt dat het hof de verdachte ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. De conclusie van de Procureur-Generaal is dat het middel slaagt en dat de uitspraak van het hof dient te worden vernietigd en de zaak moet worden teruggeworpen naar het gerechtshof Amsterdam voor een nieuwe behandeling. De Procureur-Generaal heeft geen ambtshalve gronden aangetroffen die tot vernietiging van de uitspraak aanleiding geven.