3.3Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
“1. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte met fotobijlage d.d. 12 juli 2021 met nummer PL0900-2021222586-66 p. 501-503, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - de verklaring van aangeefster [betrokkene 1] :
Plaats delict: [a-straat 1] , [postcode] [plaats] .
Pleegdatum: 12 juli 2021.
Ik zag dat de vitrage op de slaapkamer van mijn zoontje deels open stond. Deze slaapkamer is gelegen aan de achterzijde van de woning. Ik zag modder op de vloer en op de vensterbank liggen. Ik zag dat een kast in deze kamer open stond die ik zeker dicht had gedaan. Ik zag dat in mijn slaapkamer en dat in de badkamer alle laatjes open getrokken waren. Ik zag dat in mijn slaapkamer alle laatjes waren leeggehaald en dat de inhoud hiervan op de grond was gegooid. In de badkamer was duidelijk te zien dat iemand in de laatjes aan het rommelen was geweest. Ik zag dat in de werkkamer de kast met linnengoed open stond en dat deze deels overhoop gehaald was.
Opmerking verbalisant: ik toon aan aangeefster een overzicht van goederen die bij de verdachten aangetroffen zijn.
Ik herken alle voorwerpen die u mij toont als mijn eigendom. Het grootste gedeelte van deze goederen lag in onze inloopkast gelegen aan de voorzijde van de woning. In deze inloopkast zit een raam. Het is dus mogelijk om vanaf de straat deze inloopkast te zien. In deze inloopkast stonden alle sieraden.
2. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 juli 2021 met nummer PL0900-2021222568-9 p. 509-510, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - het relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Op maandag 12 juli 2021, omstreeks 04:57 uur waren wij, verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , in uniform gekleed en met de toezicht belast. Omstreeks 04:57 uur kregen wij een melding. Er zou op de [a-straat 1] te [plaats] mogelijk een inbraak heterdaad zijn. Op maandag 12 juli 2021 reden wij vanaf de [b-straat 1] te [plaats] naar de [a-straat 1] .
Hierop ben ik, verbalisant [verbalisant 1] op de Hogering uit het dienstvoertuig gestapt en naar de [a-straat] gerend. Ik rende naar de achterzijde van de [a-straat 1] . Ik nam positie in bij de [c-straat 1] . Ik had vanaf deze locatie direct zicht op de achterzijde van de [a-straat 1] .
Ik zag op dat moment dat er voor mij twee onbekende verdachten, aan de achterzijde, op de eerste verdieping, uit het raam klommen en over het dak renden. Ik zag dat de verdachten richting de aflopende perceelnummers renden. Ik gaf via de portofoon de locatie door waar de verdachten naartoe renden. Ik kan de twee verdachten als volgt omschrijven:
Verdachte 1:
- man:
- circa 1.80 meter lang:
- licht getinte huidskleur;
- zwarte kleding:
- zwarte hoodie;
Verdachte 2 had hetzelfde signalement:
- man;
- circa 1.80 meter lang;
- licht getinte huidskleur;
- zwarte kleding;
- zwarte hoodie.
3. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 juli 2021 met nummer PL0900-2021222568-22 p. 523-524, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - het relaas van verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] :
Omstreeks 05:00 uur kregen wij de opdracht van het Operationeel Centrum om te gaan naar de [a-straat 1] te [plaats] . Wij zagen dat de voordeur niet was voorzien van een cilinderslot. Ambtshalve is ons bekend dat dit een wijze is waardoor inbrekers in woningen komen. Wij wisten toen vrijwel zeker dat er op dat moment werd ingebroken in de woning aan de [a-straat 1] te [plaats] . Wij deelden de bovengenoemde informatie met het Operationeel Centrum. Wij hoorden dat er meerdere collega's onderweg waren om de woning af te zetten.
Wij hoorden kort hierop portofonisch van een collega dat er enkele verdachten, die geheel donker gekleed waren, via een raam op de eerste etage de desbetreffende woning verlieten. Wij hoorden dat zij hierna hard wegrenden, over de daken van de eerste etage, globaal in de richting van de [d-straat] . Wij renden hierop met de verdachten mee.
Wij hoorden portofonisch dat de verdachte weg rende richting de busbaan, die parallel loopt met de [c-straat] . Ik, verbalisant [verbalisant 3] , rende in de richting van de busbaan. Ik zag dat ik langs de steeg rende die tussen de [d-straat] en de [c-straat] gesitueerd is. Ik zag in deze steeg twee personen rennen die geheel in het donker waren gekleed. Ik riep dat ik van de politie was, dat zij zijn aangehouden en dat zij moesten blijven staan. Ik zag dat de twee personen niet naar mij luisterden en verder renden in de steeg. Ik zag dat zij, via de omschreven steeg, weer in de richting van de [a-straat 1] renden. Ik zag dat de twee personen een schutting wilden overklimmen. Ik zag dat dit de schutting betrof die moest aansluiten bij de [a-straat 1] huisnummers […] , […] of […] . Wij zetten hierop de woonblokken waar de verdachten zich zouden bevinden dicht.
(...)
Ik, verbalisant [verbalisant 4] , liep naar de begane grond in de woning. Ik zag op de eettafel in de woning een slotentrekker liggen.
4. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen met fotobijlage d.d. 12 juli 2021 met nummer PL0900-2021222568-15 p. 511-518, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - het relaas van verbalisant [verbalisant 5] :
Ik ben vervolgens richting de achterzijde van de [a-straat 1] (het hof verstaat: [a-straat 1] ) te [plaats] gerend via de [d-straat] . Ter hoogte van de [c-straat] hoorde ik collega [verbalisant 3] zeggen dat hij twee verdachten in de steeg zag, gelegen achter de percelen [a-straat 2] en […] . Hierop hebben wij de achtertuinen gelegen aan de steeg dicht gezet. Daarbij zag ik een handtas liggen bij het hek aan het begin van de steeg ter hoogte van de woningen [c-straat] […] en […] . Ik zag dat de tas achter de deur lag welke toegang verschafte tot de steeg. Ik zag dat er in de tas verschillende gouden sieraden zaten.
Ik zag dat collega [verbalisant 6] met zijn hond achter in de steeg stond. Ik hoorde hem roepen dat hij collega's erbij wilde hebben omdat hij indicatie had dat de verdachten in de achtertuin zaten van de woning: [c-straat 2] . Ik voegde mij bij collega [verbalisant 6] en hoorde hem zeggen dat de hond een doosje met daarin een horloge had gevonden. Ik bekeek vervolgens de achtertuin in de directe nabijheid van de [c-straat 2] . Daarbij klom ik op de aanwezige schuurtjes samen met collega [verbalisant 2] .
Ik betrad de achtertuin van de woning gelegen aan de [a-straat 2] te [plaats] . Ik zag onder de overkapping een loungeset staan met daarop veel kussens. Ik zag dat er een manspersoon onder de kussens verstopt lag. Ik merkte de manspersoon aan als verdachte van de woninginbraak en sprak hem aan. Ik haalde de kussens weg die op hem lagen. Ik hield de verdachte aan. De verdachte bleek later te zijn: [verdachte] ( [verdachte] ).
Ik onderzocht de loungebank waar de verdachte op lag. Ik haalde de kussens weg en zag daaronder een autosleutel liggen van het merk Opel. Ik zag dat er aan de autosleutel nog een gewone sleutel hing.
Ik en mijn collega ’s maakten nog een zoekslag in de omgeving naar andere verdachten. Ik hoorde na enige tijd via de portofoon dat collega [verbalisant 7] doorgaf dat hij was aangesproken door de bewoner van de [c-straat 2] . De bewoner had aangegeven dat hij vermoedde dat er een verdachte in zijn schuur zou zitten. Ik begaf mij weer naar de [c-straat 2] en zag dat er al collega 's zich bij collega [verbalisant 7] hadden gevoegd. Ik hoorde dat zij een verdachte aanriepen en vervolgens aanhielden. Ik kwam aan bij de schuur en zag de collega's met de verdachte de schuur uit lopen. Ik betrad de schuur en zag rechts naast de schuurdeur op de grond/in het kozijn twee bankpassen liggen van de ABN AMRO. Ik zag dit de volgende bankpassen betroffen: betaalpas ABNAMRO op naam van [naam 1] en [A] B.V., rekeningnummer: [rekeningnummer 1] , pasnummer: […] en betaalpas ABNAMRO op naam van [B] B.V., rekeningnummer: [rekeningnummer 2] , pasnummer: […] . Ik vroeg aan de bewoner van de [c-straat 2] of de bankpassen van hen waren. Ik hoorde hem zeggen dat dit niet het geval was en dat dit er niet lag toen zij de schuur hadden afgesloten.
5. Het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal aanhouding verdachte d.d. 12 juli 2021 met nummer PL0900-2021222568-12 p. 102-103, voorzover inhoudende - zakelijk weergegeven - het relaas van de verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 8] :
Ik, verbalisant [verbalisant 8] , hoorde collega [verbalisant 7] zeggen dat hij werd aangesproken door de bewoners van de [c-straat 2] dat daar mogelijk een verdachte in hun schuur in de tuin zou kunnen zitten. Hierop ben ik, verbalisant [verbalisant 8] , samen met de collega’s [verbalisant 9] en [verbalisant 7] naar deze schuur gelopen, waarna [verbalisant 7] en ik de verdachte: [medeverdachte], geboren op [geboortedatum] 1999, aantroffen in deze schuur. Wij hebben [medeverdachte] vervolgens aangehouden ter zake inbraak woning.
6. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juli 2021 met nummer MD2R021054-8 p. 533, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - het relaas van verbalisant [verbalisant 10]:
Na telefonisch contact met aangeefster [betrokkene 1] , bevestigde deze dat beide bankpassen van haar partner [betrokkene 2] waren. De pas op naam van; [B] b.v. en de pas op naam van: [A] b.v. behoren beide toe aan haar partner en zijn bankpassen van het werk. [betrokkene 3] is de zakenpartner van [betrokkene 2].
7. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 juli 2021 met nummer PL0900-2021222568-16 p. 519-520, voorzover inhoudende zakelijk weergegeven - het relaas van verbalisant [verbalisant 7] :
Vandaag maandag 12 juli 2021 omstreeks 05:00 uur hoorde ik portofonisch dat op de [a-straat 1] te [plaats] mogelijk een inbraak woning gaande zou zijn.
Ik hoorde toen de eerste eenheid ter plaatste was, dat zij konden zien dat er daadwerkelijk personen in de woning bezig waren. Tevens gaven zij door dat de cilinder uit de voordeur was verwijderd.
Intussen werd omstreeks 05:40 uur een verdachte aangehouden. Deze verdachte is aangehouden in de achtertuin van de [a-straat 2] te [plaats] .
Op het moment dat het zoeken door de helikopter was beëindigd werd ik aangesproken door de bewoner van de [c-straat 2] te [plaats] . Hij vertelde mij dat hij dacht dat er mogelijk iemand in zijn schuur zou zitten. Ik heb de deur geopend. Ik zag direct om de hoek een mans persoon staan welke direct is aangehouden te 06:30 uur.
De woning [c-straat 2] ligt precies in het gebied dat de gehele tijd afgezet is geweest door de politie. Deze steeg grenst ook aan de achterzijde van de tuinen van de [a-straat 1] waar ingebroken was.
8. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 juli 2021 met nummer PL0900-2021222568-59 p. 525-526, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - het relaas van verbalisant [verbalisant 11]:
Op maandag 12 juli 2021, omstreeks 06:40 uur, bevond ik mij op de [e-straat] te [plaats] . Het was mij bekend dat zojuist [verdachte] op heterdaad was aangehouden op verdenking van inbraak in een woning en dat bij deze verdachte een autosleutel van het merk Opel was aangetroffen.
Het was mij tevens bekend dat de aangehouden verdachte een voertuig van het merk Opel, type Corsa, voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken] op naam had.
Ik zag in een parkeervak, gelegen aan de [e-straat], aan de zijkant van de woning gelegen aan de [d-straat 1], genoemd voertuig staan. Omdat dit voertuig op naam gesteld is van de aangehouden verdachte [verdachte] , nam ik dit voertuig ter waarheidsvinding in beslag.
Ik zag op de achterbank van het voertuig, aan de linkerzijde achter de bestuurdersstoel een schoudertasje liggen. Ik onderwierp dit tasje aan een onderzoek en trof in het tasje een Nederlands identiteitsbewijs aan. Ik zag dat dit identiteitsbewijs op naam gesteld is van [medeverdachte], geboren [geboortedatum] 1999.”