Conclusie
Nummer22/01326
Inleiding
“opzettelijk een minderjarige onttrekken aan het wettig over hem gesteld gezag en aan het opzicht van degene die dit desbevoegd over hem uitoefende, terwijl die minderjarige beneden de twaalf jaren oud was”veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier maanden, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast heeft het hof de vordering van de benadeelde partij toegewezen en een schadevergoedingsmaatregel opgelegd, een en ander zoals nader in het arrest is omschreven.
Het middel
De bewezenverklaring en de bewijsvoering
“Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
“Strafbaarheid van de verdachte
De eerste deelklacht
nimmer zijn vastgesteld”. Het hof heeft de ter terechtzitting afgelegde verklaring van de verdachte opgevat als een erkenning dat de bedoelde strafbare feiten nooit zijn vastgesteld, terwijl deze – gelet op de rest van de verklaring – een andere strekking had, zo begrijp ik de steller van het middel.
De bespreking van de eerste deelklacht
De tweede deelklacht
". (…)”