ECLI:NL:PHR:2024:1427
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet indienen van schriftuur
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 7 juli 2022 het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 8 april 2021 bevestigd. De rechtbank had vastgesteld dat de betrokkene wederrechtelijk verkregen voordeel had van € 4.149,00 en hem de verplichting opgelegd om dit bedrag aan de staat te betalen. De betrokkene heeft cassatie ingesteld, maar er is geen schriftuur met middelen van cassatie ingediend. Dit is een vereiste volgens de wet, en omdat de betrokkene niet binnen de gestelde termijn een schriftuur heeft ingediend, kan hij niet in zijn cassatieberoep worden ontvangen. De conclusie van de procureur-generaal is dat de betrokkene niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn cassatieberoep. Deze zaak heeft samenhang met meerdere andere zaken, maar de focus ligt hier op de niet-ontvankelijkheid van de betrokkene in zijn cassatie.