ECLI:NL:PHR:2023:11

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
10 januari 2023
Publicatiedatum
23 december 2022
Zaaknummer
21/01677
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Profijtontneming en schending aanwezigheidsrecht in hoger beroep

In deze zaak betreft het een conclusie van de procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden over profijtontneming. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 14 april 2021 vastgesteld dat de betrokkene wederrechtelijk verkregen voordeel heeft van € 9.500,00. Na aftrek van het in beslag genomen en verbeurdverklaarde bedrag van € 4.760,00, is de betrokkene verplicht om € 4.740,00 aan de staat te betalen. De zaak heeft samenhang met een andere strafzaak, genummerd 21/01678, waarover ook een conclusie zal worden getrokken. Het cassatieberoep is ingesteld door de betrokkene, vertegenwoordigd door advocaat Y. Moszkowicz uit Utrecht, die twee middelen van cassatie heeft voorgesteld. Deze middelen zijn inhoudelijk identiek aan de middelen in de samenhangende strafzaak. De conclusie van de procureur-generaal is dat beide middelen falen en dat er geen gronden zijn gevonden die aanleiding geven tot vernietiging van de bestreden uitspraak. De conclusie strekt tot verwerping van het beroep.

Conclusie

PROCUREUR-GENERAAL

BIJ DE

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

Nummer21/01677 P
Zitting10 januari 2023

CONCLUSIE

D.J.C. Aben
In de zaak
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984,
hierna: de betrokkene
1. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft bij arrest van 14 april 2021 het door de betrokkene wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 9.500,00 en – na aftrek van het onder de betrokkene in beslag genomen en verbeurdverklaarde geldbedrag van € 4.760,00 – aan de betrokkene de verplichting opgelegd tot betaling aan de staat van het bedrag van € 4.740,00.
2. Er bestaat samenhang met de strafzaak 21/01678. In die zaak zal ik vandaag ook concluderen.
3. Het cassatieberoep is ingesteld namens de betrokkene. Y. Moszkowicz, advocaat te Utrecht, heeft twee middelen van cassatie voorgesteld.
4. Beide voorgestelde middelen zijn inhoudelijk identiek aan de twee middelen die in de samenhangende strafzaak zijn voorgesteld. Derhalve verwijs ik voor de inhoudelijke bespreking van de middelen in deze ontnemingszaak naar de conclusie in de strafzaak.
5. Beide middelen falen.
6. Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden uitspraak aanleiding behoren te geven.
7. Deze conclusie strekt tot verwerping van het beroep.
De procureur-generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden

AG