ECLI:NL:PHR:2022:493
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet indienen middelen van cassatie
In deze zaak is een cassatieberoep ingesteld namens de verdachte, die geboren is in 1973. De verdachte heeft echter geen schriftuur houdende middelen van cassatie ingediend binnen de wettelijk gestelde termijn. Dit is een vereiste volgens artikel 437 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de verdachte niet-ontvankelijk moet verklaren in het ingestelde cassatieberoep. De verdachte was eerder door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden voor verschillende strafbare feiten, waaronder het handelen in strijd met de Wet wapens en munitie en de Opiumwet. De zaak heeft samenhang met een andere zaak, genummerd 19/05487, waarover ook een conclusie zal worden getrokken. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtsgang en de waarborging van de procesrechten van de verdachte.