Conclusie
PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CONCLUSIE
knowhowen middelen te delen.
“over te gaan tot de analyse met het oog op het maken van kopieën van de harde schijven en de RAM-geheugens van de (...) verzegelde servers.”
5. De beoordeling
‘commission rogatoire’en uitgevoerd door de Franse politie. Met andere woorden: de Nederlandse justitiële autoriteiten zijn daar in strafvorderlijke zin op geen enkele manier bij betrokken geweest. Dit is ook bevestigd door de verantwoordelijke Franse onderzoeksrechter in een e-mail van 27 maart 2021. De enkele omstandigheid dat door gespecialiseerde Nederlandse opsporingsambtenaren technische bijstand is verleend, maakt dit niet anders, nu dit geen werkzaamheden betreffen ter uitoefening van Nederlandse strafvorderlijke bevoegdheden. Dit wordt ook niet anders door het gegeven dat het verzoek om technische bijstand is gedaan in het kader van de JIT-overeenkomst. Nu de servers niet door de Nederlandse autoriteiten in beslag zijn genomen, kan bij de Nederlandse rechter niet worden geklaagd over het uitblijven van een last tot teruggave daarvan. Klager is in zoverre niet-ontvankelijk in zijn beklag, waarbij de rechtbank ten overvloede opmerkt dat de servers reeds zijn teruggegeven aan de eigenaar, [A] .
eerste middelbevat de klacht dat het oordeel van de rechtbank dat de klaagster niet-ontvankelijk is in haar beklag onbegrijpelijk is, omdat – anders dan de rechtbank heeft aangenomen – ook sprake is geweest van Nederlands strafvorderlijk onderzoek. Het middel valt uiteen in een tweetal deelklachten.
De uitoefening van opsporingsbevoegdheden op Nederlands grondgebied ten behoeve van het onderzoek van het gemeenschappelijk onderzoeksteam, bedoeld in artikel 5.2.1, geschiedt met inachtneming van het bepaalde bij en krachtens dit wetboek en de tussen de bij het gemeenschappelijke onderzoeksteam betrokken landen geldende verdragen.”
Artikel 5.2.4. (overdracht resultaten onderzoek)
1. Stukken, voorwerpen en gegevens die in Nederland zijn vergaard met gebruikmaking van enige strafvorderlijke bevoegdheid ten behoeve van het onderzoek van het gemeenschappelijk onderzoeksteam, bedoeld in artikel 5.2.1, dat buiten Nederland is gevestigd, kunnen onmiddellijk voorlopig ter beschikking worden gesteld van het onderzoeksteam.
Gemeenschappelijke onderzoeksteams
(…)
Het team wordt ingesteld in een van de lidstaten waar het onderzoek naar verwachting zal worden uitgevoerd.
tweede middelbevat de klacht dat de rechtbank een te beperkte uitleg heeft gegeven aan de begrippen “kennisneming” en “gebruik”.