2.4.Uit het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 3 maart 2021 blijkt dat de raadsvrouw van de verdachte overeenkomstig de overgelegde pleitnotities onder meer het volgende heeft aangevoerd:
“
Mijn pleidooi zal bestaan uit 3 delen.
[…]
In deel 3 zal ik bepleiten dat – gelet op de uitspraak in de zaak van [mededader 6] – de persoonlijke omstandigheden van [verdachte] niet anders zijn dan die van [mededader 6] .
Ik zal uw Hof dan ook verzoeken een groot deel van de straf voorwaardelijk op te leggen.
[…]
Deel 3: zaak [mededader 6]
Uitspraak rechtbank Amsterdam d.d. 18 september 2019
[mededader 6] , heeft een gevangenisstraf van 40 maanden opgelegd gekregen, waarvan 24 maanden voorwaardelijk.
Over de rol van [mededader 6] overweegt de rechtbank in rechtsoverweging 3.4.4.:
“Door zich actief (telefonisch) te bemoeien met het transport van de zending bananen (waarvan verdachte wist dat deze cocaïne zou bevatten) van de haven van Antwerpen naar de loods in Medemblik — en daarmee het binnen het grondgebied van Nederland brengen -, heftrucks te huren om de zending bananen vervolgens zelf in de loods te lossen en het contact onderhouden met meerdere bij de lading betrokken personen, heeft verdachte een wezenlijke bijdrage geleverd aan de keten van invoer van de cocaïne.”
[mededader 6] is dus de transporteur van de lading en daarmee degene die de cocaïne binnen het grondgebied van Nederland brengt.
Over de rol van [verdachte] overwoog de rechtbank:
“De rechtbank beschouwt zijn fysieke aanwezigheid in de rol van uitlader van de dozen wezenlijk, waarbij hij een essentiële schakel in de keten vormt van het invoertraject – weliswaar aan het einde van de invoer – en met zijn handelen heeft hij dan ook een wezenlijke bijdrage geleverd aan de verlengde invoer vanuit Antwerpen van 1,082 kilo cocaïne Nederland”
Wanneer ik deze twee overwegingen van de rechtbank vergelijk is niet uit te te begrijpen voor de verdediging en niet uit te leggen aan [verdachte] en dat [verdachte] is veroordeeld tot 42 maanden onvoorwaardelijk gevangenisstraf en [mededader 6] tot een onvoorwaardelijke straf van 16 maanden.
[mededader 6] had een essentiële rol bij het transport van Antwerpen naar Medemblik. [verdachte] was een uitpakker volgens de rechtbank. [verdachte] is first-offender. [mededader 6] is meermaals veroordeeld voor het overtreden van de Opiumwet.
Persoonlijke omstandigheden van [verdachte]
De rechtbank in eerste aanleg heeft in de zaak van [verdachte] geen reden gezien om bij de strafmaat rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van mijn [verdachte] . Hoe onbegrijpelijk dan ook voor de verdediging om te lezen dat de rechtbank in het vonnis van [mededader 6] in haar strafmotivering maar liefst drie alinea’s wijdt aan de persoonlijke omstandigheden van [mededader 6] en dit ook lijkt mee te wegen in de uiteindelijke beslissing om hem 24 maanden voorwaardelijk op te leggen.
De rechtbank heeft
ten onrechte de persoonlijke omstandighedenvan [verdachte] niet heeft meegewogen bij het bepalen van de strafmaat.
U heeft gisteren het rapport het uitgebreide rapport van 1 maart 2021 van mevrouw E. van het Rot van Forensisch maatwerk ontvangen.
U heeft daarin kunnen lezen dat [verdachte] net als [mededader 6] een stabiele gezinssituatie heeft en een geliefde man, vader en opa is. Daarnaast heeft mijn [verdachte] te kampen met ernstige gezondheidsproblemen.
Als dan gekeken wordt naar uitspraken in vergelijkbare zaken, in combinatie met de uitspraak van de rechtbank in de zaak van [mededader 6] , ben ik van mening dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 42 maanden niet passend is.
En van de eis van advocaat-generaal begrijp ik al helemaal niets.
De advocaat-generaal zegt:
“ [verdachte] had zijn verantwoordelijkheid moeten nemen en kennelijk door geen verklaring af te leggen heeft hij dat niet gedaan”.
De advocaat-generaal zegt ook dat [verdachte] laag in de boom zit, dat hij probeert te bepalen wat passend is. Dat de hoogte van de straf bepalend is voor de rol.
Als dat al zo moge zijn, dan snap ik werkelijk niet van een eis van 57 maanden voor [verdachte] . Dat is niet rechtvaardig.
Straffen
Als wordt gekeken naar de belangrijkste strafdoelen (vergelding, generale en specifieke preventie) wil ik het volgende nog opmerken:
Wat betreft de generale preventie moet vastgesteld worden dat de hoogte van straf maar een (zeer) beperkt effect als het gaat om afschrikking van andere potentiële daders.
De officier van justitie van het landelijk parket van het OM Jirko Partist (bijgevoegd aan de pleitnota) lijkt dat in het interview te onderkennen gezien de volgende zin uit het artikel:
“Officier van justitie Patist zegt dat het OM niet de illusie heeft dat met hogere straffen de handel in harddrugs kan worden gestopt”.
Dan de vergelding: Aan de ene kant is vergelding de rechtvaardiging van straf, maar biedt zij tegelijkertijd bescherming aan de verdachte, in die zin dat de proportionaliteit (in aanmerking genomen de ernst van het delict en het verwijt dat verdachte te maken valt) de bovengrens in de straftoemeting vormt.
In dat kader stel ik vast dat [verdachte] al een forse tijd vast heeft gezeten in het kader van voorlopige hechtenis. De verdediging meent dat een voorwaardelijke vrijheidsstraf voldoende recht doet aan dit strafdoel.
Waarom zou Uw Hof voor deze een andere straf op moeten leggen dan de rechtbank?
De verdediging snapt dat U geen rekening zou kunnen houden met het feit dat [verdachte] al in juli 2017 is geschorst. Immers dan zou U in een andere zaak om die reden mogelijk niet meer tot een schorsing overgaan.
De werkelijkheid in 2021 is dat de wereld door Corona om onnavolgbare wijze is veranderd. Niets is meer hetzelfde. Geen strafzaak in het verleden kan om die reden nog worden vergelijken met de zaak van [verdachte] . Als u [verdachte] de gevangenis in stuurt, stuurt u een man met een ernstige vorm van COPD terug naar een brandhaard van mogelijk besmetting van corona die voor [verdachte] dodelijk zou kunnen aflopen.
Daarbovenop stuurt u een man die al 40 jaar is getrouwd naar een plek ver weg van zijn echtgenoot die dan ook in verband met Corona hem niet zou kunnen bezoeken. Niet. Nooit.
Met betrekking tot corona en gevangenis uit het artikel “Detentie en re-integratie ten tijde van corona”:
Met name het niet kunnen zien van familieleden leidt tot negatieve emoties. Gedetineerden die normaal gesproken wekelijks bezoek van bijvoorbeeld hun partner en kinderen ontvangen, geven aan dat zowel zij als hun familieleden momenteel een extreem gemis ervaren en dat een gevoel van eenzaamheid overheerst, ook al kunnen ze momenteel wel contact hebben via Skype op bepaalde momenten in de week. Uit divers onderzoek is gebleken dat bezoek tijdens detentie bijdraagt aan het behoud van sociale contacten en de eigen identiteit.
Verzoek opleggen onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van het voorarrest met oplegging van een duur voorwaardelijk.
Conclusie:
[…]
Verzoek Uw Hof te motiveren bij uw strafoplegging – mocht u het eens zijn met de rechtbank – waarom de persoonlijke omstandigheden van [mededader 6] zwaarder dienen te wegen dan die van [verdachte] .
Verzoek Uw Hof te motiveren bij uw strafoplegging dat [verdachte] (gelet op het feit dat de advocaat-generaal stelt dat [verdachte] als ‘laagste in de boom’) - mocht u het eens zijn met de advocaat-generaal - waarom [verdachte] eenzelfde straf als de overige verdachten verdient.”