3.2Deze bewezenverklaring heeft het hof doen steunen op de volgende bewijsmiddelen:
“De hierna te melden bijlagen van het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van de politie Oost-Nederland, genummerd PL0600-2017140760, opgemaakt door [verbalisant 1] , hoofdagent van politie Oost-Nederland, gesloten en getekend op 7 juli 2017:
1. een proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij, genummerd PL0600-2017140760-1, opgemaakt door [verbalisant 1] , hoofdagent van politie Oost-Nederland, gesloten en getekend op 7 juli 2017, als bijlage op pagina’s 34-40, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van verbalisant:
Op pagina 34:
Op 11 april 2017 stelde ik een onderzoek in op het adres [a-straat 1] , [plaats] vanwege een verdenking van overtreding van de Opiumwet.
Op het genoemde adres staat de volgende persoon ingeschreven:
Achternaam: [verdachte] ;
Voornamen: [verdachte] ;
Geboren: [geboortedatum] 1985;
Geboorteplaats: [geboorteplaats] .
In voornoemde woning werd op 11 april 2017 binnengetreden. Het bleek dat op genoemd adres een hennepkwekerij met planten aanwezig was.
Op pagina 35:
Kweekruimte 1
De eerste kweekruimte bevond zich op de eerste verdieping van bovengenoemd pand. Als men vanaf de trap op de eerste verdieping komt bevindt zich schuin rechts de kweekruimte, rechts bevindt zich de doucheruimte. In totaal stonden er 114 hennepplanten. Ik zag dat deze hennepplanten in kokos werden gekweekt. Ik zag dat er per pot één hennepplant werd gekweekt.
Kweekruimte 2
De tweede kweekruimte bevond zich op de zolder. In totaal stonden er 140 hennepplanten. Ik zag dat deze hennepplanten in kokos werden gekweekt. Ik zag dat er per pot één hennepplant werd gekweekt.
Op pagina 36:
Ik, verbalisant constateerde op grond van mijn kennis en ervaring dat het hennepplanten waren. Ik constateerde, gezien waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm en daarnaast de herkenbare geur, dat de aangetroffen planten hennepplanten waren.
Het is een feit van algemene bekendheid dat bij hennepkwekerijen meestal diefstal van energie (stroom) plaatsvindt. De stroomvoorziening is onderzocht door de fraude-inspecteur bij de netwerkbeheerder Liander in aanwezigheid van mij, verbalisant. Hierbij werd geconstateerd dat de stroomvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen. Het bleek dat de zegels van de hoofdaansluitkast waren verwijderd. Na het verwijderen van het deksel van de aansluitkast bleek dat aan de onderzijde van de zekeringhouders een illegale drie-fasenelektriciteitsaansluiting was gemaakt. Tevens bleek dat deze illegale elektriciteitsaansluiting buiten de elektriciteitsmeter om liep naar de hennepplantage en deze voorzag van elektriciteit.
Op pagina 37:
Als verdachte is aangemerkt: [verdachte]
Reden verdenking: [verdachte] staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op bovengenoemd adres, waar de hennepkwekerij zich bevond. Tevens was hij ten tijde van de instap aanwezig in de woning.
2. een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5° van het Wetboek van Strafvordering, te weten een aangifte door Liander, betreffende de diefstal van elektriciteit, opgemaakt door [betrokkene 1] , technisch administratief medewerkster bij Liander N.V. in Duiven, ondertekend op 21 april 2017, en in ontvangst genomen op 25 april 2017 door verbalisant [verbalisant 2] , hoofdagent van politie Oost-Nederland, als bijlage op pagina’s 67-95, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
Op pagina 67:
Aangifte
Pleegplaats [plaats]
Adres [a-straat 1]
Diefstal energie, na verbreking verzegeling
Namens Liander N.V. ben ik, [betrokkene 1] , in dienstbetrekking als medewerker fraude bij Liander N.V., uit hoofde van mijn functie bevoegd om van bovenstaand feit aangifte te doen bij de politie.
Liander N.V. heeft vanaf 4 augustus 2016 met een persoon genaamd [verdachte] een overeenkomst betreffende aansluiting en transport van elektriciteit naar bovengenoemd perceel.
Op 11 april 2017 is door de fraudespecialist van Liander N.V. een onderzoek ingesteld naar de aansluiting, waaronder de meetinrichting die eigendom is van Liander N.V. en die zich bevindt in bovengenoemd perceel.
Op pagina 68:
De fraudespecialist constateerde op 11 april 2017 dat de zegels van de hoofdaansluitkast waren verwijderd en na het verwijderen van het deksel van de aansluitkast zag hij dat aan de onderzijde van de zekeringhouders een illegale 3 fasen elektriciteitsaansluiting was gemaakt. Hij zag dat deze illegale 3 fasen elektriciteitsaansluiting buiten de elektriciteitsmeter om liep naar de hennepplantage en deze voorzag van elektriciteit. Door een illegale 3 fasen elektriciteitsaansluiting onder de zekeringhouders te maken is het mogelijk meer vermogen afte nemen dan dat de contractueel overeengekomen en geïnstalleerde hoofdzekeringen zouden doorlaten. Hij weet dat daardoor schade en hinder werd veroorzaakt aan Liander N.V., omdat de juiste tarievenregeling niet juist kon worden toegepast. Voorts heeft hij vastgesteld dat het gelijktijdige af te nemen vermogen van de getransporteerde elektriciteit niet meer in overeenstemming was met de installatie.
Uit het door Liander N.V. ingestelde onderzoek is gebleken dat er een hennepplantage was ingericht in bovengenoemd perceel in ieder geval in de periode van februari 2017 tot 11 april 2017.
Naar aanleiding van deze inventarisatie en het door Liander N.V. ingestelde onderzoek is door mij een berekening gemaakt waaruit blijkt dat er minimaal 30.226 kWh illegaal is afgenomen (weggenomen) ten behoeve van de hennepplantage.
3. een proces-verbaal van verhoor verdachte, genummerd PL0600-2017140760-7, opgemaakt door [verbalisant 3] , hoofdagent van politie Oost-Nederland en [verbalisant 4] , brigadier van politie Oost-Nederland, gesloten en getekend op 11 april 2017, als bijlage op pagina’s 22-27, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van medeverdachte [betrokkene 2] :
Op pagina 24:
Vraag verbalisanten: Wat kunt u verklaren over de aangetroffen hennepkwekerij op het adres [a-straat 1] [plaats] ?
Antwoord verdachte: Ik heb mijn vriend bezocht.
Vraag verbalisanten: Wie is de eigenaar en/of bewoner van het perceel?
Antwoord verdachte: De eigenaar is degene die daar woont en ik ken hem al heel lang. Dit is [verdachte] .
Vraag verbalisanten: Wie is de eigenaar van de hennepkwekerij?
Antwoord verdachte: Wie de echte eigenaar is geweest durf ik niet te zeggen. Gisteren is er iemand bij [verdachte] geweest. Dit gesprek kon ik niet verstaan. Er was één persoon en hij sprak Turks.
Op pagina 25:
Vraag verbalisanten: Waarom kwam deze man langs?
Antwoord verdachte: Die vriend van mij zei dat hij al anderhalve maand langs kwam. Deze man heeft [verdachte] aangegeven hoe hij de kwekerij moest onderhouden. Het was duidelijk dat hij een kwekerij in zijn woning had. Hij vond het normaal om een hennepplantage in zijn woning te hebben omdat Nederlanders dit ook doen.
Vraag verbalisanten: Weet u wie de hennepkwekerij heeft?
Antwoord verdachte: [verdachte] heeft mij verteld dat hij tien dagen bezig was met het opzetten van de kwekerij.
Vraag verbalisanten: Heeft uw vriend u verteld wat hij verdient om deze kwekerij in zijn huis te hebben?
Antwoord verdachte: Ik heb gehoord dat hij de eerste keer niet betaald werd omdat het een proefperiode is. De tweede keer misschien wel. Ik weet niet wat hij er dan voor zou krijgen. Ik weet zeker dat het de eerste oogst is. Drie maanden geleden was ik bij hem. Toen was de kwekerij er niet.
Vraag verbalisanten: Hoeveel en hoe lang staan de planten er al?
Antwoord verdachte: Ik weet dat het op de zolder en vlakbij de badkamer staat, maar ik weet niet precies hoeveel planten er staan. De geur is erg sterk en er is altijd geluid.
4. een proces-verbaal van verhoor verdachte, genummerd PL0600-2017140760-8, opgemaakt door [verbalisant 5] en [verbalisant 6] , beiden hoofdagent van politie OostNederland, gesloten en getekend op 11 april 2017, als bijlage op pagina’s 17-21, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van verdachte:
Op pagina 18:
Vraag verbalisanten: Wat kunt u verklaren over de aangetroffen hennepkwekerijen op het adres [a-straat 1] [plaats] ?
Antwoord verdachte: Ik heb een groep ontmoet op het station in Arnhem. Zij zeiden mij dat zij de zolder bij mij wilden huren. Zij hebben mij een aanbod gedaan van om de twee maanden krijg je 5.000 euro. Ik had dit helemaal niet in mijn gedachten en ik had hier niet over nagedacht. Zij wilde graag mijn huis bezichtigen en zijn meegegaan. In eerste instantie weigerde ik het om te verhuren. Zij vroegen wat ik ervan vond en ik twijfelde heel erg. Zij zeiden dat ik mij nergens druk over hoef te maken en dat zij de materialen gingen halen. Zij kwamen vervolgens nog een keer. Dit was ongeveer een week daarna. Zij gingen in mijn woning kijken naar de elektriciteit en meterstanden. Zij zeiden dat ze over twee dagen gereedschap gingen halen. Vervolgens kwamen zij terug met veel gereedschap en kartonnen. Zij hebben dit in de avond naar binnen gebracht zodat de buren niets door hadden zeiden ze. Daarna zijn zij de volgende dag gekomen en begonnen ze aan het werk. Elke dag kwamen de vijf personen langs, ongeveer vijf dagen lang. Ik ging naar school en heb niet geholpen. Nadat zij klaar waren met de werkzaamheden begonnen ze. Het zag er heel erg bijzonder en angstaanjagend uit. Aan het begin begreep ik niet wat zij precies gingen doen. Zij zeiden dat zij gingen kweken. Ik wist niet wat zij gingen kweken. Aan het begin had ik geen flauw idee wat het was. Nadat het klaar was en alle apparatuur er stond, wilde ik dat zij het weghaalden. Ik begreep later wat het was.
Op pagina 19:
Vraag verbalisanten: Heeft u ook een naam van deze mensen?
Antwoord verdachte: Zij hebben hun naam niet bekend gemaakt
Vraag verbalisanten: Heeft u gegevens van de personen?
Antwoord verdachte: Nee, ik weet het niet. Het is mijn fout geweest dat ik vreemde mensen toegang gaf tot mijn woning.
Vraag verbalisanten: Hoe had u contact met de personen?
Antwoord verdachte: Hij belde mij op. Het was een onbekend nummer. Het telefoonnummer was afgeschermd.
Vraag verbalisanten: Hoeveel en hoe lang staan de planten al?
Antwoord verdachte: De planten staan er ongeveer één maand en drie weken.
Op pagina 20:
Vraag verbalisanten: Heeft u meegewerkt aan de hennepkwekerij? Zoals bijvoorbeeld de planten verzorgen?
Antwoord verdachte: Nee. Ik vulde alleen de tank op zolder met water.
Vraag verbalisanten: Zijn de personen aan het werk geweest bij uw meterkast?
Antwoord verdachte: Nee, niet dat ik weet. Zij hebben de eerste keer wél in de meterkast gekeken. Zij zeiden dat ik geen hoge rekening zou krijgen. Ik hoefde mij hier geen zorgen over te maken.
5. een proces-verbaal terechtzitting voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van het hof op 13 januari 2021:
Op pagina 3:
U houdt mij voor dat ik eerder heb verklaard dat ik een bepaald bedrag zou krijgen voor een periode van twee maanden en vraagt mij wat ik daarover kan verklaren. Ze hadden het over een periode van tweeëneenhalf tot drie maanden en dat het mij € 5.000,- zou opbrengen.
Op pagina 4:
Toen ik al die lichten boven in mijn woning zag dacht ik dat de elektriciteit uit de stopcontacten kwam. Ik heb die mensen toen gezegd dat de elektriciteitsrekening daardoor heel hoog zou worden. Daarop zeiden ze dat mijn elektriciteitsrekening niet hoger zou worden. U vraagt mij of ik op dat moment niet heb gedacht dat de elektriciteit dan gestolen zou worden en vraagt mij waarom ik dacht dat mij rekening niet hoger zou worden. Het is misschien onwetendheid of onnozel zijn maar mijn zorg was alleen maar om snel van deze mensen af te zijn. Ik heb misschien niet doorgevraagd.
De oudste raadsheer vraagt mij of ik eigenlijk al wist waarvoor de mensen de ruimte wilden gebruiken en dat ik later spijt kreeg maar dat het toen al te laat was. Toen ik erachter kwam en doorkreeg wat hun bedoeling was, was het al te laat. In het begin was ik mij daar niet van bewust. U vraagt mij of ik mij daar echt niet van bewust was. Het is echt zo dat ik het niet wist. Ze hebben mij gebruikt omdat ik onwetend was op dat moment. U houdt mij voor dat onbekende personen mij een heel groot geldbedrag aanbieden voor het neerzetten van spullen. Eerlijk gezegd kreeg ik argwaan over de inhoud van de spullen. Verder wist ik niets van de praktijken. U vraagt mij wanneer ik argwaan kreeg over de inhoud van de spullen. De eerste dag dat de spullen bij mij binnen kwamen kreeg ik argwaan. Ik heb de doos toen een stuk opengesneden met een mesje en zag dat het apparatuur was. Eerst was ik bang dat er iets anders in zou zitten.
Op pagina 6:
De oudste raadsheer vraagt mij wie de sleutel van mijn woning hadden. Die mensen van de hennepkwekerij hadden na ongeveer tien dagen de sleutel van mijn woning.”