ECLI:NL:PHR:2020:1233
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Omzetting vervangende hechtenis in gijzeling bij schadevergoedingsmaatregel
In deze zaak is de verdachte, geboren in 1988, bij arrest van 6 juni 2019 door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden veroordeeld tot 15 maanden gevangenisstraf, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. De veroordeling was gebaseerd op ontuchtige handelingen met een minderjarige. Daarnaast heeft het hof een schadevergoedingsmaatregel opgelegd en de vordering van de benadeelde partij toegewezen. De verdachte heeft cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door advocaat Mr. J. Kuijper. Het cassatiemiddel betreft de vervangende hechtenis die is opgelegd bij de schadevergoedingsmaatregel. De Procureur-Generaal, B.F. Keulen, heeft in zijn conclusie aangegeven dat het middel terecht is voorgesteld, verwijzend naar een eerdere uitspraak van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2020:914). Hij stelt voor dat in plaats van vervangende hechtenis, gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast. De conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend voor zover het gaat om de vervangende hechtenis, en tot verwerping van het beroep voor het overige. Er zijn geen ambtshalve gronden aangetroffen die tot vernietiging van de uitspraak aanleiding geven.