ECLI:NL:PHR:2020:1233

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
17 november 2020
Publicatiedatum
19 januari 2021
Zaaknummer
19/02916
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omzetting vervangende hechtenis in gijzeling bij schadevergoedingsmaatregel

In deze zaak is de verdachte, geboren in 1988, bij arrest van 6 juni 2019 door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden veroordeeld tot 15 maanden gevangenisstraf, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. De veroordeling was gebaseerd op ontuchtige handelingen met een minderjarige. Daarnaast heeft het hof een schadevergoedingsmaatregel opgelegd en de vordering van de benadeelde partij toegewezen. De verdachte heeft cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door advocaat Mr. J. Kuijper. Het cassatiemiddel betreft de vervangende hechtenis die is opgelegd bij de schadevergoedingsmaatregel. De Procureur-Generaal, B.F. Keulen, heeft in zijn conclusie aangegeven dat het middel terecht is voorgesteld, verwijzend naar een eerdere uitspraak van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2020:914). Hij stelt voor dat in plaats van vervangende hechtenis, gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast. De conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend voor zover het gaat om de vervangende hechtenis, en tot verwerping van het beroep voor het overige. Er zijn geen ambtshalve gronden aangetroffen die tot vernietiging van de uitspraak aanleiding geven.

Conclusie

PROCUREUR-GENERAAL

BIJ DE

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

Nummer19/02916
Zitting17 november 2020

CONCLUSIE

B.F. Keulen
In de zaak
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,
hierna: de verdachte.
1. De verdachte is bij arrest van 6 juni 2019 door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, wegens ‘met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd’ veroordeeld tot 15 maanden gevangenisstraf, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en met aftrek van voorarrest als bedoeld in art. 27(a) Sr. Daarnaast heeft het hof de vordering van de benadeelde partij toegewezen en een schadevergoedingsmaatregel opgelegd.
2. Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte. Mr. J. Kuijper, advocaat te Amsterdam, heeft één middel van cassatie voorgesteld.
3. Het middel klaagt over de vervangende hechtenis bij de opgelegde schadevergoedingsmaatregel.
4. Het middel is, gelet op HR 26 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:914, terecht voorgesteld. Uw Raad kan bepalen dat in plaats van vervangende hechtenis gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast.
5. Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden uitspraak aanleiding behoren te geven.
6. Deze conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend voor zover bij de schadevergoedingsmaatregel vervangende hechtenis is toegepast, tot het bepalen door Uw Raad dat gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast, en tot verwerping van het beroep voor het overige.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden

AG