ECLI:NL:PHR:2019:1022

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
27 augustus 2019
Publicatiedatum
8 oktober 2019
Zaaknummer
18/02408
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Profijtontneming uit hennepteelt in woning met verweer over eerdere oogsten

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 23 mei 2018 een arrest gewezen waarin het wederrechtelijk verkregen voordeel van de betrokkene is vastgesteld op € 17.815,00. De betrokkene is veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan de staat. De ontnemingszaak is gerelateerd aan een strafzaak (nr. 18/02409) tegen de betrokkene, waarin ook een conclusie is getrokken. Het cassatieberoep is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. J.W. Heemskerk, die één middel van cassatie heeft voorgesteld. Dit middel betrof de verwerping door het hof van het verweer dat in de tweede ruimte van de woning niet eerder was geoogst. Het hof heeft echter geoordeeld dat er voldoende bewijs was voor eerdere oogsten in beide ruimtes, onderbouwd door de bevindingen van de verbalisanten en de rapporten over de hennepkwekerij. De conclusie van de procureur-generaal strekt tot verwerping van het beroep, aangezien er geen gronden zijn gevonden die tot vernietiging van de uitspraak zouden moeten leiden. De zaak benadrukt de noodzaak van voldoende bewijs bij de schatting van wederrechtelijk verkregen voordeel en de beoordeling van de argumenten van de verdediging.

Conclusie

PROCUREUR-GENERAAL

BIJ DE

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

Nummer18/02408
Zitting27 augustus 2019

CONCLUSIE

D.J.C. Aben
In de zaak
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989,
hierna: de verdachte.
1. Het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft bij arrest van 23 mei 2018 het door de betrokkene wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op een bedrag van € 17.815,00 en aan de betrokkene ter ontneming van dat wederrechtelijk verkregen voordeel de verplichting opgelegd tot betaling van dat bedrag aan de staat.
2. Deze ontnemingszaak hangt samen met de strafzaak (nr. 18/02409) tegen de betrokkene, waarin ik vandaag eveneens concludeer.
3. Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte en mr. J.W. Heemskerk, advocaat te Roermond, heeft één middel van cassatie voorgesteld.
4. Het
middelklaagt dat het hof bij de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel ten onrechte, althans onvoldoende gemotiveerd, het verweer van de verdediging dat in de tweede ruimte niet eerder werd geoogst heeft verworpen.
5. De schatting van de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel steunt op de volgende bewijsmiddelen:
1. Het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 16 december 2015 (pg. 1-6), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Op het adres [a-straat 1] te [plaats] , staat de volgende persoon ingeschreven:Achternaam: [verdachte] ;
Voornamen: [verdachte] ;
Geboren: [geboortedatum] 1989.
In voornoemde woning werd op 16 december 2015 binnengetreden. Het bleek dat op genoemd adres een hennepkwekerij met planten aanwezig was.
Ik zag dat de hennepkwekerij zich op de 1e etage van het appartement bevond. Het betroffen 2 aparte ruimtes/kamers die beiden waren ingericht als hennepkwekerij.
Ik zag dat kweekruimte 1 zich bevond in de linker kamer. In totaal stonden er 115 hennepplanten.Hoeveel planten er per m2 stonden is onbekend.
Ik zag dat kweekruimte 2 zich bevond in de rechter kamer. In totaal stonden er 100 hennepplanten.Hoeveel planten er per m2 stonden is onbekend.
Ik constateerde, gezien de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm en daarnaast de herkenbare geur, dat de aangetroffen planten hennepplanten betroffen.
De bovenstaande hennep is vermeld op lijst II behorende bij de Opiumwet.
In de woonkamer van het appartement werden 3 droogrekken, 1 cannacutter en een plastic boodschappenkrat aangetroffen waar verdroogde hennepresten in werden getroffen.In de badkamer naast kweekruimte 2 werden lege jerrycans en flacons aangetroffen. Hierin hebben volgens de verpakkingssticker groeistofmiddelen gezeten voor de kweek van hennepplanten.In een keukenlade werd een plastic tas met daarin 4 vervuilde knipschaartjes aangetroffen. Het is aannemelijk dat deze vervuilde knipschaartjes gebruikt zijn bij eerdere oogst(en) aangezien de hennepplanten die er op dit moment stonden nog niet oogstrijp waren.
2. Rapport berekening weerrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij d.d. 10 januari 2016 (pg. 41-47), voor zover inhoudende als relaas van rapporteur [verbalisant] :
Naar aanleiding van het onderzoek [a-straat 1] te [plaats] heb ik een onderzoek ingesteld naar het wederrechtelijk verkregen voordeel van [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1989 te [geboorteplaats] .
Bij berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt primair uitgegaan van de situatie zoals die uit het onderzoek gebleken is.
In de 1e kweekruimte stonden minimaal 115 hennepplanten.
Er wordt uitgegaan van eerder gerealiseerde oogst(en) in de 1e kweekruimte.
In de 1e kweekruimte bevond zich een op kalk gelijkende afzetting op het zeil en aan de onderzijde van de plantenpotten.
De aangetroffen koolstoffilters waren in de 1e kweekruimte bevestigd aan het plafond. Het filterdoek van de kookstoffilters was vervuild. Bij het verplaatsen van de bevestiging bleek dat op de plaats(en) waar deze was aangebracht, het filterdoek een aanzienlijk lichtere kleur vertoonde ten opzichte van de kleur van het overige filterdoek. Het is aannemelijk dat de vervuiling van het filterdoek in de 1e kweekruimte is opgetreden nadat de koolstoffilters in de 1e kweekruimte waren bevestigd.
Er lag stof op de kappen van de armaturen van de assimilatielampen. Vervuiling met stof in een hennepkwekerij treedt pas na langere tijd op.
In de 2e kweekruimte stonden minimaal 100 hennepplanten.
Er wordt uitgegaan van eerder gerealiseerde oogst(en) in de 2e kweekruimte.
In de 2e kweekruimte bevond zich een op kalk gelijkende afzetting op het zeil en aan de onderzijde van de plantenpotten.
De aangetroffen koolstoffilters waren in de 2e kweekruimte bevestigd aan het plafond. Het filterdoek van de kookstoffilters was vervuild. Bij het verplaatsen van de bevestiging bleek dat op de plaats(en) waar deze was aangebracht, het filterdoek een aanzienlijk lichtere kleur vertoonde ten opzichte van de kleur van het overige filterdoek. Het is aannemelijk dat de vervuiling van het filterdoek in de 2e kweekruimte is opgetreden nadat de koolstoffilters in de 2e kweekruimte waren bevestigd.
Er lag stof op de kappen van de armaturen van de assimilatielampen. Vervuiling met stof in een hennepkwekerij treedt pas na langere tijd op.
3. De als bijlage bij de aangifte "rapportage diefstal energie" namens Stedin Netbeheer B.V. d.d. 18 december 2015 (pg. 22-25) gevoegde bijlage schadeberekening d.d. 17 december 2015 (pg. 40) betreffende afgenomen elektriciteit in de periode 24 juni 2015 t/m 16 december 2015 op de locatie [a-straat 1] te [plaats] , voor zover inhoudende:
(…)”
6. Het hof heeft onder het kopje “
schatting van de hoogte van het wederrechtelijk verkregen voordeel” het volgende overwogen:

De veroordeelde is bij arrest van dit hof van 23 mei 2018 met parketnummer 20-002589-17 ter zake van – kort gezegd – het telen van hennep op 16 december 2015 en diefstal elektriciteit in de periode van 24 juni 2015 tot en met 16 december 2015 veroordeeld tot straf.
Het hof ontleent aan de inhoud van voormelde bewijsmiddelen het oordeel, dat de veroordeelde door middel van het begaan van andere feiten waaromtrent voldoende aanwijzingen bestaan dat zij door de veroordeelde zijn begaan, te weten het telen van hennep in de periode voorafgaande aan 16 december 2015, een voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht heeft genoten.
(…)Aantal oogsten
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de veroordeelde twee eerdere oogsten heeft gehad.
Veroordeelde heeft verklaard slechts één eerdere oogst te hebben gehad in de eerste ruimte. De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de verklaring van veroordeelde gevolgd zou moeten worden.
Het hof volgt de verdediging niet in voormeld standpunt. Uit het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep is voor het hof komen vast te staan dat de aanwezige apparatuur van de aangetroffen hennepkwekerij diverse kenmerken had, die wijzen op een gebruik gedurende langere periode. In de twee ruimtes, waar gekweekte hennepplanten werden aangetroffen, waren de koolstoffilters vervuild, bevond zich kalkafzetting op het zeil en aan de onderzijde van de plantenpotten en werd stof op de armaturen van de assimilatielampen aangetroffen. Tevens werden in de woonkamer van het appartement 3 droogrekken aangetroffen met daarin verdroogde hennepresten, werden in de badkamer, naast kweekruimte 2, lege jerrycans en flacons aangetroffen en werd in een openstaande keukenlade een plastic tas met daarin 4 vervuilde knipschaartjes aangetroffen.
Op grond van het vorenstaande, in onderlinge verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat voldoende aannemelijk is dat veroordeelde in de periode voorafgaand aan 16 december 2015 tenminste één keer eerder hennep heeft geoogst in beide ruimtes en is het hof bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel om die reden uitgegaan van één gerealiseerde oogst in beide ruimtes.
Het standpunt van de verdediging wordt mitsdien verworpen.”
7. Anders dan de steller van het middel in de toelichting betoogt, kan zowel uit de onder 5 weergegeven inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen als uit de onder 6 weergegeven overwegingen van het hof worden afgeleid dat in beide ruimtes een eerdere oogst heeft plaatsgevonden. Zo waren in beide ruimtes de koolstoffilters vervuild, bevond zich kalkafzetting op het zeil en aan de onderzijde van de plantenpotten en werd stof op de armaturen van de assimilatielampen aangetroffen. ’s Hofs oordeel dat in beide ruimtes één eerdere oogst is gerealiseerd, acht ik dan ook geenszins onbegrijpelijk en bovendien toereikend gemotiveerd. [1]
8. Het middel faalt en kan worden afgedaan met de aan artikel 81 RO ontleende motivering.
9. Ambtshalve heb ik geen grond aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden uitspraak aanleiding behoort te geven.
10. Deze conclusie strekt tot verwerping van het beroep.
De procureur-generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden

AG

Voetnoten

1.Vgl. HR 26 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:1010.