3.3.Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van houdt – voor zover van belang voor de beoordeling van het middel – het volgende in:
“De verdachte beheerst de Nederlandse taal niet of onvoldoende. Daarom vindt het onderzoek plaats met bijstand van mevrouw S.D.H.M. Uitterwaal, zijnde een in het register als bedoeld in artikel 2 van de Wet beëdigde tolken en vertalers ingeschreven tolk in de Engelse taal. Hetgeen ter terechtzitting is gesproken of voorgelezen is door de tolk vertaald.”
(….)
De verdachte, ter terechtzitting aanwezig, antwoordt op de vragen van de voorzitter te zijn genaamd:
(…)
Als raadsman van verdachte is mede ter terechtzitting aanwezig mr. J.S. Spijkerman, advocaat te 's-Gravenhage.
(…)
De advocaat-generaal voert het woord voor zijn requisitoir, leest de vordering voor en legt die aan het hof over.
(…)
Na een korte onderbreking voor beraad voert de raadsman het woord tot verdediging overeenkomstig zijn pleitnota, welke aan het hof is overgelegd en aan dit proces-verbaal is gehecht.
Ter aanvulling op de pleitnota merkt de raadsman het volgende op:
Ik handhaaf het verzoek tot het voorwaardelijk horen van de getuigen.
Daarnaast doe ik het voorwaardelijke verzoek om de behandeling van de zaak aan te houden tot na de uitspraak in de fiscale zaak.
Na een korte onderbreking voor beraad geeft de voorzitter aan dat het hof nog enige vragen heeft aan de verdachte en diens raadsman.
De jongste raadsheer vraagt mr. Spijkerman:
Punt 75 van uw pleitnota, daar staat in het begin van de vierde regel het woord: 'omdat'. Waar baseert u dat 'omdat' op?
De voorzitter vult aan:
Waar het eigenlijk om gaat is dat de verdediging stelt dat er een 'participation' is en dat we op die manier naar de zaak moeten kijken. De vraag die bij het hof leeft is waar dat uit moet volgen. Op basis waarvan wordt die stelling ingenomen?
De verdachte verklaart hierop:
Ik was toen geen partij en ik moet het doen moet wat ik heb gelezen. Het Zweedse Handelsbolag kent veel verschillende vormen van deelneming.
De raadsman vult aan:
Het punt is. in de koopovereenkomst wordt melding gemaakt van 'shares in the Company', dat kan je lezen als vennoten maar kun je ook lezen als participatie. Onze stelling is dat hier participatie bedoeld is, omdat je ziet dat de overeenkomst helemaal is ingericht als zijnde een participant. Je kunt 'shares' in het Nederlands vertalen als: 'aandelen', maar je kunt het ook vertalen als participatie. Dat blijkt ook uit de Wistrand-memo die achter mijn pleitnota zit.
De jongste raadsheer:
Samengevat: het is gebaseerd op de koopakte!
De raadsman:
Dat is juist. En op de uitleg van Wistrand.
De oudste raadsheer vraagt de raadsman:
Moet het niet zo opgevat worden dat de bewoording zoals hier staan zowel 'partnership' als 'shareholder' kunnen inhouden?
De raadsman antwoordt:
Ja.
De oudste raadsheer:
Uw bevestiging doet mij vermoeden dat uw bewoordingen verder gaan. U zegt met zoveel woorden: het was geen vennootschap maar een participatie en niet meer dan dat.
De raadsman:
Ja. Dat is onze stelling die gebaseerd is op de koopovereenkomst en de uitleg van Wistrand.
De jongste raadsheer merkt naar aanleiding van paragraaf 91 van de pleitnota op:
U haalt daar het negende punt van het vonnis van de rechtbank Amsterdam aan. Ik begrijp niet goed, wat u hier nu precies bedoelt. U zegt dat [betrokkene 1] zich niet met het onroerend goed wilde bemoeien en geen beheersrecht wilde hebben. Vrij vertaald: ‘Het interesseert mij eigenlijk helemaal niet'. Maar men betaalt wel rente over de koopsom. Hoe moet ik dat rijmen met de jaarrekening waar ik geen huurinkomsten zie? Welke baten stonden er tegenover de koopsom en de rentelasten?
De jongste raadsheer toont de verdachte en de raadsman een jaarrekening van [betrokkene 1] en vraagt de verdachte welke baten er zijn tegenover lasten van de koopsom en de rentelasten?
De voorzitter vat de vertaling van de tolk samen, welke samenvatting weer is vertaald door de tolk en wordt bevestigd door verdachte als juist:
Er zijn diverse vormen binnen het Zweedse vennootschapsrecht. Er is in het onderhavige geval sprake van een transparante vennootschap waarbij de winst en verlies in de vorm van een soort dividend wordt uitgekeerd.
Elke Zweedse vennootschap heeft zijn eigen registratienummer en betaalt geen inkomstenbelasting, maar wel overdrachtsbelasting en BTW. De daaruit resulterende netto-opbrengst wordt ten behoeve van de belasting geregistreerd bij de moedermaatschappij.
De jongste raadsheer houdt de verdachte voor:
Als er sprake is van fiscale transparantie, dan is het ook zo dat alle baten van de Handelsbolag fiscaal toegerekend dienen te worden aan [betrokkene 1] .
De verdachte reageert:
De Handelsbolag maakt zelf een jaarrekening op en alleen de netto opbrengst wordt daarin vermeld.
De jongste raadsheer:
Ik kan daar alleen de voorlopige conclusie aan verbinden dat dat in strijd is met de fiscale transparantie.
De raadsman merkt op:
We hebben ook gezegd dat [betrokkene 2] een aantal verantwoordelijkheden had waaronder er voor zorgen dat de jaarrekening juist was. Dat zou de reden kunnen zijn dat het niet in de jaarrekening staat. Het is een terecht punt dat de jongste raadsheer aansnijdt. We hebben bepleit dat [betrokkene 2] allerlei verplichtingen had en die niet heeft uitgevoerd. Het klopt dat [betrokkene 1] wel rente heeft betaald.
De verdachte merkt op:
Ik zit nog met de laatste vraag. Ik begrijp nog niet goed waar u naar zoekt.
Ik weet alles van fiscale transparantie en het Zweedse Handelsbolag is daar wel degelijk een voorbeeld van.
De jongste raadsheer merkt op:
Ik bestrijd ook niet dat er sprake is van fiscale transparantie in mijn vraagstelling. Ik zeg alleen dat het mij opvalt dat in de jaarrekening rentelasten over de voorlopige koopsom zijn opgenomen voor de aanschaf van een verhuurd winkelcentrum. Maar binnen die transparantie zie ik geen huurinkomsten, geen exploitatielasten of inkomen, ik zie niets.
De verdachte reageert:
Dit is het verschil tussen de Nederlandse manier waarop een balans wordt opgesteld en de Zweedse manier. Bij een onroerend goed in Nederland wordt dit geregistreerd in het kadaster en een overeenkomst opgesteld over de bedrijfsvoering.
De jongste raadsheer merkt op:
Ik heb het over de exploitatie in een Nederlandse jaarrekening en een Nederlandse aangifte vennootschapsbelasting.
De verdachte reageert:
De exploitatiekosten in Nederland worden percentueel verdeeld over de eigenaren als opgenomen in het kadaster.
De verdachte verklaart vervolgens uitvoerig in het Engels over het Zweedse Handelsbolag zonder dat dit door de tolk wordt vertaald. De tolk geeft aan dat dit technische verhaal voor haar onbegrijpelijk is en daarom niet door haar vertaald kan worden. Het hof heeft wel kennis genomen van de verklaring van verdachte in de Engelse taal.
De tolk vertaalt vervolgens alleen verdachtes laatste woorden en merkt op:
Alle kosten van een gebouw blijven in Zweden binnen de vennootschap. Op de sheets heeft hij gezien dat er rentelasten en uitgaven op stonden. Ik weet niet meer hoe verdachte het precies heeft gezegd, maar hij heeft wel gezegd dat hij de balans zelf niet heeft gemaakt. Ook het residu waar hij eerder over sprak zou in die kosten zitten.
De advocaat-generaal voert het woord voor repliek en merkt daartoe op:
(…)
De raadsman voert het woord voor dupliek en merkt op:
(…)
Aan verdachte wordt het recht gelaten het laatst te spreken. Verdachte verklaart hierbij:
(…)