ECLI:NL:PHR:2018:239

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
6 februari 2018
Publicatiedatum
27 maart 2018
Zaaknummer
17/00714
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verschillende overtredingen van de Opiumwet, gewoontewitwassen en deelneming aan een criminele organisatie

In deze zaak, die is behandeld op 6 februari 2018, gaat het om een cassatieberoep van een rechtspersoon, aangeduid als [B] B.V., tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 3 november 2016. Het hof had de verdachte rechtspersoon veroordeeld voor verschillende overtredingen van de Opiumwet, gewoontewitwassen en deelneming aan een criminele organisatie, maar had geen straf of maatregel opgelegd. De advocaat van de verdachte, mr. G. Spong, heeft vijf middelen van cassatie voorgesteld. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad, mr. T.N.B.M. Spronken, heeft de zaak bestudeerd en geconcludeerd dat de klachten van de verdachte geen behandeling in cassatie rechtvaardigen. Dit is gebaseerd op het feit dat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep, of dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden. De zaak is samenhangend met andere zaken, waaronder 17/00709, 17/00713 en 17/00716, die ook betrekking hebben op overtredingen van de Opiumwet en andere gerelateerde misdrijven.

Conclusie

Nr. 17/00714
Zitting: 6 februari 2018
Mr. T.N.B.M. Spronken
Standpunt/conclusie inzake:
[B] B.V.
Bij arrest van 3 november 2016 heeft het gerechtshof Amsterdam de verdachte rechtspersoon veroordeeld ter zake van, kort gezegd, verschillende overtredingen van de Opiumwet, gewoontewitwassen en deelneming aan een criminele organisatie en daarbij bepaald dat aan de verdachte rechtspersoon geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Deze zaak hangt samen met de zaken 17/00709 ([C]), 17/00713 ([A] B.V.) en 17/00716 ([D]) en de zaken 16/02779 B ([A] B.V.), 16/02780B ([B] B.V.) en 16/02781 B ([C]). In deze samenhangende zaken zal ik vandaag ook concluderen.
Namens de verdachte rechtspersoon heeft mr. G. Spong, advocaat te Amsterdam, vijf middelen van cassatie voorgesteld.
Na bestudering van de zaak ben ik van mening dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen, omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG