Het Verdrag bepaalt, voor zover van belang, als volgt:
“Artikel 1. Begripsomschrijvingen:
1. In dit Verdrag hebben de navolgende uitdrukkingen de hieronder aangegeven betekenissen:
(a) „consulaire post", elk consulaat-generaal, consulaat, vice-consulaat of consulair agentschap;
(…)
(c) „hoofd van een consulaire post", de persoon die belast is met de taak om in die hoedanigheid op te treden;
(d) „consulair ambtenaar", iedere persoon, waaronder begrepen het hoofd van een consulaire post, aan wie in die hoedanigheid de uitoefening van consulaire werkzaamheden is opgedragen;
(…)
(j) „consulaire gebouwen", de gebouwen of delen van gebouwen en de daarbij behorende terreinen, ongeacht wie daarvan de eigenaar is, die uitsluitend worden gebruikt voor de taakuitoefening van een consulaire post;
(k) „consulair archief", alle bescheiden, stukken, correspondentie, boeken, films, geluidsbanden en registers van de consulaire post, alsmede het codemateriaal, de kaartsystemen en de meubels bestemd voor het beschermen of opbergen van deze zaken.
2. Er bestaan twee categorieën consulaire ambtenaren, beroeps-consulaire ambtenaren en honoraire consulaire ambtenaren. De bepalingen van Hoofdstuk II van dit Verdrag zijn van toepassing op consulaire posten met aan het hoofd een beroeps-consulaire ambtenaar, terwijl de bepalingen van Hoofdstuk III betrekking hebben op consulaire posten met aan het hoofd een honoraire consulaire ambtenaar.
(…)
Hoofdstuk II. Faciliteiten, voorrechten en immuniteiten die betrekking hebben op consulaire posten, beroeps-consulaire ambtenaren en andere leden van een consulaire post
(…)
Artikel 31. Onschendbaarheid van de consulaire gebouwen
1. De consulaire gebouwen zijn onschendbaar voor zover zulks in dit artikel is bepaald.
2. De autoriteiten van de ontvangende Staat mogen het gedeelte van de consulaire gebouwen dat uitsluitend voor de werkzaamheden van de consulaire post wordt gebruikt slechts betreden met toestemming van het hoofd van de consulaire post of van zijn gemachtigde of van het hoofd van de diplomatieke zending van de zendstaat. De toestemming van het hoofd van de consulaire post wordt echter geacht stilzwijgend te zijn gegeven in geval van brand of een andere ramp die onmiddellijk beschermend optreden noodzakelijk maakt.
(…)
Artikel 33. Onschendbaarheid van de consulaire archieven en documenten
De consulaire archieven en documenten zijn te allen tijde en waar zij zich ook mogen bevinden onschendbaar.
(…)
Hoofdstuk III. Regels betreffende honoraire consulaire ambtenaren en consulaire posten die door zulke ambtenaren worden geleid
Artikel 58. Algemene bepalingen met betrekking tot faciliteiten, voorrechten en immuniteiten
1. De artikelen 28, 29, 30, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 54, derde lid, en 55, tweede en derde lid, zijn van toepassing op consulaire posten die geleid worden door een honoraire consulaire ambtenaar. Bovendien worden de faciliteiten, voorrechten en immuniteiten van dergelijke consulaire posten beheerst door de artikelen 59, 60, 61 en 62.
(…)
Artikel 59. Bescherming van de consulaire gebouwen
De ontvangende Staat neemt de maatregelen die noodzakelijk zijn om de consulaire gebouwen van een consulaire post die geleid wordt door een honoraire consulaire ambtenaar te beschermen tegen indringers en tegen het toebrengen van schade en te verhinderen dat de rust van de consulaire post op enigerlei wijze wordt verstoord of aan zijn waardigheid afbreuk wordt gedaan.
(…)
Artikel 61. Onschendbaarheid der consulaire archieven en documenten
De consulaire archieven en documenten van een consulaire post die geleid wordt door een honoraire consulaire ambtenaar zijn te allen tijde en waar deze zich ook mogen bevinden onschendbaar, mits zij gescheiden worden gehouden van andere papieren en documenten en in het bijzonder van de particuliere correspondentie van het hoofd van een consulaire post en van iedere persoon die met hem samenwerkt, alsmede van de goederen, boeken of documenten die betrekking hebben op hun beroep of bedrijf.”