Conclusie
Zaaknr: 17/02800
Mr. L. Timmerman
Zitting: 22 september 2017
Conclusie inzake:
1. Mr. K.E.H. de Klerk q.q.
2. Mr. S. El Ayoubi pro se
tegen
P.F.M.L. Hautvast
1.Voorgeschiedenis
1.1
Met een op 14 juni 2017 bij de Hoge Raad ingediende procesinleiding in cassatie hebben eisers beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem van 14 maart 2017. In de procesinleiding ontbraken de volledige voornamen van eisers, de woonplaats van eisers en de woonplaats van verweerders. Het exploot van oproeping is op 27 juni 2017 uitgebracht. Als verschijndatum is in de procesinleiding vermeld 19 juli 2017.
1.2
Ter rolle van 11 augustus 2017 is mondeling geconcludeerd tot herstel van de procesinleiding. De rolraadsheer heeft dienovereenkomstig beslist.
1.3
Op 31 augustus 2017 is een nieuw exploot uitgebracht waaruit blijkt dat de geconstateerde gebreken in de procesinleiding zijn hersteld. In de aangepaste procesinleiding is geen nieuwe verschijndatum opgenomen.
2.Vraagstelling en antwoord
2.1
De wet schrijft niet met zoveel woorden voor dat een aangepaste procesinleiding een nieuwe verschijndatum dient te bevatten. Niettemin komt het mij wenselijk voor dat aan de verweerder een nieuwe verschijndatum wordt gegeven met het oog op een helder verloop van de verdere procedure. Hoe kan dat worden bereikt?
2.2
Art. 30c lid 6 Rv maakt het mogelijk dat de rechter beveelt een verzuim in de procesinleiding binnen een door hem te bepalen termijn te herstellen. Uit het wetsartikel blijkt niet dat een procesinleiding ten tweede male kan worden hersteld. Een redelijke uitleg van art. 30c lid 6 Rv brengt mijns inziens mee dat de rechter, als hem dat met het oog op de voortgang van de procedure geraden voorkomt, ook ten tweede male kan bevelen een verzuim in de procesinleiding te herstellen. Dit betekent in dit geval mijns inziens dat de Hoge Raad de eiser in cassatie dient te bevelen binnen veertien dagen na het door de Hoge Raad gegeven bevel een nieuwe procesinleiding met verschijndatum aan de verweerder te betekenen. Voor de termijn van veertien dagen verwijs ik naar art. 112 Rv.
3.Conclusie
Ik adviseer de Hoge Raad de eiser in cassatie te bevelen om in een aangepaste procesinleiding een nieuwe verschijndatum te bepalen en deze aangepaste procesinleiding aan de verweerder binnen veertien dagen na de datum van het door de Hoge Raad gegeven bevel te betekenen.
De Procureur-Generaal bij de
Hoge Raad der Nederlanden
A-G