1 Letterlijke tekst van de persconferentie van minister-president Rutte na afloop van de ministerraad op 17 juni 2011, zie:
http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/mediateksten/2011/06/17/persconferentie-rutte-na-ministerraad-17-juni-2011.html
2 Letterlijke tekst van de persconferentie van vice-minister-president Verhagen na afloop van de ministerraad op 24 juni 2011, zie:
http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/mediateksten/2011/06/24/persconferentie-verhagen-na-ministerraad-24-juni-2011.html
3 Letterlijke tekst van de persconferentie van minister-president Rutte na afloop van de ministerraad op 1 juli 2011, zie:
http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/mediateksten/2011/07/01/persconferentie-minister-president-na-de-mr-1-juli-2011.html
4 Noot PJW: ik neem aan dat bedoeld zal zijn: Maxime.
5 Besluit van 1 juli 2011, nr. BLKB 2011/1290M, NTFR 2011/1715.
6 Rechtbank Breda 31 januari 2012, nr. AWB 11/5212, LJN BV7064.
7 Hof Den Bosch 6 september 2012, nr. 12/00068, LJN BX7146, NTFR 2012/2489 met commentaar Schoenmaker.
8 Ik citeer uit het procesdossier in de zaak 12/04289; de overwegingen in de zaak 12/04290 zijn identiek.
9 Zie de brief van de Staatssecretaris van 9 januari 2013, nr. DGB 2012-7808.
10 Het Besluit is in werking getreden op de dag na de uitgiftedatum van de Staatscourant waarin het is geplaatst. Het Besluit is geplaatst in de Staatscourant van 5 juli 2011, nr. 12301.
11 Wet van 22 december 2011, Stb. 2011, 639 (Belastingplan 2012).
12 Kamerstukken II, 2011/12, 33 003, nr. 3, blz. 36.
13 Kamerstukken II, 2011-2012, 33 003, nr. 10 (NnavV), blz. 63-64.
14 Kamerstukken II, 1985-1986, 19 583, nr. 3, p. 6. De Bekendmakingswet is de Wet van 4 februari 1988, Stb. 1988, 18.
15 HR 2 oktober 2009, nrs. 07/10481 en 07/13624, na conclusie Wattel, LJN BI1892 en BI1909, BNB 2011/47 en 48 met noot Happé, V-N 2009/48.15 en 2009/48.16, NTFR 2009/2093 en 2009/2094 met commentaar Van Mulbregt, FED 2010/81 met aantekening Schuver-Bravenboer.
16 HR 14 april 1989, nr. 13 822, na conclusie Mok, LJN AD5725, NJ 1989, 469 met noot Scheltema, AB 1989/207 met noot Van der Burg, V-N 1990/1777.
17 HR 10 juni 2011, nr. 09/05112, na conclusie Wattel, LJN BO5080, BNB 2011/233 met noot Van Amersfoort, AB 2011/184 met noot Barkhuysen en Van Emmerik, V-N 2011/31.5, NTFR 2011/1367 met commentaar Van der Vegt, FED 2011/63 met aantekening Thomas.
18 HvJ EU 26 februari 2013, zaak C-617/10, Åkerberg Fransson, na conclusie Cruz Villalón, LJN BZ3811, V-N 2013/13.6.
19 EHRM 22 juni 1999, no. 46757/99, LJN AV1935, BNB 2002/398 met noot Happé.
20 EHRM 29 april 2008, no. 13378/05, LJN BD3989, EHRC 2008/80 met noot Gerards, NJ 2008/306 met noot Alkema, AB 2008/213 met noot Barkhuysen, V-N 2008/35.6.
21 EHRM 10 juni 2003, no. 27793/95, LJN AV4014, V-N 2003/52.2, NTFR 2003/2025 met commentaar Kors, FED 2003/604 met aantekening Wattel.
22 In de zaak Joubert v. France was de terugwerkende kracht van een belastingmaatregel (herstel bevoegdheidsgebrek bij navordering) wèl in strijd met art. 1 Eerste Protocol, zie EHRM 23 juli 2009, no. 30345/05.
23 Zie Kamerstukken II, 2010-2011, 31 371, nr. 364, p. 2.
24 Wel: M. Bravenboer en A.O. Lubbers, 'Tijd voor uitbreiding van de Notitie terugwerkende kracht en eerbiedigende werking', WFR 2005/964.
25 M.R.T. Pauwels: 'Tijd voor verandering', preadvies voor de VAR/Vereniging voor Bestuursrecht, Boom Juridische uitgevers: Den Haag, p. 241.
26 Pauwels, t.a.p., blz. 243.
27 Pauwels, t.a.p., blz. 243.
28 G.J. van Leijenhorst, Belastingbeleid, WFR 1999/401: "Omdat het rechtszekerheidsbeginsel strekt tot bescherming van de belastingplichtige geldt het daarop gebaseerde verbod van terugwerkende kracht niet als de terugwerkende kracht in het voordeel van de belastingplichtige is."
29 M. Schuver-Bravenboer, Fiscaal overgangsbeleid (Een raamwerk voor het vormgeven en beoordelen van het overgangsbeleid van de fiscale wetgever), FM 131, Kluwer: Deventer 2009, paragraaf 9.5.2.4.
30 HR 18 december 2009, nr. 44 021, na conclusie Wattel, LJN BC5874, BNB 2010/79 met noot Lubbers, V-N 2009/64.11, NTFR 2010/29 met commentaar Horzen.
31 EHRM 24 november 2005, no. 49429/99, LJN AV4244. Zie paras. 130 - 140 voor het oordeel betreffende toegang tot en schending van art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM.
32 HR 22 oktober 2010, nr. 08/02324, na conclusie Van Ballegooijen, LJN BL1934, BNB 2010/335 met noot Van Leijenhorst, V-N 2010/54.4, NTFR 2010/2458 met commentaar Groenewegen, FED 2010/124 met aantekening Groenewegen, BB 2010/1524 met aantekening Monsma, AB 2011/32 met noot Sanderink, Gemeentestem 2010/117 met commentaar Teunissen.
33 Zie ook HR 24 juni 2005, nr. 38 183, na conclusie Niessen, LJN AQ7093, BNB 2005/275 met noot Van Leijenhorst, V-N 2005/33.28, NTFR 2005/862 met commentaar Groenewegen, FED 2005/107 met aantekening Groenewegen; HR 27 januari 2006, nr. 39 407, LJN AV0394, BNB 2006/150 met noot Van Leijenhorst, V-N 2006/8.4, NTFR 2006/175 met commentaar Van der Burg, en HR 19 september 2008, nr. 42 066, LJN BF1203, BNB 2008/294, V-N 2008/47.3, NTFR 2008/1827 met commentaar Groenewegen, BB 2008/1340 met aantekening Van Leijenhorst.
34 HR 5 februari 1997, nr. 31 312, LJN AA3248, BNB 1997/160 met noot Happé, V-N 1997/813, FED 1997/424 met aantekening Streppel.
35 HR 14 juli 2000, nr. 35 059, na conclusie Van den Berge, LJN AA6513, BNB 2000/306 met noot van Vijfeijken, V-N 2000/52.5.