2. In cassatie kan van de volgende feiten worden uitgegaan (als vaststaand aangemerkt door het hof 's-Hertogenbosch in rov. 4.2 van zijn in zoverre in cassatie niet bestreden arrest van 22 november 2011):
i) Op 19 juni 2001 heeft [eiseres] met een rechtsvoorganger van Dexia Nederland N.V. een effectenlease-overeenkomst gesloten, met contractnummer [001], voor de duur van 240 maanden. Ingevolge artikel 2 van de effectenlease-overeenkomst had [eiseres] het recht de overeenkomst dagelijks door middel van een schriftelijke mededeling aan Dexia te beëindigen. Ook de toenmalige partner van [eiseres], [betrokkene], heeft destijds met Dexia een effectenlease-overeenkomst gesloten, met contractnummer [002].
ii) [eiseres] en/of [betrokkene] heeft/hebben in juli 2004 een bedrag van € 19.140,80 overgemaakt ten behoeve van Dexia. Op het desbetreffende rekeningafschrift is als kenmerk vermeld: "VOORUITBET OVK [001]" en "VOORUITBET OVK [002]". Volgens een uitdraai uit het Klant Informatie systeem van Dexia is het bedrag van € 19.140,80 op 21 juli 2004 bij Dexia administratief bijgeschreven ten gunste van relatie [eiseres].
iii) Op verzoek van [eiseres] is haar effectenlease-overeenkomst op 1 september 2004 tussentijds beëindigd. Blijkens de op 3 september 2004 door Dexia opgemaakte eindafrekening van contractnummer [001] resteerde na verkoop van de effecten een door [eiseres] te ontvangen bedrag van € 3.203,48. Op de eindafrekening is onder meer vermeld "Restitutie vooruitbetaling Bij € 9.435,15" en "Tegoeden contract [001] Bij € 9.570,07". Dexia heeft het bedrag van
€ 3.203,48 overgemaakt op de rekening van [eiseres].
iv) [eiseres] was ten tijde van het aangaan van de effectenlease-overeenkomst woonachtig aan [a-straat 1] te [plaats]. [eiseres] is op enig moment verhuisd naar haar huidige woning aan de [b-straat 1] te [woonplaats].
v) Dexia heeft bij brief van 22 maart 2005, gericht aan [eiseres] op het adres [a-straat 1] te [plaats], medegedeeld dat Dexia het op 21 juli 2004 ontvangen bedrag per abuis in zijn geheel op overeenkomst [001] heeft geboekt, dat zij deze boeking inmiddels heeft gecorrigeerd en dat als gevolg daarvan op de overeenkomst [001] nog een door [eiseres] te betalen bedrag van € 9.570,40 open staat. Bij deze brief is een gecorrigeerde eindafrekening van overeenkomst [001] gevoegd, waaruit blijkt dat een te betalen bedrag resteerde van € 9.570,07.
vi) Het gerechtshof Amsterdam heeft bij beschikking van 25 januari 2007 (verder: de WCAM-beschikking) de (gewijzigde) WCAM-overeenkomst van 8 mei 2006 (verder ook: de Duisenberg-regeling) verbindend verklaard voor de 'gerechtigden' als bedoeld in artikel 2 van die overeenkomst, met dien verstande dat een gerechtigde tot schadevergoeding binnen zes maanden na de aankondiging dat de beschikking onherroepelijk is geworden door een schriftelijke mededeling kon laten weten niet gebonden te willen zijn. De aankondiging van de onherroepelijk geworden beschikking van het hof heeft plaatsgevonden op 31 januari 2007. Gezien de datum van aankondiging diende de opt-outverklaring vóór 1 augustus 2007 bij de in de WCAM-overeenkomst aangewezen notaris te worden ingediend.
vii) Dexia heeft [eiseres] bij brief van 22 februari 2007, verstuurd naar het nieuwe adres van [eiseres] te [woonplaats], een zogeheten Duisenbergoverzicht gestuurd waarop een totaal door [eiseres] te betalen bedrag van € 0,00 stond vermeld. Onderaan deze brief is in een kader vermeld:
"In het Duisenbergoverzicht zijn de financiële consequenties van de Duisenberg-Regeling voor uw beëindigde effectenlease-overeenkomst(en) opgenomen. De Duisenberg-Regeling is bij beschikking van het Gerechtshof Amsterdam verbindend verklaard. ()
Voor de contracten op wie de verbindendverklaring van toepassing is en die tijdig een zogenoemde opt-out verklaring afleggen of hebben afgelegd, is de regeling en dus dit overzicht niet onverkort van toepassing. ()"