AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Erkenning van een buitenlands huwelijk en alimentatieverplichtingen
In deze zaak staat de erkenning van een op de Filippijnen voltrokken huwelijk centraal, evenals de alimentatieverplichtingen van de man. Het huwelijk tussen de man en de vrouw werd op 26 april 2003 voltrokken, maar de registratie vond pas op 26 juni 2003 plaats. De rechtbank 's-Gravenhage oordeelde op 17 augustus 2012 dat het huwelijk in Nederland erkend moest worden en sprak de echtscheiding uit, waarbij de man werd verplicht tot het betalen van kinderalimentatie en partneralimentatie. De man ging in hoger beroep, maar het hof 's-Gravenhage bevestigde de uitspraak van de rechtbank, met uitzondering van de hoogte van de partneralimentatie, die werd verlaagd. De man stelde cassatie in, waarbij hij betoogde dat het huwelijk niet rechtsgeldig was vanwege het ontbreken van een marriage license op de datum van de huwelijksvoltrekking. Het hof oordeelde echter dat het huwelijk vermoed werd rechtsgeldig te zijn, omdat een huwelijksverklaring door een bevoegde autoriteit was afgegeven. De man had onvoldoende bewijs geleverd voor zijn draagkrachtverweer, waardoor het hof oordeelde dat hij in staat was om de alimentatie te betalen. De Procureur-Generaal adviseerde om het cassatieberoep te verwerpen, omdat de klachten van de man niet tot cassatie konden leiden.
Voetnoten
1.Zie p. 2-3 van de beschikking van de rechtbank ’s-Gravenhage van 17 augustus 2012, waarnaar wordt verwezen in de beschikking van het hof ’s-Gravenhage van 23 januari 2013.
2.Blijkens p. 3 van de beschikking van de rechtbank van 17 augustus 2012 heeft de als informant in deze procedure aangemerkte ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage opgemerkt ‘dat uit het bij de huwelijksakte gevoegde Authentication Certificate met nummer [001], afgegeven op 17 november 2011 door het Filippijnse Ministerie van Buitenlandse Zaken, blijkt dat de huwelijksakte authentiek is’.
3.Voorafgaand aan de ceremonie zijn partijen bij notariële akte van 25 april 2003 huwelijksvoorwaarden overeengekomen inhoudende uitsluiting van elke gemeenschap van goederen zonder enig verrekenbeding.
4.Vermeldenswaardig is hetgeen de rechtbank overweegt op p. 5 van de beschikking: ‘De omstandigheden dat de ondertekening van de huwelijksakte heeft plaatsgevonden vóór de in de akte opgenomen huwelijksdatum en dat de marriage license is afgegeven voordat de verklaring omtrent de huwelijksbevoegdheid van de man beschikbaar was, wekken naar Nederlandse maatstaven verwondering. Niettemin zijn deze omstandigheden naar het oordeel van de rechtbank niet zodanig dat erkenning van het naar Filippijns recht rechtsgeldig gesloten huwelijk strijd zou opleveren met de Nederlandse openbare orde’.
5.Boek 10 BW is op 1 januari 2012 in werking getreden. In dit geval is art. 10:31 BW temporeel van toepassing, omdat het niet een huwelijk betreft dat is voltrokken vóór 1 januari 1990 (art. 10:34 lid 1 BW).
6.Zie over deze merkwaardige gang van zaken de uitlatingen van partijen zoals neergelegd in het proces-verbaal eerste aanleg van 9 mei 2012, alsmede MvA nr. 12: ‘De vrouw heeft uitgelegd waardoor data van 26 april 2013 en 1 mei 2013 worden verklaard, namelijk de verdere administratieve afhandeling van het huwelijk, zoals in de Filippijnen niet ongebruikelijk is’.
7.Zie in dit verband ook S.E.W. Rutten, Huwelijk en burgerlijke stand, Praktijkreeks IPR, deel 2, 2011, p. 89-90.
8.Zie p. 8-9 van de beschikking van de rechtbank.
9.Zie bijv. proces-verbaal van de zitting in eerste aanleg van 9 mei 2012, p. 3 alsmede proces-verbaal van de zitting in appel van 7 december 2012, p. 2. Zie in dit verband ook de stellingen van de vrouw in het verweerschrift echtscheiding tevens houdende zelfstandig verzoek, nr. 24: ‘(…) Voor zover de vrouw bekend, verdiende de man zeker € 5.000,00 netto besteedbaar per maand in de periode voorafgaande aan het feitelijk uiteengaan van partijen in mei 2011, mede ook door het inkomen uit de eigendommen in de Filippijnen, die bestemd zijn voor verhuur, zie productie 3’.