ECLI:NL:PHR:2012:BY0097
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Machielse
- Rechtspraak.nl
Verwerping van cassatie in drugszaken met betrekking tot cocaïnehandel en betrokkenheid van verdachte
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 februari 2011 de verdachte veroordeeld voor meerdere strafbare feiten, waaronder medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en deelname aan een criminele organisatie. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar. De verdediging heeft cassatie ingesteld, waarbij twee middelen van cassatie zijn gepresenteerd. De steller van het middel betoogt dat het hof onterecht heeft geoordeeld over de betrokkenheid van de verdachte in een cocaïnehandelstructuur. De Hoge Raad heeft in zijn arrest op 13 november 2012 geconcludeerd dat het hof de rol van de verdachte in de cocaïnehandel terecht heeft vastgesteld op basis van de beschikbare bewijsmiddelen, waaronder observaties en afgeluisterde gesprekken. De Hoge Raad wijst erop dat in grote drugszaken vaak rookgordijnen worden opgeworpen door verdachten, waardoor het noodzakelijk is om verschillende gegevens te combineren om een duidelijk beeld te krijgen van de feiten. De Hoge Raad oordeelt dat het hof de onderdelen van de zaak in een groter geheel heeft bezien en dat de argumenten van de verdediging niet voldoende zijn om de bewezenverklaring te ontkrachten. De conclusie van de Hoge Raad is dat de middelen falen en dat er geen aanleiding is voor vernietiging van de uitspraak van het hof. De Hoge Raad verwerpt het beroep.