ECLI:NL:PHR:2012:BW7468
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. P. Vlas
- Rechtspraak.nl
Wijzigingsverzoek kinderalimentatie en toepassing Belgisch fiscaal regime
In deze zaak betreft het een verzoek tot nihilstelling van de kinderalimentatie door de man, die stelt dat het hof bij de berekening van zijn draagkracht ten onrechte het Belgische fiscale recht niet heeft toegepast. De man en de vrouw hebben van 1986 tot januari 1999 een relatie gehad, waaruit drie kinderen zijn geboren. De man heeft de kinderen erkend en de vrouw heeft het gezag over hen. Bij beschikking van de rechtbank Alkmaar op 4 december 2002 is een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen vastgesteld op € 180 per kind per maand, ingaande op 1 februari 2002.
De rechtbank heeft op 30 juni 2010 het verzoek van de man om nihilstelling van de kinderalimentatie afgewezen, waarna de man in hoger beroep ging. Het hof heeft geoordeeld dat de hoogte van het inkomen van de man voor zijn werkzaamheden in België begin 2009 onduidelijk is, maar dat hij ten minste hetzelfde heeft verdiend als later in 2009 voor een Nederlandse onderneming. Het hof heeft de alimentatie met ingang van 7 september 2009 vastgesteld op € 22 per kind en met ingang van 1 januari 2010 op € 172 per kind.
In cassatie klaagt de man dat het hof niet heeft erkend dat het Belgische fiscale regime van toepassing is op zijn inkomsten. De man heeft in zijn cassatieberoep negen onderdelen ingediend, waarvan de meeste geen klachten bevatten. Het hof heeft in zijn overwegingen echter wel erkend dat de man in België belastingplichtig is, en heeft de draagkracht van de man berekend volgens het Nederlandse fiscale stelsel. De conclusie van de A-G strekt tot verwerping van het beroep, met toepassing van art. 81 RO.